Hoe? 1. Lees de titel, tussenkopjes en bekijk eventuele afbeeldingen. 2. Lees de inleiding 3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst? --> in enkele woorden.
Slide 16 - Tekstslide
Onderwerp/hoofdgedachte
- Het onderwerp moet je kunnen omschrijven in één of slechts een paar woorden. Het is waar de tekst over gaat. Als er naar het onderwerp wordt gevraagd moet je nooit antwoord geven in de vorm van een zin.
- De hoofdgedachte van een tekst is het belangrijkste wat de schrijver zegt in één zin.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
H1 Lezen §3 Hoofdgedachte
Opdracht:
blz. 24/25 We bespreken eerst samen de tekst.
Je maakt in tweetallen opdracht 6 en 7 (bij tekst 4)
Hoe: Je mag samenwerken
Nodig: Je boek, een schrift en (markeer)pen
Klaar: Lees het nieuws op www.ad.nl of kijk het jeugdjournaal
timer
15:00
Slide 19 - Tekstslide
Ik heb goed meegedaan met de les
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Ik weet nu hoe ik het verkleinwoord moet schrijven.
Ja, ik snap dit nu helemaal goed
Redelijk, ik snap het wel beter dan eerst
Nee, ik vind het nog steeds erg lastig
Slide 21 - Poll
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
titanic
B
Titanic
Slide 22 - Quizvraag
Plaats zo nodig hoofdletters.
bram als je mij een bitterbal aangeeft krijg je van mij een vlammetje
Slide 23 - Open vraag
als ik mijn huiswerk af heb zei guus kom ik nog even wat chillen
.
:
,
'
'
hoofdletter
hoofdletter
,
'
Slide 24 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar de passende rij.
hoofdletters
geen hoofdletters
anneloes
school
bobby
gymzaal
meuken
hoeve
Slide 25 - Sleepvraag
In welke zin klopt de interpunctie?
A
De jongen heeft de finale verloren
B
de jongen heeft de finale verloren
C
de Jongen heeft de finale verloren.
D
De jongen heeft de finale verloren.
Slide 26 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Spelling
B
inhoud
C
Leestekens
D
taalgebruik
Slide 27 - Quizvraag
Sleep de juiste interpuncties naar de open plekken.
Is er iemand jarig __1__ Dan roepen we: Van harte gefeliciteerd __2__ Bijna
iedereen viert zijn of haar verjaardag __3__ Maar wist je dat niet elk land
dat op dezelfde manier doet __4__ Veel Nederlandse gewoontes vinden ze
in het buitenland maar gek__5__ We roepen bijvoorbeeld allemaal: Hiep,
hiep hoera __6__ En waarom gaat iedereen in een kringetje zitten __7__ Je
moet je verjaardag natuurlijk gewoon zo vieren zoals jij dat leuk vindt __8__
?
?
?
.
.
.
!
!
Slide 28 - Sleepvraag
Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken.
scherm
snoep
scooter
pizza
rekening
-atje
-tje
-etje
-pje
-je
Slide 29 - Sleepvraag
verkleinwoorden
1. stemmetje is het verkleinwoord van stem. 2. blaadje is het verkleinwoord van blad.