2) Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:
De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is
Slide 4 - Quizvraag
3 )Waarom was de NSDAP zo populair in 1929? Door:
A
Werkloosheid crisis
B
Mensen kregen geld als je bij de partij ging
C
Slimme propaganda
D
Militarisme
Slide 5 - Quizvraag
4) Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme
A
Rassenleer
B
Nationalisme
C
Eén autoritaire leider
D
Democratie
Slide 6 - Quizvraag
5) Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen
D
Het idee dat de duitsers recht hadden op meer gebied.
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoelen deze les
1. Je kan uitleggen hoe de Duitse samenleving werd genazificeerd.
Slide 8 - Tekstslide
De beloftes van Hitler (politiek)
Vooral arbeiders vonden die geluiden aantrekkelijk, want een sterk leider zou hen uit de crisis helpen en een beter leven bieden. Door de herstelbetalingen kregen de democraten de schuld van de slechte omstandigheden in de jaren '30. Zo werd het klimaat geschapen waarin een machtsovername van de nationaalsocialisten mogelijk werd. De NSDAP was ultrarechts en antisemitisch (anti-joods), en groeide onder leiding van Hitler uit tot een massapartij. Hier gebruikte Hitler grootscheepse propaganda en militair machtsvertoon.
Slide 9 - Tekstslide
leerdoel
Je kan uitleggen hoe De Duitse samenleving werd genazificeerd.
Nazificatie: Het organiseren van de samenleving volgens de ideologie van het nationaal-socialisme
Door:
Terreur en onderdrukking
Censuur van kunst en media
Grootschalige propaganda dmv nieuwe communciatiemiddelen.
(toelichting volgende sheets)
Slide 11 - Tekstslide
1) Terreur en onderdrukking
Terreur: georganiseerd politiek geweld
Propaganda
Voorbeelden van terreur en onderdrukking.
1933 oprichting GeStaPo
1933 Opening concentratiekamp Dachau. Politieke tegenstanders (en anderen die niet pasten bij de nazi ideologie) werden opgesloten in concentratiekampen.
1934 Nacht van de lange messen
Slide 12 - Tekstslide
Vier omschrijvingen van nazi-organisaties in Duitsland:
Geef per omschrijving aan welke naam daarbij hoort.
Let op! Er blijft één naam over.
Vijf namen van nazi-organisaties in Duitsland:
een jeugdorganisatie om meisjes voor te bereiden op hun taak in de
maatschappij
een organisatie, oorspronkelijk de persoonlijke lijfwacht van Hitler, die onder andere concentratie- en vernietigingskampen bewaakte
een door Hitler opgerichte knokploeg om partijvergaderingen van de
NSDAP te beschermen
een organisatie die bekend staat als de geheime politie in
nazi-Duitsland
SS
Gestapo
Hitlerjugend
SA
Bund Deutscher Mädel
Slide 13 - Sleepvraag
2. Censuur van kunst en media
Censuur: toezicht van een overheid of kerk op voor publicatie bestemde teksten, films, voorstellingen enz., met de mogelijkheid om die te verbieden of er delen uit te schrappen
Voorbeeld
Boekverbranding
Invoering Rijkscultuurkamer
Slide 14 - Tekstslide
3. Propaganda
Propaganda: alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor bepaalde (politieke) ideeën:
Veel gebruik van moderne communicatiemiddelen.
Hitler bracht niet alleen zalen en stadions vol aanhangers in vervoering maar was ook te horen op bioscoopjournaals en radio.
Tegenstanders werden met de grofste middelen zwartgemaakt.
De eigen ideeën werd verheerlijkt.
Slide 15 - Tekstslide
Lidmaatschapsboekje
Georg Herting was beeldend kunstenaar.
Zonder dit bewijs geen verkoop of productie vaN ZIJN WERK mogelijk
Dit gold voor:
theater, film, de media, muziek, radio, literatuur en beeldende kunst.
Volksgemeinschaft : en 'raszuiver', klasseloos en tot een sociale en politieke eenheid gesmeed volk.
Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
1935 Neurenberger rassenwetten
Later: vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.
Slide 17 - Tekstslide
Rassenleer
Slide 18 - Tekstslide
Succesvol
Economisch herstel
Daling van de werkloosheid van 6 miljoen in 1933 naar 1 miljoen in 1936
Door:
De werelwijde economie die aantrok (los van Hitler)
Snelle herbewapening van Duitsland.
Militaire dienstplicht
Propaganda dat de gewone man het goed had.
Slide 19 - Tekstslide
Geef een antwoord op het leerdoel: Je kan uitleggen hoe de Duitse samenleving werd genazificeerd.
Slide 20 - Open vraag
Samenvatting
Direct na hun aantreden begonnen de nazi's met de opbouw van een totalitair regime. Met terreur en propagandanazificeerden zij de samenleving. Tot de eerste slachtoffers behoorden politieke tegenstanders, gevolgd door degenen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden. Doordat het regime snel economisch herstel leek te realiseren kreeg het lang steun van grote delen van de bevolking.
