Les 3. Verzorgend beleid vaststellen (PES en SMART)

Les 3. Verzorgend beleid vaststellen
Het verzorgend beleid is de aanpak van de zorgproblemen zoals je die in het zorgplan beschrijft.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 3. Verzorgend beleid vaststellen
Het verzorgend beleid is de aanpak van de zorgproblemen zoals je die in het zorgplan beschrijft.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je laat zien dat je in samenwerking met de zorgvrager, zijn naasten en andere hulpverleners het verzorgend beleid kan vaststellen en daarbij gebruik maakt van de PES en SMART

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een probleem is altijd een ziekte of aandoening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

PES
Om het zorgprobleem van de zorgvrager te omschrijven, gebruik je denkhulp PES. Een goed geformuleerd zorgprobleem bestaat uit drie onderdelen:

P Probleem: het probleem van de zorgvrager
E Etiologie: de oorzaak van het probleem
S Symptomen: de klachten of verschijnselen die je ziet

Zorgvrager 1 kan zichzelf niet aankleden, doordat hij pijn heeft.
Zorgvrager 2 kan zichzelf niet aankleden door vermoeidheid.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Mevrouw Dommers is 86 en heeft diabetes type 2. Haar eetpatroon is erg ongezond. Ze snoept erg veel en eet normale maaltijden erg slecht. Het komt regelmatig voor dat mevrouw in een hyper komt met hoge bloedsuikers. 

Maak een uitwerking van de PES

Slide 6 - Tekstslide

Mevrouw Abdullah is 58 jaar, is bekend met diabetes mellitus en heeft overgewicht. Ondanks haar diabetes mellitus doet mevrouw toch mee aan de ramadan. Mevrouw vertelt je dat de druk van haar familie om mee te doen groot is. Je stelt het zorgprobleem van mevrouw Abdullah op met behulp van de denkhulp PES.

Slide 7 - Open vraag

SMART

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van een SMART doel?
A
Ondersteun Peter bij het zo spoedig mogelijk zelfstandig wonen
B
Binnen 2 weken smeert Hannah zelfstandig haar boterham tijdens het ontbijt op de woongroep
C
De begeleider helpt Wendy bij het uiten van haar emoties
D
Binnen 3 weken gaat Hans beter om met zijn emoties en wordt hij minder snel boos

Slide 15 - Quizvraag

Eva controleert haar doelen. Zijn het goede SMART-doelen?

Ze beoordeelt haar eerste doel: Binnen drie weken hebt u iedere dag contact met andere mensen en u bent daar tevreden over.
A
Wel SMART
B
Niet SMART

Slide 16 - Quizvraag

‘Binnen drie weken heeft u naar uw tevredenheid dagelijks contact met andere mensen.’ Is dit doel SMART geformuleerd?
A
Wel SMART
B
Niet SMART

Slide 17 - Quizvraag

Het zorgprobleem dat je hebt geformuleerd is: Mevrouw Van Sloten kan haar urostoma niet meer zelfstandig verzorgen. Dit komt doordat ze toenemend vergeetachtig is en dit toont zich doordat mevrouw sterk naar urine ruikt.
Je formuleert de volgende doelstelling: U kunt binnen veertien dagen voor uw urostoma zorgen.

Je controleert jouw doel met behulp van SMART en merkt dat je doel niet helemaal klopt. Wat is er mis?
A
Het is niet specifiek
B
Het is niet meetbaar
C
Het is niet realistisch
D
Het is niet tijdsgebonden

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Ik wil ... leren

Slide 21 - Woordweb

Aan de slag!
Learnbeat 25.1, I Integratie 

Oefenen met behulp van de casus van Mevrouw de Jong: 

Denkhulp PES 

SMART formuleren van doelen 

 

Slide 22 - Tekstslide