Intervisie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Intervisie

Wat weet je al over intervisie?

Wat is intervisie?

- Samenwerkingsvorm voor professionals/studenten;

- In groepsverband kijken naar een probleem/knelpunt;

- Methode, gespreksvorm met casusinbrenger;

- Ontwikkelingsgericht leren van situaties.

Het doel van intervisie

• Het verhelderen van een knelpunt of situatie;
• Het ontdekken van handelingsalternatieven;
• Het op peil houden of verbeteren van het professionele     functioneren.

Beroepshouding

• Je staat open om meer te leren over je 'valkuil' en de manier waarop je het uitvoert
• Je wilt graag bijdragen aan de ontwikkeling van medestudenten
• Vertrouwelijkheid: wat er binnen de intervisiegroep besproken wordt, blijft onder elkaar.

Thema ter inbreng

- Kan/mag ik leerling zijn op mijn afdeling?

- Hoe ga ik om met .....

- Ik ben onzeker over .. 

- Feedback geven en ontvangen

- Bespreekbaar maken onzekerheid

Intervisie inbreng

• Vandaag ben je deelnemer in een intervisiegroep
• Deelnemers behandelen problemen die zich op de werkvloer voordoen
• Denk hierbij aan vakinhoudelijke, 'technische' kwesties
• Of aan problemen die met jouw persoonlijk functioneren te maken hebben. 

Open vraag

• Wie
• Wat
• Waar
• Wanneer
• Hoe

Gesloten vraag

• Vraag waar je alleen maar 'ja'of 'nee'op kunt antwoorden

Suggestieve vraag

• Vraag die een antwoord in een bepaalde richting uitlokt

Luisteren hoe doe je dat?

• Iemand aankijken
• Knikken met je hoofd
• Actieve en open houding
• Laten uitpraten
• Gepast reageren als iemand is uitgepraat 

Gesprekstechnieken

Spelregels

1. Zorg voor veiligheid en vertrouwelijkheid;
2. Ga respectvol met elkaar om;
3. Er is geen hiërarchie, iedereen is gelijk;
4. Iedereen volgt de gekozen methodiek;
5. Ondersteunen, niet overtuigen;
6. De begeleider doet niet inhoudelijk mee.

Rollen

• Voorzitter
• Notulist
• Casus inbrenger
• Tijdbewaker 

De incidentmethode

Stappen

• Bespreek met elkaar wie een casus heeft en kies de casus die het voor jullie intervisiegroep zinvol is. 
• Incident introduceren. 
• Incident in kaart brengen
• Probleem bepalen
• Probleemanalyse
• Individueel advies
• Afronden

Voorzitter

Introductie

• De inbrenger heeft de vraag, probleem zelf meegemaakt.
• Het probleem is actueel. De vraag is dus in het hier- en nu

Inbrenger vertelt het incident precies, kort en zakelijk, zonder de afloop te vertellen, dus tot het moment dat je ging handelen. 

Welke vragen roept dit bij je op?

Schrijf voor jezelf (muv de inbrenger) 3 vragen op, om meer inzicht te krijgen in het probleem

(Formuleer open vragen, wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc)

De andere groepsleden/deelnemers schrijven vragen op die ze willen stellen om meer inzicht te krijgen.

Rondje vragen stellen: open informatieve vragen.

Analyse 

• De inbrenger ziet toe en luistert, er mogen geen vragen meer worden gesteld aan de inbrenger
• De groep bespreekt met elkaar hoe zij de situatie zien, er wordt gediscussieerd over de vraag. (welke oorzaken heeft ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er, hoe is de rol van de probleem inbrenger, hoe zijn de omgevingsfactoren?)
• Probeer met de groep tot een paar kernproblemen te komen
• De factoren die een rol spelen worden geanalyseerd.
• De groepsleden formuleren de kern van het probleem

Bespreking/analyse van de situatie door de groepsleden.

De inbrenger luistert.

Oplossingen 

• Ieder groepslid/deelnemer schrijft voor zichzelf op:            'Wat zou ik doen en WAAROM?'

Groepsleden schrijven op wat zij zouden doen in de situatie

Oplossingen 

• Ieder groepslid leest haar advies voor, zonder dat er commentaar wordt geleverd door anderen!
• De inbrenger van het incident/probleem vertelt daarna hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat hij/zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen

Iedereen leest de eigen oplossing voor, geen commentaar, de inbrenger luistert. 

Inbrenger vertelt wat zijn/hij gedaan heeft of zich voorgenomen had om te gaan doen.

Discussie: reactie van de inbrenger op verschillende benaderingen en bespreken van de verschillende oplossingen.

Afronding 

• Vergelijken van de oplossingen. Alleen positieve feedback! niet oordelen, interpreteren of suggereren.
• Heeft de inbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
• Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers? 
• De inbrenger geeft aan hoe hij na alle oplossingen nu zou handelen rondom de werkvraag
• Andere vragen/opmerkingen?

Reflectie

Omschrijf in 1 woord wat je van deze intervisie meeneemt.