Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2YZ Week 24/25
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen.
Woche 24
- Buch (zu)
- Chromebook
- Kugelschreiber (pen)
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen.
Woche 24
- Buch (zu)
- Chromebook
- Kugelschreiber (pen)
Slide 1 - Tekstslide
Lesefertigkeit üben
Was:
Oefentoets Kapitel 6 + 7, nur das Leseteil
Wer:
allein
Wie:
still
Hilfe:
Signalwörter, Falsche Freunde, uitmuntend.de
Fertig:
Falsche Freunde in Dokument schreiben +
WRTS - Signaalwoorden
lernen
Zeit:
timer
20:00
Slide 2 - Tekstslide
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen.
- Je leert 5 nieuwe ´Falsche Freunde´.
Grammatik
- wiederholen
- erklären
- üben
Je weet hoe lidwoorden veranderen als ze in de vierde naamval staan.
Je weet welke woorden tot de der-groep behoren en hoe deze woorden veranderen als ze in de vierde naamval staan.
Je kunt de eerste en vierde naamval bij de der-groep toepassen.
Woche 25
- Buch (zu)
- Chromebook
- Kugelschreiber (pen)
Slide 3 - Tekstslide
Nur sonntags habe ich frei
Kaja, 12, ist Turnerin und hat ein großes Ziel:
Sie will bei den ‚Olympischen Spielen‘
antreten. Dafür trainiert sie sehr viel.
Worum geht es im Text?
Slide 4 - Woordweb
Falsche Freunde
1. Voeg de ´Falsche Freunde´ toe aan jouw eigen document.
2. Zoek de ´Falsche Freunde´ in de tekst en markeer en vertaal ze.
3. Klaar: Zoek signaalwoorden in de tekst en vertaal en markeer ze met een andere kleur.
schon = al
versucht = probeert / geprobeerd
wie = hoe / (zo)als
klappen = lukken
klappt = lukt
klar = duidelijk
leider = helaas
abgeschneidet = van af brengen
Slide 5 - Tekstslide
Lesefertigkeit üben
Was:
Text lesen und Fragen beantworten
Wer:
erste 5 Minuten allein, danach zu Zweit
Hilfe:
Wörterbuch (nur aus Papier) / Signalwörter WRTS / Falsche Freunde
Fertig:
zusammen besprechen
Früher Fertig:
Classroom: Bist du fertig?
Zeit:
timer
10:00
Vraag 1
Wat wordt duidelijk in alinea 1?
A. Kaja heeft buitenshuis geen goede trainingsmogelijkheden.
B. Hond Lotte stoort Kaja vaak bij haar turntraining.
C. Kaja & Mirja worden binnenkort concurrenten.
D. Turnen speelt een grote rol bij Kaja thuis.
Vraag 2
“… und deshalb ziemlich dehnbar.” (eerste zin van alinea 1)
Welke zin in dezelfde alinea geeft hiervan een voorbeeld?
Schrijf de eerste twee woorden van die zin in het Duits over.
Vraag 3
Wat vertelt Kaja over haar Balletles? (alinea 2)
A. Ballet is goed voor de uitvoering van haar turnoefeningen.
B. Ballet is leuk om te doen, net als turnen.
C. Balletoefeningen zijn naast de apparaten een leuke afwisseling.
D. Bij ballet wordt conditie en concentratie getraind.
Vraag 4
„Sonntags habe ich frei.” (Alinea 2)
Wat bedoelt Kaja hiermee?
A. Dan doet ze niets aan turnen.
B. Dan gaat ze niet naar school.
C. Dan doet ze alleen leuke dingen.
D. Dan staat er niets op haar programma.
Vraag 5
Wat kun je opmaken uit alinea 3?
A. Kaja geeft niet snel op.
B. Kaja heeft vaak ruzie met haar klasgenoten.
C. Kaja motiveert andere meisjes om te bewegen.
D. Kaja kent geen gevaar.
Vraag 6
Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de
inhoud van alinea 4.
1 Kaja vindt het weleens jammer dat ze moet turnen.
2 Kaja heeft het erg naar haar zin in haar trainingsgroep.
3 Emilia turnt al net zo lang als Kaja.
4 Tijdens wedstrijden heeft Kaja vooral contact met haar trainer.
Slide 6 - Tekstslide
Welche Falsche Freunde hast du im Text gefunden?
Beantworte die Frage auf Deutsch und auf Niederländisch.
Slide 7 - Woordweb
Grammatik wiederholen
Was:
Erkläre die drei Tabellen für die Klasse
Wer:
zu Zweit
Wie:
auf Niederländisch
Vorbereitungszeit:
eine Minute
Der-groep
der, die, das, den...
de / het
dies-
deze/ dit
all-
alle(s) / iedereen
jed-
elk(e) / iedere
solch-
zulke
welch-
welk(e)
M
V
O
MV
1e naamval
der
+er
die
+e
das
+es
die
+e
4e naamval
den
+en
die
+e
das
+es
die
+e
Voorzetsels 4e naamval
durch, für, gegen, ohne, um, bis
Slide 8 - Tekstslide
Ich habe _____ Lehrerin(v) gesehen.
