Uitleg Troublespeech

Overtuigen
Betoog

Standpunt
(mening, visie, stelling, claim): waar je de ander van wil overtuigen 

Argumenten: uitspraken die een mening/standpunt ondersteunen (omdat, want, aangezien, immers)

Een Netflix-abonnement is niks voor mij (stp), omdat het 10 euro per maand kost (argument) 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Overtuigen
Betoog

Standpunt
(mening, visie, stelling, claim): waar je de ander van wil overtuigen 

Argumenten: uitspraken die een mening/standpunt ondersteunen (omdat, want, aangezien, immers)

Een Netflix-abonnement is niks voor mij (stp), omdat het 10 euro per maand kost (argument) 

Slide 1 - Tekstslide

Overtuigen
Een Netflix-abonnement is niks voor mij (stp), omdat het 10 euro per maand kost (argument) en ....

Verzin nog een argument...

timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Overtuigen
Tegenargument: een uitspraak die laat zien waarom een standpunt onjuist of minder aanvaardbaar is

Weerlegging: hiermee ontkracht je een argument. Je laat zien dat het argument onjuist of onaanvaardbaar is

Kun je je verzonnen argument van net weerleggen? 
timer
2:30

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigen
Feitelijke uitspraak: controleerbaar
De lucht die we inademen bestaat voor 78% uit stikstof en 20% uit zuurstof 

Waarderende uitspraak: een oordeel van wat goed, slecht, mooi of lelijk is

Slide 4 - Tekstslide

Het wordt tijd dat er een nieuw kabinet komt.
De inflatie is met 14,5 procent nog nooit zo hoog geweest.
De ECB verhoogt de rente om de inflatie tegen te gaan.
Het prijsplafond op de energierekening dat de regering heeft voorgesteld is niet laag genoeg en komt bovendien te laat.
feitelijke uitspraak
feitelijke uitspraak
waarderende uitspraak
waarderende uitspraak

Slide 5 - Sleepvraag

Overtuigen
Oplossen van een meningsverschil
- Akkoord gaan met een gemeenschappelijke oplossing, eventueel een nieuw standpunt;
- Compromis;
- Muntje opgooien.

Beslechten
- Derde partij

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Ik weet hoe je kunt beïnvloeden en weet wat een betoog is 

- Ik kan standpunten en argumenten herkennen

- Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Ik weet het verschil tussen feitelijke en niet-feitelijke argumentatieve uitspraken

- Ik ken en herken argumentatiestructuren

- Ik kan kritisch kijken naar een betoog/reageren op een betoog

Slide 8 - Tekstslide

Aanvaardbaarheid
Feitelijk argument -> waar of niet waar (kennis nodig/ook te controleren)
"Er zijn meer jongens dan meisjes op het HLML die kiezen voor NG"

Waarderend argument -> aanvaardbaar? 

Kritische vragen..

Slide 9 - Tekstslide

Maken 

Slide 10 - Tekstslide

Agenda
  1. Uitleg troublespeech

Op tafel: pen en papier & leerboek

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatiestructuren

Slide 12 - Tekstslide

Troublespeech

Slide 13 - Woordweb

Troublespeech
  • +- 2 minuten
  • Je leeft je in in de hoofdpersoon van je boek. Welke (problematische) keuze heeft zij/hij/hen gemaakt? 
  • Erken dat er iets fout is gegaan, maar probeer ervoor te zorgen dat dit uiteindelijk niet jouw fout is of dat er omstandigheden waren waardoor jij er niets aan kon doen. Maak van het negatieve iets positiefs.

    Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
    Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken
    Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken


Slide 14 - Tekstslide

Troublespeech
Beoordeling:
Inhoud en opbouw
Presentatie
Reactie op vragen

We gaan zo naar drie verschillende speeches kijken/luisteren. Noteer tijdens het luisteren: wat doet deze persoon goed? Wat kan beter? 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Wanneer is een troublespeech goed?

Slide 20 - Open vraag

Wat moet je NIET doen in een troublespeech?

Slide 21 - Open vraag

Morgen
Gastles creatief schrijven

Volgende week: H20 afmaken (SO H19/H20 na de vakantie) 

Slide 22 - Tekstslide