Komma, dubbele punt en aanhalingsteken
Directe rede = iemands woorden letterlijk en direct weergeven (citaat). Het citaat staat tussen aanhalingstekens. Er moet ook vaak een dubbele punt en/of komma bij. De leesteken-regels zijn erg precies!
A. Nienke zei: 'Peter gaat zaterdag mee naar de film.'
B. 'Peter gaat zaterdag mee naar de film', zei Nienke.
C. 'Peter', zei Nienke, 'gaat zaterdag mee naar de film.'
Indirecte rede = weergeven wat iemands woorden waren, niet direct.
A. Nienke zei dat Peter zaterdag mee naar de film gaat.