Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 5 - les 2 - woordenschat post
lesdoel
Ik leer woorden bij het thema post.
Ik leer hoe je de betekenis van een nieuw woord kunt onthouden.
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
lesdoel
Ik leer woorden bij het thema post.
Ik leer hoe je de betekenis van een nieuw woord kunt onthouden.
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent ..
A
Voldaan, je hebt genoeg gehad
B
Voldoende, het is net genoeg
C
volledig, maar toch ontbreekt iets
D
volledig er ontbreekt niets
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent ..
A
voor iemand zorgen
B
iets wat gebracht is
C
iets langsbrengen
D
je ergens zorgen om maken
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent ..
A
scannen en inkleuren
B
kopiëren, halen uit
C
contact opnemen via de website
D
mailen met een bijlage
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent
A
de publicatie van een onderzoek
B
het onderwerp van een onderzoek
C
de uitkomst van een onderzoek
D
de leider van een onderzoek
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent
A
Bijvoorbeeld: het tijdschrift
B
Bijvoorbeeld: reclamefolders
C
Bijvoorbeeld: een brief of kaart
D
Bijvoorbeeld: een schilderij of gedicht
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekenen de woorden
A
iemand een antwoord geven
B
iemand een vraag stellen
C
iemand een tip geven
D
iemand om hulp vragen
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord
A
Een medicijn kun je innemen via een communicatiemiddel.
B
Je vindt de snelste route via een communicatiemiddel.
C
Informatie die je onthoudt of vergeet via een communicatiemiddel.
D
Informatie krijg of geef je via een communicatiemiddel.
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt in de zin?
A
reeks
B
abonnement
C
bevinding
D
aanleiding.
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt in de zin?
A
stuk
B
thema
C
aanleiding
D
communicatiemiddel
Slide 10 - Quizvraag
Wat ontbreek in de zin?
A
postbezorger
B
postbesteller
C
postsorteerder
D
postbode
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het dikgedrukte woord?
A
De reeks in een krant of tijdschrift.
B
Het artikel in een krant of tijdschrift.
C
De reclame in een krant of tijdschrift.
D
De titel van een krant of tijdschrift.
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het dikgedrukte woord?
A
misschien
B
al
C
ook
D
niet
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent het dikgedrukte woord?
A
ook
B
al
C
nu
D
niet
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt in de zin?
A
inleiding
B
opleiding
C
aanleiding
D
verleiding
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent het dikgedrukte woord?
A
uit de handel worden gehaald
B
in de handel komen
C
handel worden gedreven
D
de handel in boeken
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen communicatiemiddel?
A
internet
B
telefoon
C
televisie
D
informatie
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noem je het onderwerp van een tekst?
A
het thema
B
de inleiding
C
de alinea
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
favoriet
B
beroemd
C
idool
D
akkoord
Slide 19 - Quizvraag
aan het werk
TAAL - blok 5 - les 2
bladzijde 8
Maak alle opgaven!
Lees de opdrachten goed!!
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Blok 5 - les 2 - (mis)communicatie
22 days ago
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Blok 5 - les 10- woordenschat geheimtaal
1 day ago
- Les met
19 slides
Blok - 5 - les 1 - post en betekenis nieuw woord
22 days ago
- Les met
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 5 - les 10 - woordenschat internet
1 day ago
- Les met
18 slides
Over Taal blok 1 t/m 5 herhaling
February 2025
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Blok 1,2 en 3 Over taal
June 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Welkom op het Radulphus College
January 2025
- Les met
15 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 11
QUIZ Woordenschat
October 2024
- Les met
24 slides
NT2
Hoger onderwijs