periode 2 week 2 vertrouwen zelfstandigheid

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Enthousiasme

Bespreek met je buur: 

• hoe kan iemand aan jou zien dat je enthousiast bent? 
• hoe reageer jij op een enthousiaste reactie van een ander?
• hoe zet je jouw eigen enthousiasme in op jouw stage?

Hoe?

In je werk wil je graag enthousiaste kinderen zien. Je wil de sfeer goed hebben. Hoe doe je dit eigenlijk? 

- wees zelf enthousiast;

- blijf positief;

- geef het goede voorbeeld;

- wees duidelijk en helder in je communicatie;

- sluit aan op de belevingswereld van de kinderen.

Cirkel van nabijheid

Maak een cirkel van nabijheid (papier en schrijfmateriaal nodig )

Jij staat centraal/in het midden

Eerste cirkel: personen die in de persoonlijke zone staan

Tweede cirkel: personen in de sociale zone 

Buitenste cirkel: personen waar je minder/geen band mee hebt

Bespreek dit met je buur

Maak opdracht 7.20 van je boek (blz 146)

Band opbouwen

Wees voorspelbaar en stabiel;

Doe wat je zegt en zeg wat je doet;

Wees altijd eerlijk.

Beschrijf hoe de eerste week BPV bij jou is geweest qua vertrouwen.
Geef verschillende voorbeelden

Week 2 les 2 doel

De student weet hoe het kind gestimuleerd en begeleid kan worden tot zelfstandigheid. 

Hoofdstuk 7 (blz. 133)

paragraaf 7.12 (blz. 147)

Maak opdracht 7.23 in je boek. Overleg samen met je buur.

Hoe zelfstandig ben jij?

-210

zelfstandigheid

zelfstandig - zelfredzaam

Zelfredzaamheid is het vermogen om jezelf te kunnen redden, afhankelijk ontwikkelingsfase.

Zelfstandigheid is het zelf op onderzoek uit gaan, zelf oplossingen zoeken en om hulp vragen.

Ruimte bieden voor zelfstandigheid

- afstemmen van het handelen;

- weten wanneer een kind iets zelfstandig kan;

- geef letterlijk ruimte;

- geen negatief commentaar als iets niet op jouw manier gaat.

Reageer op de foto's

Hoeveel ruimte geef je als professional? 

Wat mogen ze wel doen en wat niet? 

Wat heeft dit met zelfstandigheid te maken?

Afsluiting

Maak opdracht 7.14 van je boek.