6. Aanwijzende voornaamwoorden

¡Buenos días!
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Buenos días!
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
  • Pronombres  demostrativos

  • ¡A practicar! 

  • Talendorp

  • Los deberes
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan

Slide 2 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
deze, die, dit, dat

Slide 3 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
   deze/dit = dichtbij
   die/dat = ver weg

In het Spaans passen de aanwijzende voornaamwoorden zich  aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze voor staan. 

Je hebt dus
mannelijke, vrouwelijke en meervoudsvormen

Slide 4 - Tekstslide

____ chico ahí se llama Pablo.
1. Welk woord staat achter het aanwijzend voornaamwoord? Chico
2. Is dat woord mannelijk of vrouwelijk? mannelijk (eindigt op een o)
3. Is dat woord enkelvoud of meervoud? enkelvoud (eindigt niet op een S)
4. Welke afstand zie je in de zin? ahí (daar)

Slide 5 - Tekstslide

Me gustan ____ faldas de ahí.
1. Welk woord staat achter het aanwijzend voornaamwoord? 
2. Is dat woord mannelijk of vrouwelijk?
3. Is dat woord enkelvoud of meervoud? 
4. Welke afstand zie je in de zin? 
esas

Slide 6 - Tekstslide

____ vestidos de aquí, ¿cuánto cuestan?
1. Welk woord staat achter het aanwijzend voornaamwoord? 
2. Is dat woord mannelijk of vrouwelijk?
3. Is dat woord enkelvoud of meervoud? 
4. Welke afstand zie je in de zin? 
estos

Slide 7 - Tekstslide


Zelfstandig werken

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Haz los ejercicios 5 y 6
en tu libro del alumno
en la página cincuenta y tres.
¡A practicar!

Slide 9 - Tekstslide

Las respuestas
Ejercicio 5
Esas mujeres están muy nerviosas.
Este alumno es un poco hablador.
Aquellos hombres tienen los ojos azules
Aquella señora es muy mayor.
Ejercicio 6
estas - aquellas
estos
esta
aquellas
ese

Slide 10 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
   deze/dit = dichtbij
   die/dat = ver weg

In het Spaans passen de aanwijzende voornaamwoorden zich  aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze voor staan. 

Je hebt dus
mannelijke, vrouwelijke en meervoudsvormen

Slide 11 - Tekstslide

_____ zapatos de ahí son bonitos.

Slide 12 - Open vraag

_____ vestido de aquí es bonito.

Slide 13 - Open vraag

_____ faldas de allí son rojas.

Slide 14 - Open vraag

¿Qué es _____ ahí?

Slide 15 - Open vraag

______ cinturón de ahí es marrón.

Slide 16 - Open vraag

______ sandalias de aquí son amarillas.

Slide 17 - Open vraag

______ camiseta de allí son amarillas.

Slide 18 - Open vraag

______ vaqueros de ahí son azules.

Slide 19 - Open vraag

Al klaar?
  • Oefen met ser, tener en llamarse via Verbuga.
                      OF
  • Oefen voor het talendorp
                      OF
  • Maak een samenvatting

Slide 20 - Tekstslide

Talendorp
domein leerjaar 1

Slide 21 - Tekstslide

La tienda de ropa
  • Je krijgt een opdracht in de winkel. 
      (zoals: koop zomerkleding, koop rode kleding etc.)
  • Je gaat een gesprek voeren met 1 Spaans docent. 
       Mevrouw Promper, mevrouw Losa of mevrouw Musters. 
  • Maak gebruik van de woordenschat (2.1 en 2.2).
  •  Denk aan een passende begroeting: Buenas tardes / Hola
  • Engels en Spaans + leerruimte. 
  • Het talendorp + SO vormt samen 1 cijfer wat 1x meetelt. 
      Het talendorp telt 1x en het SO 2x, het gemiddeld komt in magister.

    OEFENEN, hoe reageer je? 

Slide 22 - Tekstslide

¡Hola!

Slide 23 - Tekstslide

¡Buenas tardes!

Slide 24 - Tekstslide

Vertel dat je een rode rok zoekt. 

Slide 25 - Tekstslide

Busco una falda roja.  

Slide 26 - Tekstslide

Uitspraak:
LL = j 
H = spreek je niet uit 
V = B
U = oe 
A/E/O = korte klank 
IE = letters los van elkaar uitspreken 
J = G
CH = tsj
ca / co / cu = de c spreek je uit als een K
ce / ci = de c spreek je uit als een S

Slide 27 - Tekstslide

Vocabulario:
Buenas tardes = goedemiddag 
Gracias = dankjewel
Sí = ja 
No = nee 
Y = en 
Por favor = alsjeblieft 
No entiendo = ik begrijp het niet
Un momento por favor = een momentje
Hasta luego = tot ziens

Geef gerust in het Spaans aan dat je even een momentje nodig hebt. Dan krijg je extra bedenk tijd! 

Slide 28 - Tekstslide

Vertel dat je een T-shirt zoekt. 

Slide 29 - Tekstslide

¿De qué color?

Slide 30 - Tekstslide

Busco una camiseta roja, azul, marrón ...

