In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lekker lezen!
Leg je schrift open met je huiswerk
(opdracht 1 t/m 4, H1 Woordenschat).
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten benoemen;
...kun je benoemen wat enkelvoudige en meervoudige argumentatie is;
...kun je een argumentatieschema uit een tekst herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Aantekening (1): argumentatie
Een standpunt wordt uitgelegd met argumenten.
1. feitelijke argumenten --> kun je controleren (waar of niet waar)
vb: Ik bestel de nieuwe iPhone via internet, want dat is goedkoper.
2. niet-feitelijke argumenten --> kun je niet controleren
vb: Ik ga liever naar de KFC dan naar de McDonalds, want die vind ik lekkerder.
Slide 3 - Tekstslide
Aantekening (2): argumentatie
1. enkelvoudige argumentatie --> een schrijver onderbouwt zijn standpunt met 1 argument
2. meervoudige argumentatie --> een schrijver onderbouwt zijn standpunt met meerdere argumenten
3. onderschikkende argumentatie --> argument onderbouwen met een ondersteunend argument
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 & 2, blz. 75.
Je hebt 10 minuten de tijd.
Fluisterend overleggen mag.
Klaar = tekst 1 'Er gaat een wereld voor je open als je Duits spreekt' lezen, blz. 78
Klassikaal nabespreken opdracht 1 & 2.
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
Lekker lezen!
Aan het einde van de les kun je...
...een argumentatieschema uit een tekst beschrijven;
...door signaalwoorden en tekstverbanden een tekst begrijpen.
timer
15:00
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk, blz. 79
Tekst klassikaal lezen.
Huiswerk bespreken, klassikaal.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 3, blz. 76.
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 2, blz. 94.
Je werkt in tweetallen, je hebt 20. minuten de tijd.
Let op: werk allebei de schema's helemaal uit in je schrift!
Slide 11 - Tekstslide
Welkom!
Lesdoelen
Terugblik
Aan de slag!
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je feitelijke en niet-feitelijke argumenten uit een tekst benoemen;
...herken je feiten, meningen en argumenten door signaalwoorden te benoemen;
...kun je enkelvoudige en meervoudige argumentatie uit een tekst benoemen.
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Bekijk de antwoorden van de tekst 'Er gaat een wereld voor je open als je Duits spreekt', blz. 78.
Bespreek in tweetallen de antwoorden.
Vragen?
timer
3:00
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Oefenen met argumentatiestructuur.
Klassikaal lezen tekst 'Stop met die onzin!'
Lees mee, markeer argumenten, teken een schema.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Waaraan kun je een feitelijk argument herkennen?
Slide 18 - Open vraag
Geef een voorbeeld niet-feitelijk argument bij de stelling: School moet elke dag om 14.00 uur uit zijn.
Slide 19 - Open vraag
Aan de slag!
Klassikaal lezen tekst 2:
'Een spijkerjasje van bacterien' blz. 96
Maak opdracht 3, blz. 95.
Je werkt zelfstandig, in stilte.
Je hebt 20 minuten de tijd.
Klaar = samenvatting maken van theorie
blz. 93 & 94.
Slide 20 - Tekstslide
Leesvaardigheid
Lesdoelen
Terugblik
Huiswerk nakijken
Aan de slag!
Slide 21 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je een argumentatieschema uit een tekst halen;
...kun je standpunten en argumenten herkennen aan signaalwoorden.
Slide 22 - Tekstslide
Argumentatie
Slide 23 - Woordweb
Opdracht 3
'Een spijkerjasje van bacterien'
blz. 96.
Nakijken!
Showbie, Antwoorden
Huiswerkcontrole...
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag!
Tekst 3: Geen windmolens in Drenthe!
Op papier & blz. 98.
Klassikaal tekst lezen & markeren van signaalwoorden, standpunten, argumenten.
--> Maak opdracht 4, blz. 97 & 98.
Je zult zien: door te puzzelen met kleurtjes wordt het 'doorzien' en begrijpen van de tekst makkelijker / overzichtelijker / leuker!
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Maken: opdracht 4*, blz. 97.
Leren: theorie, blz. 94.
Slide 26 - Tekstslide
Deze les
Lesdoelen
Terugblik: argumentatiestructuur
Uitleg: tegenargument & weerlegging
Aan de slag!
Opdracht 4* nakijken
Slide 27 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je argumenten op de juiste manier structureren;
...kun je uitleggen wat een tegenargument en een weerlegging is;
...kun je tegenargumenten en weerleggingen herkennen in een tekst.
Slide 28 - Tekstslide
Terugblik
Werk in tweetallen.
Noteer het standpunt en argumenten in deze meervoudige onderschikkende argumentatie.
Doe dit door ze op de juiste plekken in het schema te plaatsen.
Klaar? Ga staan! Wie is als eerste...?
Slide 29 - Tekstslide
Tegenargument & weerlegging
blz. 137: argumentatie (2) lezen
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt;
met een weerlegging ontkracht je een argument.
Slide 30 - Tekstslide
Voorbeeld
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.
Voorbeeld:
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).
Slide 31 - Tekstslide
Hoofdstuk 4
Maak opdracht 1 & 2, vanaf blz. 137.
Je hebt 20 minuten, je werkt zelfstandig.
Klaar = samenvatting maken theorie blz. 93, 94 & 137.