104 Goederenopslag

Goederenopslag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenopslag

Slide 1 - Tekstslide

Goederenopslag
Voordat de goederen in het magazijn worden opgeslagen moeten eerst de volgende dingen geregeld zijn:
  • Sorteren
  • Ompakken
  • Stapelen 
  • Stabiliseren
  • labelen
  • codering aanbrengen

Slide 2 - Tekstslide

Sorteren
Sorteren is het soort bij soort zetten van de artikelen/goederen

Voordat je de goederen in het magazijn gaat plaatsen zet je alle goederen apart

Slide 3 - Tekstslide

Ompakken
Soms is het nodig dat goederen een andere verpakking krijgen. We noemen dit het ompakken van goederen. 

Slide 4 - Tekstslide

Stapelen van goederen
Om goed met de ruimte om te gaan is het belangrijk dat de goederen goed gestapeld worden. Om te voorkomen dat dozen omvallen moeten ze in verband gestapeld of in folie gewikkeld worden. We noemen dit stabiliseren van eenheden.

Slide 5 - Tekstslide

Rek- en krimpfolie
Er zijn 2 manieren van stabiliseren van pallets met folie:

Rekfolie 
Krimpfolie

Slide 6 - Tekstslide

Labelen
Goederen moeten goed gelabeld zijn zodat we kunnen lezen om welk artikel het gaat. Op een etiket kan ook nog (veel) meer informatie staan.

Slide 7 - Tekstslide

Barcodes/QR codes
Om productinformatie digitaal te kunnen verwerken maken we gebruik van barcodes of QR-codes

Slide 8 - Tekstslide

Opslaglocaties
Je kunt goederen opslaan:

  • Op pallets
  • Op een vlonder
  • Op de vloer
  • In een stelling

Slide 9 - Tekstslide

Locatiecodes
Om goederen weer terug te kunnen vinden maken we gebruik van locatie codes. Deze codes staan ook op de verzamellijst als je goederen moet gaan verzamelen.

Slide 10 - Tekstslide

Artikeleigenschappen
Niet alle goederen zijn hetzelfde.
Je hebt verschillen in:
  • Afmeting
  • Gewicht
  • Vorm
  • Aantal

Slide 11 - Tekstslide

Omzetsnelheid
De omzetsnelheid is een getal wat aangeeft hoe snel de goederen verkocht worden. Dus hoe snel de voorraad weer uitverkocht is en weer aangevuld moet worden.
Sommige artikelen noemen we fastmovers (snellopers) andere artikelen zijn slowmovers (langzaamlopers)

Slide 12 - Tekstslide

FIFO en LIFO
FIFO betekent: first in first out
De goederen die het eerst binnen komen moeten er ook weer als eerste uit. Dit is voor artikelen met een houdbaarheidsdatum.

LIFO betekent: last in first out
Dit is voor artikelen die niet bederven.

Slide 13 - Tekstslide

Bulkgoederen
Bulkgoederen zijn goederen die in grote hoeveelheden worden opgeslagen. Deze goederen kunnen in silo's of tanks worden opgeslagen maar ook losgestort.

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende soorten stoffen
Je hebt 3 soorten stoffen:

Vaste stoffen (los gestort of in Silo's)
Vloeibare stoffen (in IBC's of in jarrycans)
Gasvormige stoffen (In gasflessen of gastanks)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide