1.5 Concentratie, diffusie en osmose

§1.5 Transport door membranen
Reflectie / Voorkennisvragen:
1. Wat is de taak van het celmembraan?
2. Uit welke bestandsdelen bestaat het celmembraan?
3. Welke organellen hebben een membraan?
4. Hoe kan een cel voedingsstoffen opnemen uit de omgeving?
5. Zet de volgende stoffen in een rijtje van groot naar klein:
- Zetmeel
- Glucose
- Water
- Eiwit
- Calcium 
- Koolstofdioxide 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

§1.5 Transport door membranen
Reflectie / Voorkennisvragen:
1. Wat is de taak van het celmembraan?
2. Uit welke bestandsdelen bestaat het celmembraan?
3. Welke organellen hebben een membraan?
4. Hoe kan een cel voedingsstoffen opnemen uit de omgeving?
5. Zet de volgende stoffen in een rijtje van groot naar klein:
- Zetmeel
- Glucose
- Water
- Eiwit
- Calcium 
- Koolstofdioxide 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het begrip concentratie uitleggen en de concentratie van oplossingen berekenen

Je kunt het begrip diffusie uitleggen en het belang van dit concept uitleggen in de biologie

Slide 2 - Tekstslide

Lezen: Kopje 'Concentratie' blz. 38
1.  Welke stoffen kunnen membranen ongehinderd passeren?
2. Wat betekent het begrip concentratie in de biologie?
3. Hoeveel gram keukenzout bevat 1 liter van 1,5% keukenzoutoplossing?

Maken opdracht 43 en 44
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Diffusie
  • Het proces waarbij een stof zich verplaatst van een hoge concentratie naar een lage concentratie. 
  • Dit gaat automatisch doordat moleculen bewegen en willekeurig met elkaar botsen. 
  • Na enige tijd ontstaat altijd een homogeen mengsel, waarbij de moleculen evenredig zijn verdeeld over de ruimte

Slide 4 - Tekstslide

Diffusie
Diffusie gaat automatisch
Het kost de cel geen energie
Diffusie is een voorbeeld van passief transport

Slide 5 - Tekstslide

Diffusie in context weefsels

Slide 6 - Tekstslide

Diffusie in context ademhaling

Slide 7 - Tekstslide

Diffusiesnelheid
Afhankelijk van:
  • Concentratieverschil (hoe groter, hoe sneller)
  • Temperatuur (Hoe warmer, hoe sneller)
  • Diffusie afstand (Hoe kleiner, hoe sneller)
  • Diffusiecoëfficient van de stof (Ligt aan molecuulgrootte)
  • Diffusieoppervlakte (Hoe groter, hoe sneller)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Reflectie diffusie
Reflectievragen:
1. Van waar naar waar verplaatst een stof zich bij diffusie?
2. Noem 2 factoren waar de diffusiesnelheid van afhankelijk is
3. Noem een voorbeeld van waar diffusie plaatsvindt in het lichaam. 
4. Welke stof kan via diffusie door een celmembraan heen?  

Slide 10 - Tekstslide

Lage osmotische waarde
Hoge osmotische waarde

Slide 11 - Tekstslide

Osmose

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag 
Maak opdracht 43, 44, 46 en 47 51 en 52

Slide 14 - Tekstslide

Reflectie les 1
1. Van waar naar waar verplaatst een stof zich bij diffusie?
2. Welke stoffen kunnen door een celmembraan heen diffunderen?
3. Wat bepaald de osmotische waarde van een oplossing?
4.  Vul de zin verder in:
Bij osmose verplaatst water zich over een ..... membraan van een plek met een .... osmotische waarde naar een oplossing met een .... osmotische waarde.
5. We vergelijken de osmotische waarde van twee oplossingen. In één oplossing zit 1 gram zout (NaCl) opgelost in 999 ml water. In de andere zit 1 gram suiker (C6H12O6) opgelost in 999 ml water. 
A. De oplossing met zout heeft een hogere osmotische waarde
B. Beide oplossingen hebben een even hoge osmotische waarde
C. de oplossing met suiker heeft een hogere osmotische waarde. 

timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Osmose bij planten.

Slide 16 - Tekstslide

osmose dierlijke cel

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is het verschil tussen osmose en diffusie?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Osmose bij planten.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Open vraag

25)
(maximumscore 2) Uit het antwoord moet blijken dat:
• de osmotische waarde van gedestilleerd water (te) laag is 1
• (waardoor door osmose) bloedcellen te veel water opnemen / knappen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Practicum Waterpest Microscopie
Tekening 1 (400x):
Teken een enkele cel van de waterpest
Benoem:
- Celwand
- Celmembraan
- Vacuole
-  (Celkern)
- Bladgroenkorrel
Tekening 2:
Teken 3-4 cellen in weefselverband (Naast elkaar) (100x)
Benoem:
- Celwand

Extra opdracht: 
Beantwoord de volgende vragen:
1. Waar haalt dit plantje zijn koolstofdioxide vandaan?
2. Via welk proces vindt dit plaats?
3. Wat verwacht je te zien als je een druppel zoutoplossing zou toedienen aan je preparaat?

Slide 26 - Tekstslide