H11.3 systeem

H11.3 systeem
raad van State
de raad van State heeft een dubbele functie.
1. hoogste bestuurlijke rechter
2. advies orgaan dat voor ieder wetsbesluit geraadpleegd wordt.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H11.3 systeem
raad van State
de raad van State heeft een dubbele functie.
1. hoogste bestuurlijke rechter
2. advies orgaan dat voor ieder wetsbesluit geraadpleegd wordt.

Slide 1 - Tekstslide

Politiek
politiek gaat over:
1. waarden (bijv. meningsvrijheid, gelijkheid)
2. belangen (bijv. belasting, onderwijs, verdeling van de zorg)

Slide 2 - Tekstslide

Politiek gaat niet over:
A
verbod op sigaretten
B
aanleg van een tram in Meppel
C
verbod op slapen tijdens werktijd
D
hoge zorgkosten

Slide 3 - Quizvraag

GEZAG


MACHT
wel gezag
geen gezag
Macht die als legitiem wordt beschouwd
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

Slide 4 - Tekstslide

1e macht
PARLE
MENT
2e macht
KABINET
3e macht
RECHTERS
4e macht
AMBTENAREN
5e macht
Massamedia
actoren in de Nederlandse parlementaire democratie
6e macht
Externe
adviseurs
             TRIAS POLITICA
lobbyisten
specialisten
pressiegroepen
politieke partijen


kranten, internet,
radio, tijdschriften
etc.
onafhankelijk
ministerie
politie
gemeente
etc.

Slide 5 - Tekstslide

bij welke macht hoort minister Hoekstra
A
1e macht
B
2e macht
C
3e macht
D
4e macht

Slide 6 - Quizvraag

bij welke macht hoor Geert Wilders?
A
1e macht
B
2e macht
C
3e macht
D
4e macht

Slide 7 - Quizvraag

bij welke macht hoort de SER (sociaal economische raad)
A
2e macht
B
4e macht
C
5e macht
D
6e macht

Slide 8 - Quizvraag

POLITIEKE PARTIJ
PRESSIEGROEP
macht via verkiezingen
gericht op alle maatschappelijke onderwerpen
gericht op specifiek maatschappelijk onderwerp

Slide 9 - Tekstslide

welke uitspraak is juist:
een pressiegroep..
A
kan de verkiezingen winnen
B
zet zich in voor de belangen van de automobilist
C
zet zich in voor milieu en zorg
D
levert soms ministers of burgemeesters

Slide 10 - Quizvraag

representatie
De vertegenwoording van een groep in (politieke) organisaties door 1 of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

Slide 11 - Tekstslide

representativiteit
de mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd wordt

Slide 12 - Tekstslide

er is sprake van representatie bij?
A
Jan en Loes gaan staken met een groep
B
Madelief en Jurjen kopen voor iedereen
C
Isa en Marloes houden een stemming in de klas
D
Sam en Kim vragen na stemming in de klas om uitstel voor de toets

Slide 13 - Quizvraag

52% van de vvd stemmers is tegen de nieuwe donorwet. VVD kamerleden stemden allen voor.
A
er is sprake van representatie
B
er is sprake van representativiteit
C
er is geen sprake van representatie
D
er is geen sprake van representativiteit

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

politieke besluitvorming
politieke institutie
complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

Slide 16 - Tekstslide

het systeemmodel (Easton)
    input
wensen en steun
omzetting/ conversie

    politiek systeem
 OUTPUT
waarden en
belangen
Feedback
het openbaar bestuur volgt de
behoeften en de wensen van burgers.

Slide 17 - Tekstslide

systeemmodel uitgebreider

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het barrieremodel

Het barrieremodel

Slide 20 - Tekstslide