Burgerschap Naar de rechter

Burgerschap 




Strafbare feiten 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 2-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Burgerschap 




Strafbare feiten 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  • We gaan het hebben overstrafbarefeiten en overtredingen
     
Om asociaal gedrag te voorkomen, worden we opgevoed met regels, een heleboel regels. Vaak gaat dat hartstikke goed en kunnen we prettig met elkaar samen leven. Maar het gaat ook wel eens fout

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoeveel rechtbanken zijn er in Nederland?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 4 - Quizvraag

Naar welke rechter ga je als je een conflict hebt met de overheid?
A
Civiele rechter
B
Bestuursrechter
C
Strafrechter
D
Advocaat

Slide 5 - Quizvraag

Stel dat je geen advocaat kunt betalen. Wat dan?
A
Dan heb je pech en moet je het zelf doen
B
Dan krijg je een vergoeding
C
Dan moet je een lening afsluiting
D
Dan gaat de zitting niet door

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Misdrijven
doodslag, diefstal, verkrachting,  bankfrauwde,   (aanslag op de koning, belastingfraude, terroristische activiteiten) 

Ook het veroorzaken van een overstroming, explosie,  brandstichting, gevaar veroorzaken voor trein- of luchtvaartverkeer. Rijden onder invloed wordt als misdrijf aangemerkt. 
Op een misdrijf staat maximaal 30 jaar of levenslange gevangenisstraf.

Slide 8 - Tekstslide

Overtredingen
-  lichtere ordeverstoringen 
gedrag dat de rechtsorde geld kost (rommel maken), of gewoon erg irritant is (hondenpoep, openbare dronkenschap). Op een overtreding staat maximaal één jaar hechtenisstraf. 

Slide 9 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een misdrijf en een voorbeeld van een overtreding

Slide 10 - Open vraag

Kamperen in het openbaar
is een.......
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Het verkrachten van een persoon
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 12 - Quizvraag

Openbare dronkenschap
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Wat is de hoogste straf in Nederland?
A
Levenslang
B
Doodstraf
C
15 jaar in de gevangenis
D
HALT straf

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bijnaam van Willem Holleeder?
A
Het oog
B
De neus
C
De mond
D
De Kromme

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel mensen waar Holleeder mee samenwerkte zijn vermoord?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 17 - Quizvraag

Welke 3 mensen getuigen er tegen Willem Holleeder?
A
Zijn 3 broers
B
Zijn 3 vrienden
C
Zijn 2 zussen en ex-vriendin
D
Zijn moeder, tante en buurvrouw

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat gebeurt er als eerste als je een HALT straf krijgt?
A
Je krijgt een boete
B
Je moet een taakstraf uitvoeren
C
Je ouders worden gebeld
D
Je moet excuses aanbieden

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer wordt je doorgestuurd naar HALT?
A
Als je op school je huiswerk niet inlevert
B
Als je ruzie hebt met je ouders
C
Als je een moord hebt gepleegd
D
Als je een strafbaar feit hebt gepleegd (onder de 18)

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Welke straf moesten de meiden doen bij HALT?
A
Een boete betalen van 100 euro
B
Een nieuw bankje kopen
C
Bankje schoonmaken
D
Excuusbrief schrijven en excuses aanbieden bij gemeente

Slide 23 - Quizvraag