ProgrammaTerugkoppeling werkwoordspelling
4.1 - Standaardnederlands
Instructie
Oefenen
4.2 - Stijl
Instructie
Oefenen
DoelenIk ken mijn sterke kanten en verbeterpunten.
Ik weet wat het verschil ik tussen Standaardnederlands en een dialect.
Ik weet wat streektalen zijn.
Ik herken de stijlfiguren ironie, eufemisme, understatement en sarcasme