Klas 2 Kapitel 5 Wien pers vnw 4e naamval

Wat betekenen de voorzetels?
durch, für, ohne, um, gegen
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekenen de voorzetels?
durch, für, ohne, um, gegen

Slide 1 - Open vraag

Ich mache mich sorgen um ..... (jou)

Slide 2 - Open vraag

Hast du ein Geschenk für .... (mij)?

Slide 3 - Open vraag

Ich will nicht ohne ..... (hem) gehen.

Slide 4 - Open vraag

Peter kommt nicht ohne ..... (haar)

Slide 5 - Open vraag

Hast du gegen ..... (ons) gespielt?

Slide 6 - Open vraag

Wir haben um ...... (jullie) gestritten.

Slide 7 - Open vraag

Lia hat ohne .... (u) gerechnet.

Slide 8 - Open vraag

Haben wir gegen ...... (hun) gespielt?

Slide 9 - Open vraag

ohne ..... (mij)
ohne ...... (jou)

Slide 10 - Open vraag

gegen ..... (haar)
gegen ..... (hem)

Slide 11 - Open vraag

um ....... (haar)
um ........ (hen/hun)
um ......... (u)

Slide 12 - Open vraag

durch ........ (jullie)
durch .........(ons)

Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag