Woordenschat extra Blok 3 les 1 muziekinstrumenten

Open je schrift
We gaan woorden leren.

Schrijf ze in je schrift met de betekenis erachter.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Open je schrift
We gaan woorden leren.

Schrijf ze in je schrift met de betekenis erachter.

Slide 1 - Tekstslide

De fagot
een groot houten blaasinstrument met kleppen waar lage tonen uitkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De klankkast:
een deel van een muziekinstrument. Het geluid wordt in de klankkast versterkt.

Slide 4 - Tekstslide

De klarinet:
een klein houten blaasinstrument met kleppen en een rietje.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

De klavecimbel:

een muziekinstrument met toetsen, wat op een piano lijkt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De saxofoon

een koperen blaasinstrument met kleppen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Enigszins
een ander woord voor een klein beetje.

De toestand in Sulawesi is enigszins verbeterd. Ze bouwen langzaam alles weer op.

Slide 11 - Tekstslide

Geenszins
een ander woord voor helemaal niet.

De toestand in Sulawesi is geenszins verbeterd. Er wordt nog niks opgebouwd.
Enigszins
een ander woord voor een klein beetje.

De toestand in Sulawesi is enigszins verbeterd. Ze bouwen langzaam alles weer op.

Slide 12 - Tekstslide

Grondig
Iets heel goed doen en niks overslaan.

Bijvoorbeeld een toets grondig leren.
Ik heb mijn toets grondig geleerd.

Slide 13 - Tekstslide

Herhaaldelijk
Steeds weer

Hij was herhaaldeijk gewaarschuwd maar krijgt nu een rode kaart.

Slide 14 - Tekstslide

Het blaasinstrument:

een muziekinstrument waar je op moet blazen.

Slide 15 - Tekstslide

Het slaginstrument

een instrument waar je op moet slaan.

Slide 16 - Tekstslide

Het snaarinstrument

een muziekinstrument dat snaren heeft.

Slide 17 - Tekstslide

Woordenschat
 
Blok 3 - Les 1

Klaar:
Plussen
Maak je andere werk af
Werk aan je leerdoelen

Slide 18 - Tekstslide