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 9 - Quizvraag
Ich habe _____ Lehrer (m) gesehen.
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 10 - Quizvraag
_______ Bücher (mv) brauchen wir?
A
Welcher
B
Welche
C
Welches
D
Welchen
Slide 11 - Quizvraag
Wir brauchen ______ Buch (o).
A
dieser
B
diese
C
dieses
D
diesen
Slide 12 - Quizvraag
_____ Mann (m) kauft neue Schuhe.
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 13 - Quizvraag
Ich habe _______ Wettkampf(m) gesehen.
A
jeder
B
jede
C
jedes
D
jeden
Slide 14 - Quizvraag
Grammatik erklären
Ein-groep
ein-
een
kein-
geen
mein-
mijn
dein-
jouw
sein-
zijn
ihr-
haar
unser-
ons, onze
eur-
jullie
ihr-
hun
Ihr-
uw
M
V
O
MV
1e naamval
ein
X
eine
+e
ein
X
keine
+e
4e naamval
einen
+en
eine
+e
ein
X
keine
+e
Aufgabe 16, Seite 59
Slide 15 - Tekstslide
Stappenplan:
Stap 1:
Gaat het om de der-groep? Kies schema A.
Gaat het om de ein-groep? Kies schema B.
Stap 2:
Kijk in de zin of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is.
Stap 3:
a.
Vrouwelijk, onzijdig of meervoud
: Vertaal het woord en plak de uitgang erachter.
b.
Mannelijk
: Staat er een voorzetsel van de 4e naamval in de zin?
Ja:
Vertaal het woord en plak de uitgang van de 4e naamval, mannelijk achter het woord.
Nee:
Pas de HIJ/HEM-regel toe / ontleed de zin.
Hij (onderwerp / 1e naamval):
Vertaal het woord en plak de uitgang van de 1e naamval, mannelijk achter het woord.
Hem (lijdend voorwerp/ 4e naamval):
Vertaal het woord en plak de uitgang van de 4e naamval, mannelijk achter het woord.
Ein-groep
Schema B
Der-groep
Schema A
Voorzetsels van de 4e naamval
Slide 16 - Tekstslide
Grammatik üben
Was:
Online Übungen machen
Wer:
zu Zweit
Wie:
flüsterend
Hilfe:
Stappenplan letztes Dia
Fertig:
Score in LessonUp einfüllen
Aufgabe 1:
http://hotpot.klascement.net/aanbod/TODOpollefoort.peter/kas-na03.htm
Aufgabe 2:
http://hotpot.klascement.net/aanbod/TODOpollefoort.peter/kas-na04.htm
Slide 17 - Tekstslide
Score Aufgabe 1
0
100
Slide 18 - Poll
Score Aufgabe 2
0
100
Slide 19 - Poll
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Grammatik
- wiederholen
- erklären
- üben
- Je weet hoe lidwoorden veranderen als ze in de vierde naamval staan.
- Je weet welke woorden tot de der-groep en tot de ein-groep behoren.
- Je weet hoe deze woorden veranderen als ze in de vierde naamval staan.
- Je kunt de eerste en vierde naamval bij de der-groep en de ein-groep toepassen.
Slide 20 - Tekstslide
Welche Wörter gehören zur der-Gruppe?
Beantworte die Frage auf Deutsch und Niederländisch.
Slide 21 - Woordweb
Welche Wörter gehören zur ein-Gruppe?
Beantworte die Frage auf Deutsch und Niederländisch.
Slide 22 - Woordweb
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Woche 25
- Buch (zu)
- Chromebook
- Kugelschreiber (pen)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen.
Vorbereitung Prüfungswoche
- Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de toets in de toetsweek.
Slide 23 - Tekstslide
Lesefertigkeit üben
Was:
Aufgabe 14, Seite 56
Wer:
erste 5 Minuten allein, danach zu Zweit
Wie:
erst still, danach flüsterend
Hilfe:
Wörterbuch (nur aus Papier)
Fertig:
zusammen besprechen
Früher Fertig:
Oefentoets Kapitel 8
Zeit:
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Lesefertigkeit üben
Was:
Oefentoets Kapitel 8, nur das Leseteil
Wer:
allein
Wie:
still
Hilfe:
Wörterbuch (nur aus Papier)
Fertig:
Falsche Freunde in Dokument schreiben +
WRTS - Signaalwoorden
lernen
Zeit:
timer
15:00
Slide 25 - Tekstslide
Vorbereitung Prüfungswoche
Oefenen:
Maak de oefentoetsen van de andere hoofdstukken.
Leren:
Leer de signaalwoorden op WRTS (DU-NL)
Leer de Falsche Freunde
Meenemen:
Woordenboeken NL-DU & DU-NL
Slide 26 - Tekstslide
Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen.
Vorbereitung Prüfungswoche
- Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de toets in de toetsweek.
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H2N + A2X + A2W Week 24
Juni 2021
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2N + A2X + A2W + 2YZ Week 23
Juni 2021
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A2W Week 25
Juni 2021
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Week 23
Juni 2021
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2N + A2X Week 25
Juni 2021
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A2W Week 22
Juni 2021
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Week 22
Juni 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2