5.4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H5 Licht

5.3 & 5.4

Lesplanning

Vorige les herhalen

Nieuwe uitleg 5.4

Aan de slag met 5.3 en 5.4

Construeren beeld

Teken een hoofdas van 10 cm en zet een positieve lens in het midden van deze as. 
Zet aan beide kanten van de lens het brandpunt. Dit is 2 cm vanaf de lens. 
Het voorwerp staat 4 cm voor de lens en is 2 cm lang. 

Construeer het beeld met minimaal 2 lijnen. 

Hoofdas van 10 cm met een positieve lens. Brandpunt (F) is 2 cm. Beide kanten. 

Voorwerpafstand is 4 cm is 2 cm lang. 

5.4 oog en bril

5.4.1 Je kunt zeven onderdelen van een oog in een tekening aanwijzen en benoemen.

5.4.2 Je kunt de functie toelichten van het netvlies, de oogzenuw, de iris en de pupil.

5.4.3 Je kunt beschrijven hoe je ogen een beeld vormen van de wereld om je heen.

5.4.4 Je kunt beschrijven hoe je ogen scherpstellen op voorwerpen dichtbij en in de verte.

5.4.5 Je kunt uitleggen wat bijziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.

5.4.6 Je kunt uitleggen wat verziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.

Lees 5.4 

Kopje: De bouw van je ogen. 

Hierover komen straks vragen!

Hoofdstuk 5.4 Het oog

Het oog

Belangrijk de lens!

Wat is de functie
van de lens

1. Regelt de hoeveelheid licht in je oog
2. Zorgt voor een scherp beeld op je netvlies
3. Beschermt het oog tegen stof
4. Zorgt voor de kleur van de ogen

Wat is de functie
van de pupil?

1. Regelt de hoeveelheid licht in je oog
2. Zorgt voor een scherp beeld op je netvlies
3. Beschermt het oog tegen stof
4. Zorgt voor de kleur van de ogen

Hoofdstuk 5.4 Oog en bril

Een positieve lens levert een omgekeerd beeld.

Via de oogzenuw en de hersenen wordt dat beeld weer rechtop weergegeven

De lens is "flexibel" en kan boller of platter worden.

Dit noemt men accomoderen 

Hiermee kan je het beeld scherp

op je netvlies krijgen

Hoofdstuk 5.4 oog en bril

hiermee kan je het beeld scherp op je netvlies krijgen.

Soms lukt dat niet en is er een hulpmiddel nodig:  EEN BRIL  (of CONTACTLENZEN)

Zo heb je verziend en bijziend. 

Iemand die bijziend is ziet:

1. Beelden van veraf scherp
2. Beelden van dichtbij scherp
3. Beelden van veraf en dichtbij niet scherp
4. Ziet helemaal niets

Iemand die verziend is ziet:

1. Beelden van veraf scherp
2. Beelden van dichtbij scherp
3. Beelden van veraf en dichtbij niet scherp
4. Ziet helemaal niets

Hoofdstuk 5.4 oog en bril

Soms lukt dat niet en is er een hulpmiddel nodig:  

EEN BRIL  (of CONTACTLENZEN)

Iemand die bijziend is heeft een te sterke 

lens. 
Breekt de lichtstralen te hard af. 

Oplossing: Negatieve lens!

H5.4 verziend

Iemand die verziend is ziet juist verweg goed, en dichtbij slecht. 
Zijn lens breekt de lichtstralen niet hard genoeg. 

Correctie positieve lens!

Aan de slag

Maken 5.3 opgaves: 
1, 2, 3, 4, 6, 7 & 9
In je werkboek fysiek: 2, 4c, 6a, 9

5.4: 

1, 3, 4, 5, 6 & 7