Oefenrekentoets hfst 5

Even herhalen ..
                    rekenen hfst 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Even herhalen ..
                    rekenen hfst 5

Slide 1 - Tekstslide

Kees heeft een speciaalzaak voor kaas en noten. Een kilo kaas koopt hij in voor € 7,80. Hij verkoopt de kaas met een brutowinstopslag van 75%.

Bereken de verkoopprijs van een kilo kaas. (denk aan je berekening)

Slide 2 - Open vraag

Elma verkoopt bloembollen. De verkoopprijs van een bakje
bloembollen is € 4,94. Ze heeft de bakjes bloembollen ingekocht voor € 2,60.
Bereken hoeveel de brutowinstopslag is in procenten van de inkoopprijs.


Slide 3 - Open vraag

Elma verkoopt in een week 290 bakjes bloembollen. Ze rekent uit
dat de opbrengst daarvan € 1.432,60 is. Aan de groothandel heeft ze € 2,60 per bakje betaald. Ze verdient aan de verkoop € 678,60.
Kies het juiste getal of bedrag.

De afzet is.....
A
290 bakjes
B
€ 2,60
C
€ 678,69
D
€ 1.432,69

Slide 4 - Quizvraag

Elma verkoopt in een week 290 bakjes bloembollen. Ze rekent uit
dat de opbrengst daarvan € 1.432,60 is. Aan de groothandel heeft ze € 2,60 per bakje betaald. Ze verdient aan de verkoop € 678,60.
Kies het juiste getal of bedrag.

De inkoopprijs is.....
A
290 bakjes
B
€ 2,60
C
€ 678,69
D
€ 1.432,69

Slide 5 - Quizvraag

Elma verkoopt in een week 290 bakjes bloembollen. Ze rekent uit
dat de opbrengst daarvan € 1.432,60 is. Aan de groothandel heeft ze € 2,60 per bakje betaald. Ze verdient aan de verkoop € 678,60.
Kies het juiste getal of bedrag.

De omzet is.....
A
290 bakjes
B
€ 2,60
C
€ 678,69
D
€ 1.432,69

Slide 6 - Quizvraag

De verkoopprijs van een fiets is € 495 (exclusief btw).

Bereken de verkoopprijs inclusief 21% btw.

Slide 7 - Open vraag

Brutowinst
Wat is de juiste berekeningsformule?
A
Brutowinst = omzet - Inkoopwaarde
B
Brutowinst = omzet - bedrijfskosten
C
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten
D
Brutowinst = omzet - nettowinst

Slide 8 - Quizvraag

Jordy verkoopt op de markt 600 kg appels voor € 1,45 per kg en 240 kg peren voor € 1,95 per kg.
Het fruit heeft hij voor € 650 ingekocht bij de groothandel.
Voor de marktkraam betaalt hij € 45. zijn transportkosten zijn € 60 en aan verpakkingsmateriaal is hij € 20 kwijt.

Bereken de brutowinst (dit antwoord heb je nodig bij de volgende vraag. Schrijf de berekening ook op het kladblaadje)

Slide 9 - Open vraag

Jordy verkoopt op de markt 600 kg appels voor € 1,45 per kg en 240 kg peren voor € 1,95 per kg.
Het fruit heeft hij voor € 650 ingekocht bij de groothandel.
Voor de marktkraam betaalt hij € 45. zijn transportkosten zijn € 60 en aan verpakkingsmateriaal is hij
€ 20 kwijt.

Bereken de omzet (dit antwoord heb je nodig bij de volgende vraag. Schrijf de berekening ook op het kladblaadje)

Slide 10 - Open vraag

Jordy verkoopt op de markt 600 kg appels voor € 1,45 per kg en 240 kg peren voor € 1,95 per kg.
Het fruit heeft hij voor € 650 ingekocht bij de groothandel.
Voor de marktkraam betaalt hij € 45. zijn transportkosten zijn € 60 en aan verpakkingsmateriaal is hij € 20 kwijt.

Bereken de nettowinst

Slide 11 - Open vraag

In welke maand waren de bedrijfskosten het hoogst?
A
januari
B
februari
C
maart
D
april

Slide 12 - Quizvraag