Fictie 6 M2 les 9 H36 beoordelen en schrijven recensie wk 41-2
Floris Jan
Brend
Harm
Olger
Carsten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Floris Jan
Brend
Harm
Olger
Carsten
Slide 1 - Tekstslide
Astera
Julian B
Nina
Slide 2 - Tekstslide
Welkom
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga op je vaste plek zitten.
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek.
Laat de iPad in de tas.
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal.
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Stil lezen
Herhaling H35 een verhaal beoordelen
Uitleg beoordelen en schrijven recensie
Keuze
Slide 4 - Tekstslide
Stil lezen
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Te behandelen Kern P1
Taalverzorging
H25, 26, 12
Fictie
H7, 8, 20, 21, 35, 36
Slide 6 - Tekstslide
Inleveren PO en toets werkwoordspelling
PO inleveren week 44
3 november 2A
1 november 2C
Toets werkwoordspelling week 45
10 november 2A
8 november 2C
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoelen
H36
Slide 8 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Op welke vier kenmerken beoordeel je een verhaal?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Oordeel
Een oordeel over een boek bestaat uit twee elementen:
de mening (Ik vond dit een interessant boek)
de argumenten (De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Beoordelingswoorden
Om een oordeel te kunnen
geven maak je gebruik van
beoordelingswoorden.
Slide 17 - Tekstslide
Waar of niet waar? Een oordeel bestaat uit (1) de mening en (2) beoordelingswoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Antwoord
Een oordeel wordt gevormd door:
1. een mening (met beoordelingswoorden)
2. een argument
Slide 19 - Tekstslide
Wat zijn beoordelingwoorden?
A
woorden waarmee je iets kunt zeggen
B
woorden die de verhaalsoort aangeven
C
woorden waarmee je je mening kunt geven
D
woorden die tegengesteld zijn aan elkaar
Slide 20 - Quizvraag
kenmerken waarop je een verhaal kunt beoordelen
opbouw
lengte van de zinnen
gebeurtenissen
genre
aantal bladzijdes
personen
fictie of non-fictie
taalgebruik
Slide 21 - Sleepvraag
Denk eens na over jouw oordeel over het boek dat je nu aan het lezen bent. Formuleer je oordeel en geef tenminste 2 argumenten. Gebruik daarbij de kenmerken en de beoordelingswoorden die je vandaag hebt geleerd.
Slide 22 - Open vraag
Nakijken
H35 opdracht 6 t/m 9
Slide 23 - Tekstslide
Samen lezen
Fragment H36
De jongen in de gestreepte pyjama
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les
Maken H36 opdr. 1 t/m 7
Slide 25 - Tekstslide
Aan de slag
Maak een keuze:
Doe het bordspel werkwoordspelling in een groepje van vier