H3a - Lezen | H3 (vervolg)

Mededelingen
  • Materiaal- en huiswerkcontrole. Leg even
    je spullen op tafel, je schrift graag open op
     je huiswerk.
  • Tijdens de controle ga je even lezen en is het
      stil.
  • Eerste waarschuwing wordt genoteerd.
  • Tweede waarschuwing: nakomen vrijdag
      van 16.00u tot 17.00u in 503.
        Niet aanwezig = spijbelen.
  • Mocht ik je moeten verwijderen uit de les, dan
haal je de gemiste lestijd in op vrijdagmiddag.
  • Huiswerk niet maken krijgt vanaf heden gevolgen:
 je blijft na de les zitten om het huiswerk voor de
volgende les te maken. Geen hw, dan lezen.
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
    Stoplicht: wel of geen vragen stellen.
    Symbolen: gewenste werkhouding.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Iets willen zeggen = vinger opsteken.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Mededelingen
  • Materiaal- en huiswerkcontrole. Leg even
    je spullen op tafel, je schrift graag open op
     je huiswerk.
  • Tijdens de controle ga je even lezen en is het
      stil.
  • Eerste waarschuwing wordt genoteerd.
  • Tweede waarschuwing: nakomen vrijdag
      van 16.00u tot 17.00u in 503.
        Niet aanwezig = spijbelen.
  • Mocht ik je moeten verwijderen uit de les, dan
haal je de gemiste lestijd in op vrijdagmiddag.
  • Huiswerk niet maken krijgt vanaf heden gevolgen:
 je blijft na de les zitten om het huiswerk voor de
volgende les te maken. Geen hw, dan lezen.
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
    Stoplicht: wel of geen vragen stellen.
    Symbolen: gewenste werkhouding.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Iets willen zeggen = vinger opsteken.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
  • Jas op de kapstok, telefoon in de telefoontas, spullen op tafel.
  • Neem plaats en ga lezen uit je leesboek.
  • Tijdens het lezen doe ik de materiaal- en huiswerkcontrole. 



Slide 2 - Tekstslide

Vandaag op het programma
  • Ik mis nog van Mika en Koen een op som ingeleverde fictieopdracht. Vandaag alsnog.
  • We gaan verder met hoofdstuk 3 van lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
Huiswerk: opdrachten 2 en 3, blz. 74.

Opdracht 2:
1 (S) Ik ben voor de maatschappelijke dienstplicht, (A1) want jongeren moeten discipline leren. (A2) Ook moeten ze leren dingen te doen voor een ander in plaats van voor zichzelf. – schema D

2 (A1) De kans om met de opleiding tot artiest een baan te krijgen, is klein. (S) Daarom kun je er maar beter mee stoppen. (A2) Werkgevers zitten echt niet te wachten op gediplomeerde clowns of goochelaars. – schema A

3 (S) Liggend naar een live concert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. (A1) Je bent meer ontspannen en (A2) met je ogen dicht kun je beter luisteren, (A3) want je wordt nergens door afgeleid. – schema C

4 (A1) Met zwemmen train je elke spier in je lijf. (A2) Bovendien belast je je eigen gewicht niet, (A3) want je drijft. (S) Daarom is zwemmen de beste work-out voor je lichaam. – schema C

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
5 (S) Ik wil dit jaar in de zomer graag weer naar Frankrijk, (A1) want het is een geweldig vakantieland. (A2) Het is er altijd mooi weer en (A3) de natuur is er werkelijk prachtig. – schema B

6 (S) Een (verplicht) energielabel voor reizen en vliegtickets is een goed idee, (A1) want dan wordt er vast minder gevlogen. (A2) Reizigers weten dan namelijk hoeveel milieuonvriendelijke stoffen vliegtuigen uitstoten. – schema A

Slide 5 - Tekstslide

Lezen
Opdracht 3.

  • Wat is het onderwerp van de tekst?
  • Oriënterend lezen
  • De Duitse taal als schoolvak, Duits leren spreken.

  • Plaats zinnen a t/m j in de vakjes van het argumentatieschema.
  • Precies lezen

Slide 6 - Tekstslide

Lezen

Slide 7 - Tekstslide

Lezen
  • Noteer de feitelijke argumenten van vraag 3.
e Duits is een relatief makkelijke taal voor ons.
f Duitsland is echt een filmland.
g Duitsland is een belangrijk vakantieland.
i Trips naar Duitse steden zijn zeer populair.
j We doen veel zaken met Duitse bedrijven.
k We gaan allemaal naar de kerstmarkten daar.


  • Welke argumenten geeft Brandsma voor haar mening dat Duits een prachtige taal is?
  • (1) Er zit veel nuance in. (2) Het kan echt heel mooi klinken.

  • Zijn dat feitelijke of waarderende argumenten? Licht toe!
  • Dit zijn waarderende argumenten: het is niet objectief vast te stellen dat het genuanceerd is of mooi klinkt. Dit verschilt per persoon.

Slide 8 - Tekstslide

Lezen
  • Al. 6: Waarom is Brandsma niet bang fouten te maken met naamvallen?
  • Omdat Duitsers dit zelf ook regelmatig doen.

  • Waarom vinden Duitsers het volgens Brandsma belangrijk dat wij hun taal spreken? Geef twee argumenten.
  •  (1) Ze hechten erg aan etiquette en beleefdheden.
  • (2) Ze spreken zelf hun talen niet zo goed.

  • Zijn dit feitelijke of waarderende argumenten?
  • Feitelijke argumenten, want we kunnen vaststellen of Duitsers andere talen goed beheersen en ook echt waarde hechten aan etiquette en beleefdheden.

Slide 9 - Tekstslide

Lezen
  • Welk van deze twee argumenten wordt ondersteund door andere argumenten?
  • Het tweede argument: ze spreken zelf hun talen niet zo goed. 

  • Welke argumenten zijn dit?
  • (1) Ze hebben het lang niet goed geleerd op school.
  • (2) Op televisie wordt alles nagesynchroniseerd.

  • Wat bedoelt Brandsma met de zin '.. en bovendien [..] nagesynchroniseerd.' in al. 7?
  • Daarmee bedoelt zij dat buitenlandse tv-programma's in het Duits worden ingesproken.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen
  • Het schema op basis van alinea 8.

Slide 11 - Tekstslide

Lezen
  • Je gaat stil en zelfstandig aan de slag met opdracht 5. Sla vragen 2 en 3 over.

Doe het volgende:
  • Haal je antwoorden zo precies mogelijk uit de tekst zelf.
  • Schrijf je antwoorden in volledige zinnen op.

Klaar? Ga de begrippen leren of ga even lezen.

Slide 12 - Tekstslide

Lezen

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • We hebben alles behandeld voor de toetsweek.
  • Huiswerk: opdracht 5 afmaken en evt. nog je fictieopdracht uploaden in som. Je leert vooral de begrippen voor vrijdag.
  • Als je vragen hebt over de stof of extra uitleg wil, mail mij of kom naar een SWT.

Tot vrijdag!



Slide 14 - Tekstslide