De tijd die nodig is om de gemiddelde voorraad één keer om te zetten in geld.
Stel: de omloopsnelheid in een jaar is 12.
Wat is de omzetduur in dagen?
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Omzetduur zonder omzetsnelheid
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht
Hele les.
Maak opdrachten 1 & 16 in hoofdstuk 5.
Geef door wanneer een vraag (te) moeilijk is, klassikaal bespreken.
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
P2 Les 4: Samenvatting
Kengetallen reken je uit om je prestaties te beoordelen.
De prestatie van voorraad kun je meten met omzetsnelheid en omzetduur.
De omzetsnelheid kun je berekenen op basis van stuks, inkoopwaarde of verkoopwaarde. Daarbij moet je de gemiddelde voorraad ook gebruiken in stuks, inkoopwaarde of verkoopwaarde.
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht vóór de volgende keer:
Kijk bij opdrachten in Teams.
Maak vragen 11 t/m 16 bij H5. (Goederenstroom en voorraadbeheer)