Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§7.3 efficiente reacties
Deze les leer je
Dat er 4 factoren zijn, die de snelheid van een reactie beïnvloeden.
soort stof
concentratie
verdelingsgraad
temperatuur
Dat een reactie endotherm of exotherm is
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deze les leer je
Dat er 4 factoren zijn, die de snelheid van een reactie beïnvloeden.
soort stof
concentratie
verdelingsgraad
temperatuur
Dat een reactie endotherm of exotherm is
Slide 1 - Tekstslide
endotherm
Een reactie of proces is endotherm als er warmte wordt opgenomen/ gebruikt wordt.
Deze voelt koud aan!
Slide 2 - Tekstslide
exotherm
Een reactie (of proces) is exotherm als er (energie) warmte vrijkomt.
voorbeeld: verbranden van hout.
voorbeeld fase overgang of oplossen in water
Slide 3 - Tekstslide
2 H
2
+ O
2
2 H2O
2 H
2
O
Endotherm
Exotherm
2 H
2
+ O
2
De beginstoffen hebben
minder
chemische energie dan de producten
De beginstoffen hebben
meer
chemische energie dan de producten
Hoeveelheid chemische energie in de stoffen
Slide 4 - Tekstslide
activeringsenergie
Papier reageert met zuurstof. Toch gebeurt dat (gelukkig) niet spontaan. Er is
actieveringsenergie
voor nodig
Slide 5 - Tekstslide
exotherm
, want de reactie producten hebben minder chemische energie.
Het verschil in energie komt vrij =
reactie warmte.
Activeringsenergie
is nodig om de reactie op gang te brengen.
Slide 6 - Tekstslide
endotherm
, want de reactie producten hebben meer chemische energie.
Het verschil in energie is erin gestopt
.
Activeringsenergie
is nodig om de reactie op gang te brengen
en op gang te houden.
(zonder energie stopt de reactie meteen)
Slide 7 - Tekstslide
Welke reacties verlopen
endotherm?
A
A en C
B
B en D
C
A en D
D
B en C
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de energie-diagrammen komt overeen met de verbranding van een moeilijk ontvlambare stof?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 9 - Quizvraag
Er zijn 4 factoren , die de snelheid van een reactie beïnvloeden.
soort stof
concentratie
verdelingsgraad
temperatuur
Slide 10 - Tekstslide
Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.
De reactie snelheid
= de hoeveelheid stof die per tijdseenheid ontstaat of verdwijnt.
Slide 11 - Tekstslide
Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.
Slide 12 - Tekstslide
Na hoeveel tijd is de reactie afgelopen?
A
2 minuten
B
8 minuten
C
15 minuten
D
dat is niet op te maken
Slide 13 - Quizvraag
soort stof
sommige reacties gaan sneller dan anderen.
roesten van je fiets
ijzer
+ zuurstof --> ijzeroxide
explosie van aardgas
methaan
+ zuurstof --> water + koolstofdioxide
Slide 14 - Tekstslide
botsende deeltjes model
Als stoffen met elkaar reageren, dan moeten ze tegen elkaar aan botsen. (ze moeten elkaar tegenkomen).
Effectieve botsing: er is een reactie.
Slide 15 - Tekstslide
concentratie
Bij een
hogere concentratie
is de kans op een effectieve botsing tussen deeltjes groter.
Hoe hoger de concentratie, hoe sneller de reactie verloopt.
Slide 16 - Tekstslide
verdelingsgraad
Hoe fijner de verdeling (poeder), des te
groter
is het
oppervlakte
.
Er kunnen meer deeltjes botsen
Slide 17 - Tekstslide
temperatuur
Hoe hoger de temperatuur, des te sneller bewegen de deeltjes.
Er zijn dan meer botsingen én de botsingen zijn vaker effectief.
Slide 18 - Tekstslide
A
proef 1
B
proef 2
C
proef 3
D
proef 4
Slide 19 - Quizvraag
Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.
Slide 20 - Tekstslide
.
Verklaar met het botsende deeltjes model uit, waarom de reactie snelheid in de loop van de reactie afneemt.
Slide 21 - Open vraag
De reactie snelheid wordt gemeten van de reactie tussen magnesium en zoutzuur.
Proef 1: Magnesium is in poedervorm.
Proef 2: Dezelfde hoeveelheid magnesium is in lintvorm.
Welke grafiek klopt?
A
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
§7.2 en 7.3 chemie
Juni 2022
- Les met
35 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H5.3 Reactiesnelheid
Mei 2023
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§5.1 Reactie snelheid
Mei 2021
- Les met
23 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H1.4 Snelheid van een reactie
Juni 2024
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H1.4 Snelheid van een reactie
Juni 2023
- Les met
23 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H1.4 Snelheid van een reactie
September 2022
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H1.4 Snelheid van een reactie
September 2024
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1.4 Snelheid van een reactie
Augustus 2022
- Les met
23 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4