Goederenstroom week 3

Goederenstroom
Periode 2 week 3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenstroomMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Periode 2 week 3

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Voorraadbeheer
Week 2: Voorraadbeheer
Week 3: Online en offline
Week 4: Online en offline
Week 5: Online en offline
Week 6: Derving
Week 7: Derving
Week 8: Derving
Week 9: Inleveren verslag

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet je het verschil tussen online en offline.
.. leer je wat een pick-up-point is.
.. weet je wat retouren zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat maakt goed voorraadbeheer niet mogelijk?
A
De voorraadkosten te beperken
B
Lege schappen te voorkomen.
C
De winstgevendheid te vergroten
D
Veel dering

Slide 4 - Quizvraag

Voorraadbeheer
Goed voorraadbeheer maakt het mogelijk om:
  

1. De voorraadkosten te beperken
2. Lege schappen te voorkomen
3. De winstgevendheid te verhogen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Online en offline
Klanten kunnen goederen offline kopen, in een fysieke winkel, en online, in een webwinkel.

Online winkelen is mede door corona niet meer weg te denken.

.. en mensen sturen en brengen de online gekochte spullen massaal weer terug.

Slide 7 - Tekstslide

Online en offline
Klanten kunnen goederen offline kopen, in een fysieke winkel, en online, in een webwinkel. Steeds meer winkels kiezen voor de combinatie.

Dit vraagt om een goede administratie.

Slide 8 - Tekstslide

Informatiesysteem
Informatiesysteem is een algemeen woord voor allerlei systemen en toepassingen die je kunt gebruiken om aan informatie te komen

Met een informatiesysteem kan je gegevens verzamelen, vastleggen, bewerken, analyseren en rapporteren.

Slide 9 - Tekstslide

Hardware en software
Je maakt bij een informatiesysteem vaak een onderscheid tussen hardware en software. 

Het is belangrijk dat informatie steeds actueel is en op elke plek hetzelfde. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

AH
WINK
MOMO
DASA

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Voor en nadelen
Tijdwinst
Minder fouten door rekenen door de computer
Minder kosten omdat het gelijk in de computer staat
Betere controlemogelijkheden

Vergissing bij invoeren
Mensen denken zelf niet meer na.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Op je stage werk je ook vast met een MIS. Noem drie functies van een informatiesysteem voor het beheren van de goederenstroom en voorraad. 

Slide 15 - Tekstslide

Functie
Met alle in een ERP of ander voorraadadministratiesysteem verzamelde gegevens over de verkopen en de inkopen neemt de ondernemer beslissingen, bijvoorbeeld over acties en bestellingen.

Slide 16 - Tekstslide

ERP
Grootwinkelbedrijven werken meestal met ERP-systemen. Enterprise Resource Planning is een computerprogramma.

Het gaat om een complex en uitgebreid programma dat voor alle processen in het hele bedrijf gebruikt wordt. Een zeer uitgebreide informatiesysteem.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Opdracht
Beantwoord de volgende vragen:

1. Waar staat de afkorting ERP voor?
2. Wat is een ERP-systeem?

Slide 20 - Tekstslide

Managementinformatie
Binnen of naast het informatiesysteem kun je ook nog een managementinformatie hebben (MIS).

Met deze informatie kan het management beslissingen nemen die de prestaties van het bedrijf kunnen verbeteren.

Slide 21 - Tekstslide

(foto AH pagina)

Slide 22 - Tekstslide

Voorraadbeheer
Online en offline maakt dus een extra uitdaging om de voorraad goed op peil te houden. 

Je moet de voorraad goed in de gaten houden. Informatiesystemen helpen je hierbij.

Slide 23 - Tekstslide

Voorraadbeheer
Het is belangrijk om de voorraad goed in de gaten te houden, zodat je zowel online als offline klanten kunt bedienen. Bestellingen plaats je meestal digitaal. 

Het order entry-systeem en het geautomatiseerde bestelsysteem komen het meest voor.

Slide 24 - Tekstslide

Geautomatiseerde voorraadadministratie
Vroeger werd de voorraad op voorraadkaarten bijgehouden. Per artikel had de winkelier een voorraadkaart waarop de voorraad werd af- of bijgeboekt. Dit was erg arbeidsintensief..

Nu gebeurt dat door geautomatiseerde systemen, zoals de scankassa's. Zowel bij als afboeken gebeurt nu digitaal. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Een of twee vooraden?
Als je alleen een fysieke winkel hebt heb je 1 voorraad. Maar online en offline heb je er twee. 

Je moet dus goed nadenken. Je wilt op beide kanalen geen nee verkoop hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Retour economie
De combinatie tussen webwinkel en fysieke winkel vraag om een goed administratief systeem om alle retour artikelen goed te kunnen verwerken.

Informatiesystemen bieden de oplossing

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Beantwoord de volgende vragen:

1. Vergelijk een online winkel en fysieke winkel en bedenk enkele verschillen in de goederenstroom en voorraad beheer.
2. Welk soort artikelen wordt het meest online verkocht?
3. Leg uit waarom de retourstroom van online winkels vaak redelijk omvangrijk is..

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Retour economie
De klant van een online winkel heeft altijd recht op retour. Zonder opgaaf van reden mag hij de goederen terugzenden. 

Daarom moet je als online winkelier de retourstromen goed organiseren en administreren.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Beantwoord volgende vragen:

1. Aan welke regels moet de consument zich houden volgens de recht van retour?
2. Aan welke regels moet de webwinkelier zich houden volgens de recht van retour?

Slide 33 - Tekstslide

Vendor Managed Inventory
Sommige winkels maken gebruik van vendor managed inventory, dit is een door anderen beheerde voorraad. Hierbij is de levenancier verantwoordelijk voor de voorraad in het winkelschap. 

-> frisdrankautomaten

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Challenge week 3
Ga op onderzoek uit en beantwoord de volgende vragen:

1. Verkoopt je stageplek zowel producten online als offline? Waarom wel of waarom niet?
2. Gebruikt je stageplek een management informatie systeem? Zoja, wat kan je allemaal met dit systeem doen?
3. Hoe flexibel zijn jullie met het terugnemen van retouren? Wat gebeurt er met het product als het is teruggebracht?

Slide 36 - Tekstslide

Week 4

Slide 37 - Tekstslide

Pick-up-points
Klanten kunnen een bestelling ophalen die ze online geplaatst hebben. 

Klanten halen hun boodschappen op bij pick-up-points waar de medewerkers de order hebben klaargezet.

Bij sommige winkels komt de bestelling compleet binnen en hoeft het personeel niks te doen. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Verzendkosten
Het verzenden van producten brengt kosten met zich mee. 

Deze worden vaak doorberekend aan de klant.
tenzij..

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Wat is fulfilment?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Video

Fulfilment
Fulfilment is het afhandelen van bestellingen uit webshops. 

Alle taken worden door een ander bedrijf uitgevoerd vanaf het moment dat de klant op ''bestellen'' klikt. 


Slide 44 - Tekstslide

Challenge week 6
Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is een informatiesysteem en waarvoor kan je dit gebruiken?
2. Wat is een managementinformatiesysteem (MIS)?
3. Wat zijn pick-up-points?
4. Waarom kan een consument zijn online gekochte goederen altijd terug sturen?
5. Wat is fulfilment?

Slide 45 - Tekstslide