herhaling avoir en être présent

flexles
avoir et être
over een paar minuutjes starten we met de quiz.....
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

flexles
avoir et être
over een paar minuutjes starten we met de quiz.....

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Typ alle vormen van être, start met:
je suis

Slide 3 - Open vraag

Typ alle vormen van avoir, start met:
j'ai

Slide 4 - Open vraag

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 5 - Quizvraag

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord? être of avoir?
Vous êtes

stopwatch
00:00
A
être
B
avoir

Slide 7 - Quizvraag

être of avoir?

Ils ont
A
être
B
avoir

Slide 8 - Quizvraag

vertaal: hij is

Slide 9 - Open vraag

vul in:
Julia ...... 13 ans
A
as
B
est
C
a
D
es

Slide 10 - Quizvraag

vul in:
Mes amis .......... 14 ans.
A
a
B
sont
C
as
D
ont

Slide 11 - Quizvraag

Matthias ........ un chien.
A
as
B
es
C
a
D
ont

Slide 12 - Quizvraag

vul in:
Mes parents ............ 2 enfants.
A
ont
B
est
C
a
D
avons

Slide 13 - Quizvraag

vertaal: ik heb

Slide 14 - Open vraag

vertaal: jij hebt

Slide 15 - Open vraag

vertaal: wij hebben

Slide 16 - Open vraag

vertaal: zij (mannelijk) hebben

Slide 17 - Open vraag

vertaal: jullie zijn

Slide 18 - Open vraag

vertaal: zij (vrouwelijk) zijn

Slide 19 - Open vraag

vertaal: ik ben

Slide 20 - Open vraag

vertaal: zij is

Slide 21 - Open vraag

Je connais les verbes avoir et être.
A
non
B
oui
C
un peu

Slide 22 - Quizvraag

zelf oefenen
verbuga.eu

aanvinken: être en avoir
tijd: présent / tegenwoordige tijd
makkelijk? Oefen dan de passé composé!


Slide 23 - Tekstslide

La fin!

Slide 24 - Tekstslide