Alinea's en verbanden

Jas uit
Pak je boeken, schrift, pen en zet je tas op de grond

10 minuten stillezen
Deze week is je boek uit en begin je aan de creatieve opdracht
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jas uit
Pak je boeken, schrift, pen en zet je tas op de grond

10 minuten stillezen
Deze week is je boek uit en begin je aan de creatieve opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Welkom terug, fijne vakantie gehad?
Wat gaan we doen?
Korte herhaling: tekstsoorten, -doelen, -vormen
                                   inleiding, kern, slot
Uitleg: HB p. 64-65 Alinea's & verbanden
Individuele- en duoopdracht
Stiltewerktijd
Afsluitende quiz
                                          Deze week lees je je boek uit

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les ...
- ken je de opbouw van een alinea
- ken je verschillende tekstverbanden en de daarbijhorende signaalwoorden
- weet je het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord
- kun je zelf een alinea schrijven incl. signaalwoorden, een kernzin en een passend tussenkopje

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 4 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een signaalwoord zie je met welk tekstverband je te maken hebt.


Vraag: herken je een signaalwoord hiernaast en het bijbehorende tekstverband?

Slide 5 - Tekstslide

 OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 6 - Tekstslide

 TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 7 - Tekstslide

VOORBEELD 

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • bijvoorbeeld
  • zo
  • zoals
  • denk aan
  • neem nou
  • onder andere


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht (7 minuten): Schrijf één alinea (ongeveer 6-8 zinnen) over een onderwerp naar keuze bijvoorbeeld:
- Straattaal (zoals de tekst die je voor de vakantie hebt geanalyseerd) - Influencers - vloggers - Netflix - sport - zakgeld - bijbaantje - OF kies zelf een onderwerp


1. Bedenk over welk deelonderwerp je gaat schrijven
2. Begin of eindig met de kernzin
3. Maak gebruik van minimaal drie signaalwoorden (blz. 65)
4. Zet een passend tussenkopje boven je alinea

timer
8:00

Slide 9 - Tekstslide

Ruil de tekst met je groepsgenoot en bespreek de volgende vragen:
1. Herken je de kernzin?
2. Onderstreep de signaalwoorden (minimaal drie) en schrijf erbij om welk tekstverband het gaat
3. Dekt het tussenkopje de lading van de alinea?
4. Eerder klaar? Herken je ook functiewoorden in de tekst?
(zie voor voorbeelden achter in je OB boek)
Verbeter eventuele fouten, zet je naam onder de tekst en lever het eind van de les in.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Stiltewerktijd
Keuze uit:

- Verder lezen in je leesboek
- Huiswerk voor deze week maken
- Functiewoorden leren (achterin OB boek) je moet deze week kennen t/m 'weerlegging'

Slide 11 - Tekstslide

GELEERD?


- Je kunt met behulp van signaalwoorden verschillende teksverbanden in een tekst herkennen en begrijpen.

- Je kunt een alinea schrijven met daarin signaalwoorden, de kernzin en een passende tussenkop.

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Een ander woord voor 'signaalwoord' is:
A
functiewoord
B
verbindingswoord
C
trefwoord
D
tussenkopje

Slide 13 - Quizvraag

Een tussenkopje ...
A
is nooit een hele zin
B
sluit je niet af met een punt
C
kort en krachtig
D
zowel a, b en c zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil wel komen, maar ik heb geen tijd. Welk tekstverband is dit?
A
conclusie
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
omschrijving

Slide 15 - Quizvraag

Als je goed oplet, haal je betere cijfers.
Welk tekstverband is dit?
A
opsomming
B
tijd
C
reden, oorzaak, gevolg
D
voorwaarde

Slide 16 - Quizvraag

Om de finale te bereiken, moeten we nog twee wedstrijden winnen. Welk tekstverband is dit?
A
voorbeeld
B
verduidelijking
C
doel, middel
D
toegeving

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf op:
1. Wat heb je geleerd deze les?
2. Wat vind je nog lastig?

Slide 18 - Open vraag

Morgen leesclub
Je hebt je boek (bijna) uit
Neem je aantekeningen mee
En... wat lekkers!

Slide 19 - Tekstslide