Slide 21 - Tekstslide
Nazi organisaties
Slide 22 - Tekstslide
Totalitaire samenleving
Individu onbelangrijk
Indoctrinatie
Gelijkschakeling
Slide 23 - Tekstslide
Nazi-organisaties
SA (Sturm Abteilung)
SS (Schütz Staffel)
GeStaPo Geheime Staats Polizei
Hitlerjugend
BDM (Bund Deutsche Madel)
Slide 24 - Tekstslide
SA (SturmAbteilung)
Knokploeg NSDAP vanaf 1921.
Bruinhemden
Intimideerden tegenstanders
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Open vraag
SS
SchutzStaffel (beschermings staf)
In het begin lijfwachten
Iater vooral verantwoordelijk voor Jodenvernietiging
zwarthemden
Daarnaast : Waffen-SS : eliteleger
Slide 27 - Tekstslide
GESTAPO
GEHEIME STAATSPOLITIE vanaf 1933
De gestapo was de Duitse staatspolitie, die richtte zichop onder meer het uitschakelen van tegenstanders van de nazi-dictatuur.
Slide 28 - Tekstslide
Indoctrinatie
= eenzijdige boodschap geven en zo manipuleren hoe iemand over iets denkt
''nazi-ideeen zijn de enige juiste''
Hitlerjugend en BDM voeden kinderen op tot ''onverschrokken, gewetenloos en willoos kanonnenvlees''
Slide 29 - Tekstslide
Hitlerjugend
verplicht vanaf 1933
Slide 30 - Tekstslide
Bund Deutsche Mädel
Het doel was om de meisjes te leren een goede en zorgzame vrouw te zijn voor hun man én voor het Duitse volk.
Met sport en spel werden ze voorbereid op deze taken.
Taken: goede vrouw zijn en kinderen krijgen
Slide 31 - Tekstslide
1) Wie kregen de schuld van de Rijksdagbrand?
A
De Joden
B
De democraten
C
De nazi's
D
De communisten
Slide 32 - Quizvraag
2) Waar was de Rijksdagbrand?
A
Parlementsgebouw in München
B
Haven in Hamburg
C
Parlementsgebouw in Berlijn
D
Haven in Keulen
Slide 33 - Quizvraag
3 )Wat hield de machtigingswet ook al weer in?
A
Uitschakeling van alle fascisten.
B
Een vorm van herstelbetalingen
C
Wet waardoor Hitler dictator kon worden.
D
Uitschakeling van de Duitse parlement en grondwet.
Slide 34 - Quizvraag
4) Hitler: "De volgende groepen maken het Duitse volk zwak: joden, Jehova's getuigen, homoseksuelen, Sinti en Roma" Dit past het best bij ...
A
Propaganda
B
Volksgemeinschaft
C
Antisemitisme
D
Holocaust
Slide 35 - Quizvraag
5) Welk doel had de Gestapo in nazi-Duitsland?
A
de bijeenkomsten van de NSDAP met geweld beschermen
B
de concentratiekampen leiden
C
de jeugd tot nationaal-socialisten opvoeden
D
de tegenstanders van Hitler vervolgen
Slide 36 - Quizvraag
6) Geef een omschrijving van het begrip: NAZIFICERING (NAZIFICATIE).
Slide 37 - Open vraag
Vier omschrijvingen van nazi-organisaties in Duitsland:
7) Geef per omschrijving aan welke naam daarbij hoort.
Let op! Er blijft één naam over.
Vijf namen van nazi-organisaties in Duitsland:
een jeugdorganisatie om meisjes voor te bereiden op hun taak in de
maatschappij
een organisatie, oorspronkelijk de persoonlijke lijfwacht van Hitler, die onder andere concentratie- en vernietigingskampen bewaakte
een door Hitler opgerichte knokploeg om partijvergaderingen van de
NSDAP te beschermen
een organisatie die bekend staat als de geheime politie in
nazi-Duitsland
SS
Gestapo
Hitlerjugend
SA
Bund Deutscher Mädel
Slide 38 - Sleepvraag
Welk doel had de Gestapo in nazi-Duitsland?
A
de bijeenkomsten van de NSDAP met geweld beschermen
B
de concentratiekampen leiden
C
de jeugd tot nationaal-socialisten opvoeden
D
de tegenstanders van Hitler vervolgen
Slide 39 - Quizvraag
Bij deze bron passen twee uitspraken: 1 Jordaan schrijft deze tekst bij een prent met als titel Gelijkgeschakeld, wat overeenkomt met het begrip 'nazificeren'. 2 Met dit fragment kun je 'de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen' laten zien. Ondersteun elke uitspraak met een verwijzing naar de bron.