Hoofdstuk 4 - les 4

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord + meervoud
  • Werken aan weektaak 
  • Spreekwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord + meervoud
  • Werken aan weektaak 
  • Spreekwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

het bijvoeglijk naamwoord
Dit ga je leren:
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in een zin?
Wat kun je doen met een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
het
kleine
rode
autootje
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Sleepvraag

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

lokalen
klein

Slide 5 - Sleepvraag


zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

dierenwinkel
rode
kartonnen

Slide 6 - Sleepvraag

Welk woord is in deze zin een bn (=bijvoeglijk naamwoord)?
De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Sleepvraag

bijvoeglijke naamwoorden
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
lege
gevulde
metalen
kunststoffen
plastic

Slide 8 - Sleepvraag

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 9 - Sleepvraag

Bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
beroemde
vriendelijke
metalen
ijzeren
enthousiaste
plastic

Slide 10 - Sleepvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Rode
Gouden
Grote
Houten
Mooie
Stoffen

Slide 11 - Sleepvraag

Stoffelijk bijvoegelijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
plastic
brutale
geniale
polyester
katoenen
grote
gebakken
flanellen

Slide 12 - Sleepvraag

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 13 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 14 - Quizvraag

Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd: 
- meervoud op -en
- meervoud op 's
- meervoud op -s

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord

Meervoud op -en:

  • boek - boeken
  • boom - bomen
  • huis - huizen
  • kat - katten

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: meervoud
  1. meervoud op -s 
    tafel- tafels
    of
  2. -'s
Baby - Baby's

Slide 17 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij. 

Knie - knieën                  Drie - drieën
Bacterie - bacteriën     Kolonie - koloniën

Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën


Slide 18 - Tekstslide

Welke meervoudsregel hoort erbij?


pandemie
A
meervoud op -ën
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud

Slide 19 - Quizvraag

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 20 - Quizvraag

Welke woorden krijgen in het meervoud -ën erbij?
A
Zee
B
Epidemie
C
Bacterie
D
Melodie

Slide 21 - Quizvraag

Welke meervoudsregel hoort erbij?



fee
A
meervoud op -en
B
meervoud op -ën
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 22 - Quizvraag

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 23 - Quizvraag

Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's

Slide 24 - Quizvraag

Weektaak
Wat? H4 opdracht 12 tot en met 16
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide



Als de🐱van🏘is💃de🐭🐭op tafel.

Slide 26 - Tekstslide