Hoofdstuk 4 Rekenen en Oefenvragen

Welkom
2 MH ||  2022-2023


Hoofdstuk 4



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
2 MH ||  2022-2023


Hoofdstuk 4



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Herhalen
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kostprijs per product

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De productiekosten voor het maken 
van 12 smoothies bedragen € 19,20.
Wat is de kostprijs per smoothie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Winst of verlies?
Winst: de opbrengst is meer dan de kosten te betalen.

Verlies: de kosten zijn meer dan de opbrengsten. 

Faillissement: Als een bedrijf lange tijd verlies lijdt en de schulden niet meer kan betalen, gaat het failliet.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merel heeft voor €265 aan snoep verkocht. De kosten waren €190. Wat is Merel haar winst?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Devie zijn bedrijf heeft deze maand winst gemaakt.
Wat waren zijn kosten ?

Opbrengst € 68.200
Winst          € 26.000

Slide 7 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit = productie : gewerkte tijd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf produceert 300.000 lampen per jaar. Het heeft 15 werknemers in dienst. Bereken de arbeidsproductiviteit per werknemer per maand

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf per bedrijf op of het een goederen of diensten produceert.
Kwekerij meneer kaktus
Reisbureau Atlantis
Scooterfabriek Vito

Slide 11 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Hester verkoopt op de markt gemiddeld 70 broodjes per dag in totaal geeft ze €84 uit aan de broodjes beleg en boter.
A) Wat is de kostprijs per product?
B) Hester verkoopt de broodjes voor €3,25, wat is de winst per broodje

Slide 12 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Er zijn 3 productiefactoren (Kapitaal, Arbeid, Natuur). Geef van alle 3 de productiefactoren een voorbeeld.

Slide 13 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Zwembad de Kolck verlaagt de entreeprijs met €0,50. Korte tijd later verlaagt de concurrentie ook de prijs. Leg uit waarom de concurrent ook de prijzen verlaagt

Slide 14 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Door technologische ontwikkelingen hebben auto's veel verbeteringen ondergaan. Geef 2 voorbeelden van technologische ontwikkeling bij auto's in de laatste 20 jaar

Slide 15 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Arbeidsproductiviteit zegt iets over
A) hoeveel een bedrijf produceert
B) hoeveel er binnen het bedrijf gemechaniseerd is
C) hoeveel mensen binnen het bedrijf werken
D) hoeveel een werknemer gemiddeld produceert

Slide 16 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
1) Afval dat apart wordt ingezameld is een voorbeeld van milieuschade
2) CO2 uitstoot veroorzaakt milieuschade
3) Door energiebesparing is er minder milieuschade
4) Zowel consumenten als producten kunnen milieuschade beperken

Slide 17 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Bedrijven kunnen duurzamer produceren door energie te gebruiken die niet kan opraken. Welke energiebronnen gebruikt hij dan?
A) Aardgas en aardolie B) Aardgas en zonne-energie
C) Aardolie en windenergie D) Wind- en zonne-energie

Slide 18 - Open vraag

Hoe bereken je dat ook alweer ?
Winst = opbrengst - totale kosten
Aan de slag
Maken bladzijde 124 en 125!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken bladzijde 124 en 125!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies