TaalCompleet B1 thema 6 herhaling

TaalCompleet B1 thema 6 herhaling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TaalCompleet B1 thema 6 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Welke reactie past het beste?

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb vandaag rijexamen gedaan. Helaas ben ik gezakt.
A
Wat een opluchting!
B
Volgende keer beter!

Slide 3 - Quizvraag

Ik dacht dat ik mijn portemonnee verloren had. maar gelukkig vond ik hem terug.
Hij lag thuis onder de bank!
A
Dat is een pak van mijn hart!
B
Daar baal ik van!

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben in een keer geslaagd voor mijn inburgeringsexamen!
A
Geweldig!
B
Volgende keer beter!

Slide 5 - Quizvraag

Welk verbindingswoord past het beste in de zin?

Slide 6 - Tekstslide

In de toekomst wil ik graag werken als docent in het basisonderwijs. ........... moet ik eerst een opleiding volgen.
A
daardoor
B
hiervoor
C
bovendien
D
daarentegen

Slide 7 - Quizvraag

Anna is al drie weken ziek. ............. heeft ze niet kunnen studeren voor haar examens.
A
inmiddels
B
daardoor
C
hoewel
D
echter

Slide 8 - Quizvraag

Peter heeft heel hard gestudeerd voor zijn examens. ........... heeft hij het niet gehaald.
A
daarom
B
daardoor
C
toch
D
maar

Slide 9 - Quizvraag

Mijn broer is in een keer geslaagd voor zijn rijexamen. Mijn zus .......... heeft na drie examens haar rijbewijs nog steeds niet gehaald.
A
daardoor
B
daarentegen
C
toch
D
bovendien

Slide 10 - Quizvraag

Geef antwoord op de vragen.
Maak een hele zin.
Gebruik het woordje 'er'

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel paar schoenen heb jij?

Slide 12 - Open vraag

Wat doe je in de sportschool?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel broers en zussen heb je?

Slide 14 - Open vraag

Wat leer je op school?

Slide 15 - Open vraag

Maak samengestelde woorden

Slide 16 - Tekstslide

+

Slide 17 - Open vraag

+

Slide 18 - Open vraag

vul in: die/dat

Slide 19 - Tekstslide

Cursisten ....... hun huiswerk maken leren sneller.
A
dat
B
die

Slide 20 - Quizvraag

Door de problemen ....... Ahmed heeft met zijn buren wil hij het liefst verhuizen.
A
dat
B
die

Slide 21 - Quizvraag

Het verkeer wordt steeds drukker en er zijn regelmatig files. ........... is een probleem voor mensen die op tijd op hun werk willen komen.
A
dat
B
die

Slide 22 - Quizvraag

Nederlands eten steeds vaker buiten de deur. ...... komt doordat ze meer geld te besteden hebben dan vroeger.
A
dat
B
die

Slide 23 - Quizvraag

We hebben onze regenlaarzen op Marktplaats verkocht. ...... werden hier niet meer gebruikt.
A
dat
B
die

Slide 24 - Quizvraag

Zie je onze oud-collega Henk nog weleens?
- Ja, ..... werkt nu bij een bedrijf bij mij in de buurt.
A
dat
B
die

Slide 25 - Quizvraag

Veel tieners ergeren zich aan hun ouders, .......... vinden ze maar stom en ouderwets.
A
dat
B
die

Slide 26 - Quizvraag

Kies het juiste voorzetsel bij de werkwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Maak een 'husselwoord'
Jullie krijgen van mij een paragraaf waarvan je een woord uitkiest.
Hier maak je een husselwoord van
Die hangen we op en dan gaan jullie de woorden 'oplossen'

Slide 28 - Tekstslide

mletaijk

Slide 29 - Tekstslide