V3 Fictie: een verhaal beoordelen


Welkom v3t!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom v3t!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Een verhaal beoordelen
  3. Boekopdracht periode B: uitgeversbrief
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Een verhaal beoordelen

Doel: Je leert je oordeel over een verhaal te geven en te onderbouwen.


Slide 4 - Tekstslide

Oordeel
Een oordeel over een boek bestaat uit twee elementen:
  1. de mening (Ik vond dit een interessant boek)
  2. de argumenten (De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
Om een oordeel te kunnen 
geven maak je gebruik van 
beoordelingswoorden.


Slide 8 - Tekstslide

Lees beide beoordelingen
van het boek Tsjik (2010).
Leg van beide beoordelingen
uit of je ze goed
onderbouwd vindt.

Slide 9 - Open vraag

Lees de recensie van Shock (2014).
Op welke kenmerken beoordeelt
de recensent het verhaal?
Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Waar of niet waar?
Een oordeel bestaat uit (1) de mening en (2) beoordelingswoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn beoordelingwoorden?
A
woorden waarmee je iets kunt zeggen
B
woorden die de verhaalsoort aangeven
C
woorden waarmee je je mening kunt geven
D
woorden die tegengesteld zijn aan elkaar

Slide 12 - Quizvraag

kenmerken waarop je een verhaal kunt beoordelen
opbouw
lengte van de zinnen
gebeurtenissen
genre
aantal bladzijdes
personen
fictie of non-fictie
taalgebruik

Slide 13 - Sleepvraag

Denk eens na over jouw oordeel over het boek dat je nu aan het lezen bent. Formuleer je oordeel en geef tenminste 2 argumenten. Gebruik daarbij de kenmerken en de beoordelingswoorden die je vandaag hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

Boekopdracht periode B: uitgeversbrief
  • Stel dat je gelezen boek nog niet gepubliceerd is en jij hebt het manuscript (=de geschreven of getypte tekst voordat het wordt gedrukt) gelezen.
  • Jij bent uitgever en je moet bepalen of het boek in aanmerking komt om door jou uitgegeven te worden.
  • Schrijf de auteur een brief waarin je hem/haar uitlegt waarom je het boek uit wil geven of afwijst.
  • In de brief geef je in de eerste alinea aan of je het manuscript wel of niet gaat publiceren.
  • Vervolgens beschrijf je in de tweede alinea in maximaal tien regels waar het boek over gaat.
  • Daarna geef je drie argumenten met voorbeelden uit het boek waarom je het boek wel of niet wil uitgeven. Deze drie argumenten krijgen elk een aparte alinea.
  • Tot slot geef je nog twee tips voor verbetering, deze tips vormen weer aan aparte alinea.







Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 24 januari
  • Huiswerk: leesboek uitlezen
  • Meenemen: leesboek, boek en LAPTOP
  • Programma: boekopdracht in de les maken

Slide 16 - Tekstslide