Slide 31 - Tekstslide

¿Qué talla tienes?

Slide 32 - Tekstslide

Tengo la talla S.

       [esse]

Slide 33 - Tekstslide

¿Quieres probarla? 

Ja dat wil je wel, maar waar?

Slide 34 - Tekstslide

¿Dónde están los probadores?

Slide 35 - Tekstslide

Bedank de verkoper voor het aanwijzen.

Slide 36 - Tekstslide

¡GRACIAS!

Slide 37 - Tekstslide

Je komt de paskamer uit. De verkoper vraagt hoe de kleding zit. 

Slide 38 - Tekstslide

¡Me queda/n bien!

Vraag hoeveel het T-Shirt kost.

Slide 39 - Tekstslide

¿Cuánto cuesta (la camiseta)?

Slide 40 - Tekstslide

La camiseta cuesta veinte euros.  

Slide 41 - Tekstslide

Zeg dat je het T-Shirt neemt. 

Slide 42 - Tekstslide

    Llevo la camiseta. 

(la camiseta kan je door alle kledingstukken vervangen)

Slide 43 - Tekstslide

Pagar en efectivo,
por favor. 

Slide 44 - Tekstslide

Belangrijk:
  • Als je werkwoorden gebruikt is het belangrijk ze te vervoegen. 
    Buscar = zoeken
    Tener = hebben  

    Busco unos vaqueros.
    Ik zoek een spijkerbroek.

     Tengo la talla M [uitspraak: emme]
     Ik heb maat M.        

Slide 45 - Tekstslide

La ropa y los colores
Meervoudsvormen maken:
  • eindigt een woord op een klinker (a/e/o/u/i)? +S                > rojos, amarillos, negros
  • eindigt een woord op een medeklinker? +ES                        > marrones, azules, grises

Het bijvoeglijk naamwoord is in geslacht en getal altijd gelijk aan het zelfstandig naamwoord. 
  • De rode jurk   >    El vestido rojo           Het zelfstandig naamwoord jurk = mannelijk enkelvoud
  • De rode rok    >    La falda roja               Het zelfstandig naamwoord rok = vrouwelijk enkelvoud
  • De rode bril    >    Las gafas rojas          Het zelfstandig naamwoord bril = vrouwelijk meervoud. 

Let op woorden zoals: bril, spijkerbroek, schoenen gebruiken we vrijwel altijd in het meervoud. 
(je hebt twee brilglazen, twee broekspijpen, twee schoenen...)
geslacht wil zeggen of een woord mannelijk of vrouwelijk is. 
Een woord is mannelijk als het eindigt op o.
Een woord is vrouwelijk als het eindigt op a, ción, sión, dad, tad.
getal wil zeggen of een woord enkelvoud of meervoud is. 

Slide 46 - Tekstslide

Un ejemplo: 
Je bent op vakantie naar Mallorca,
je hebt dus badkleding, slippers en korte broeken in je tas. 

Wat blijkt: het is hartstikke slecht weer... 
Koop snel een trui en een spijkerbroek. 
Je lieverlingskleur is rood, dus zoekt een rode trui. 
Je hebt geen contant geld. 

Slide 47 - Tekstslide

Un ejemplo: 
Vendedor: ¡Hola!
: ...
Vendedor: Bueno, ¿de qué color?
: ...
Vendedor: ¿Qué talla tienes?
:
Vendedor: Aquí tiene, quieres probarlo?
:
Vendedor: ¿Qué tal el jersey? / ¿Te gusta el jersey?
Tú:  ...
Vendedor: El jersey cuesta quince euros. 
Tú: ...
Vendedor: Quieres pagar en efectivo o con tarjeta? 
Tú: ... 
Vendedor: ¡Hasta luego!

Slide 48 - Tekstslide

Vendedor: ¡Hola!
: ¡Buenas tardes! Busco un jersey y unos vaqueros.
Vendedor: Bueno, ¿de qué color?
: Busco un jersey rojo. 
Vendedor: ¿Qué talla tienes?
: Tengo la talla L.  
Vendedor: Aquí tiene, quieres probarlo?
: Sí, ¿dónde están los probadores?
Vendedor: ¿Qué tal el jersey? / ¿Te gusta el jersey?
Tú:  Me queda bien. ¿Cuánto cuesta?
Vendedor: El jersey cuesta quince euros. 
Tú: Perfecto, llevo el jersey.
Vendedor: Quieres pagar en efectivo o con tarjeta? 
Tú: Pagar con tarjecta por favor.
Vendedor: ¡Hasta luego!       Tú: ¡Hasta luego!

Slide 49 - Tekstslide

Es mayor, gordo y calvo. Es elegante. Lleva gafas modernas. 
Es alta, delgada y muy guapa. Tiene el pelo rubio y corto. 
Es delgada. Es algo mayor, morena con pelo largo.  Es muy elegante
Es joven y dinámico. Tiene el pelo largo y moreno. Lleva barba y bigote. 

Slide 50 - Sleepvraag

Los deberes

Talendorp voorbereiden


martes, el catorce de junio

Slide 51 - Tekstslide