In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Schrijfvaardigheid en digitale geletterdheid
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je zelfstandig schrijfopdrachten uitvoeren over digitale geletterdheid
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les en vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet jij al over schrijven en digitale geletterdheid?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is digitale geletterdheid?
Digitale geletterdheid gaat over de vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren in de digitale wereld. Denk aan het kunnen gebruiken van computerprogramma's, veilig gebruik van internet en het begrijpen van digitale informatie.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat digitale geletterdheid is en waarom het belangrijk is in de huidige samenleving.
Schrijfopdracht 1
Schrijf een korte tekst over wat jij denkt dat belangrijk is om te weten over veilig internetgebruik.
Slide 5 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om een korte tekst te schrijven over veilig internetgebruik. Laat ze nadenken over wat belangrijk is om te weten en stimuleer creativiteit.
Voorbeeldtekst
Veilig internetgebruik is belangrijk omdat je anders slachtoffer kan worden van cybercriminaliteit. Zorg er daarom voor dat je nooit zomaar persoonlijke informatie deelt op het internet en let op bij het klikken op links.
Slide 6 - Tekstslide
Laat een voorbeeldtekst zien van wat een goede korte tekst zou kunnen zijn. Bespreek waarom dit een goede tekst is en wat erin staat.
Schrijfopdracht 2
Schrijf een korte beschrijving van jouw favoriete computerprogramma en waarom je het zo leuk vindt.
Slide 7 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om een korte beschrijving te schrijven van hun favoriete computerprogramma. Stimuleer creativiteit en laat ze nadenken over wat ze leuk vinden aan het programma.
Voorbeeld beschrijving
Mijn favoriete computerprogramma is Minecraft omdat je er alles kan bouwen wat je maar wilt. Ik vind het leuk dat je met vrienden kan spelen en samen werelden kan maken.
Slide 8 - Tekstslide
Laat een voorbeeldbeschrijving zien van wat een goede tekst zou kunnen zijn. Bespreek waarom dit een goede tekst is en wat erin staat.
Schrijfopdracht 3
Schrijf een korte uitleg over wat programmeren is en waarom het belangrijk kan zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om een korte tekst te schrijven over programmeren. Laat ze nadenken over wat programmeren is en waarom het belangrijk kan zijn in de digitale wereld.
Voorbeelduitleg
Programmeren is het schrijven van code waarmee je een computer kunt laten doen wat jij wilt. Het is belangrijk omdat steeds meer apparaten en machines worden aangestuurd door computers en je met programmeren dus veel mogelijkheden hebt om dingen te maken die nog niet bestaan.
Slide 10 - Tekstslide
Laat een voorbeelduitleg zien van wat een goede tekst zou kunnen zijn. Bespreek waarom dit een goede tekst is en wat erin staat.
Waarom worden steeds meer apparaten en machines aangestuurd door computers?
A
Omdat computers zichzelf kunnen repareren.
B
Omdat computers menselijke emoties kunnen simuleren.
C
Omdat mensen niet meer weten hoe ze dingen met de hand moeten doen.
D
Omdat computers zeer betrouwbaar en efficiënt zijn in het uitvoeren van taken.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is programmeren belangrijk?
A
Het helpt mensen afvallen.
B
Het maakt mensen rijk.
C
Het stelt je in staat om te reizen in de tijd.
D
Het stelt je in staat om nieuwe dingen te creëren die nog niet bestaan.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is programmeren?
A
Het koken van voedsel.
B
Het schrijven van code om computers te laten werken.
C
Het spelen van videogames.
D
Het ontwerpen van gebouwen.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.