De onderstaande tijden (en uit je boek) goed bestuderen en leren!
ik lees, jij werkt = onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik las, jij werkte = onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik heb gelezen, jij hebt gewerkt = voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik had gelezen, jij had gewerkt = voltooid verleden tijd (vvt)