Het Betoog V5

Wat weet je van de opbouw van het betoog? Noteer alles!
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je van de opbouw van het betoog? Noteer alles!

Slide 1 - Woordweb

Welk tekstdoel heeft een betoog?

Slide 2 - Woordweb

Ga je bij een betoor uit van een
A
stelling
B
vraagstelling

Slide 3 - Quizvraag

'Het verbod op vuurwerk'
Maak hier een motiverende titel van.

Slide 4 - Open vraag

'AUW! M'n vinger ligt eraf!'
Bedenk een informerende ondertitel

Slide 5 - Open vraag

Laptops en ipads op school
Je schrijft een betoog
Je gebruikt een argumentatiestructuur.

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan de stelling zijn?

Slide 7 - Open vraag

Twee argumenten voor de stelling.

Slide 8 - Open vraag

Een tegenargument op het voorargument

Slide 9 - Open vraag

Waarom neem je een tegenargument op in je betoog?

Slide 10 - Open vraag

A U B methode :

  • Argument / kernzin
  • Uitleg
  • Bijvoorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Is de volgende alinea opgebouwd volgens de AUB-methode?

Slide 12 - Tekstslide


  • Vuurwerk zou verboden moeten worden omdat dit veel slachtoffers scheelt tijdens de jaarwisseling.
  • Door het verkeerd afsteken van, en stunten met vuurwerk raken jaarlijks honderden mensen gewond.
  • Zo belandden er in 2019 tijdens oud en nieuw alleen in Utrecht al honderdvijftig jongeren op de eerste hulp, omdat op een groot feest een meganitraat was afgestoken.

Slide 13 - Tekstslide

Is de volgende alinea opgebouwd volgens de AUB-methode?

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer de examens verspreid worden over een langere periode, zullen de examenleerlingen minder stress ervaren en meer gefocust zijn. 
Dit komt doordat ze leerlingen minder vakken hebben in een langere tijdsperiode. Ze kunnen zich nu op een klein aantal vakken per keer focussen in plaats van alle vakken in een keer. Hierdoor heb je dus als examenleerling een minder drukke planning. 
Stel dat je eerst zeven examens zou moeten doen in een periode van een week, kan je ze nu verdelen over twee periodes. Zelf ben ik goed in Engels en geschiedenis, dus zou ik er voor kiezen om deze twee vakken in de eerste periode af te sluiten. Zo heb ik meer tijd om te besteden aan de vakken die ik lastig vind.

Slide 15 - Tekstslide

Voor de toets Schrijven: betoog
  • stelling
  • argumenten voor je stelling
  • argument(en) tegen je stelling
  • weerlegging van het tegenargument

Slide 16 - Tekstslide

  • Argumentatiestructuur

  • inleiding :  aan het einde van de tweede alinea  de stelling/ standpunt . 

  • midden:    argumenten voor de stelling
  •                     tegenargumenten en tegenargumenten op de tegenargumenten. Ook komen hier de subargumenten. Bij een beschouwing heb je geen tegenargumenten op de tegenargumenten.

  • slot:            , herhaling stelling  in andere bewoording/  herhalen van de belangrijkste argumenten , een conclusie en een uitsmijter.                         

Slide 17 - Tekstslide

Alinea 5
Inleiding
Alinea 3+4
Slot
De aandacht trekken van de lezer
Stelling geven.
conclusie
Een tegenargument met weerlegging geven
argumenten geven met uitleg

Slide 18 - Sleepvraag

Tekststructuren voor een betoog

Argumentatiestructuur

Voor- en nadelenstructuur

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht:
1. kies stelling
2.maak n schrijfplan (moet): noteer  signaalwoorden/overlappers die de sturctuur aangeven
3. schrijf per alinea de kernzin uit
4. schrijf je kladverie
5.netversie 2x getypt meebrengen
6. beoordelen van je klasgenoot adhv een correctiemodel

Slide 20 - Tekstslide