Woordenschat - een bekend woorddeel zoeken

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

START


- soms kun je de betekenis van moeilijke woorden  vinden door een bekend woorddeel te zoeken



woordenschat

Slide 2 - Tekstslide

Een woord kan bestaan uit meer delen.

Bijvoorbeeld: 
huisdier = huis + dier

Slide 3 - Tekstslide

Als je weet wat de woorddelen betekenen, kun je zelf bedenken wat het hele woord betekent.

Bijvoorbeeld:
een huisdier is een dier voor in huis

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn woorden met een stukje ervóór,
dat is een voorvoegsel.
Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn woorden met een stukje erachter,
dat is een achtervoegsel.
Dus:
geluidloos betekent zonder geluid
Bijvoorbeeld: het stukje -loos betekent zonder.

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn woorden die zijn bestaan uit twee woorden, dat heet een samengesteld woord.
Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.
 Inkoopmedewerker
Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. 

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
een samenstelling bestaat uit 2 woorden, die ook los in een zin kunnen staan

een voor-/achtervoegsel kan niet alleen in een zin staan
(kappersschaar)
(harteloos)

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Het voorvoegels on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 9 - Tekstslide

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 10 - Quizvraag

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 11 - Quizvraag

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 12 - Quizvraag

onhandig
A
niet
B
zonder

Slide 13 - Quizvraag

onrecht
A
niet
B
zonder

Slide 14 - Quizvraag

onschuld
A
niet
B
zonder

Slide 15 - Quizvraag

onvolledig
A
niet
B
zonder

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen.




Maak van de volgende woorden 
een nieuw woord met een van 
de achtervoegsels.


-loos: zonder
-achtig: lijkt op, tamelijk veel
-aar: iemand die het doet
-waarts: die richting op
Voorbeeld: schilderen.
Een nieuw woord met -achtig is schilderachtig.
Noteer: schilderachtig.

Slide 17 - Tekstslide

adem

Slide 18 - Open vraag

bedelen

Slide 19 - Open vraag

leugen

Slide 20 - Open vraag

raadsel

Slide 21 - Open vraag

oost

Slide 22 - Open vraag

treuzelen

Slide 23 - Open vraag

wat ga je nu doen?

- Je maakt de opdrachten van 'Woordenschat hoofdstuk 5'
- Klaar? steek je vinger op

Slide 24 - Tekstslide