3HV Pincode H6

3HV Pincode H3
3HV H6 De markt produceert 
01
Planning van deze les. 
  1. Introductie thema markten                         (15 min) 
  2. Uitleg en oefenen met vraag naar                                                                              producten en berekenen vraaglijn              (30 min) 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kan uitleggen wat vraag en aanbod is. 
  • Je kan uitleggen wat betalingsbereidheid 
  • Je kan een vraaglijn berekenen en tekenen. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3HV Pincode H3
3HV H6 De markt produceert 
01
Planning van deze les. 
  1. Introductie thema markten                         (15 min) 
  2. Uitleg en oefenen met vraag naar                                                                              producten en berekenen vraaglijn              (30 min) 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kan uitleggen wat vraag en aanbod is. 
  • Je kan uitleggen wat betalingsbereidheid 
  • Je kan een vraaglijn berekenen en tekenen. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

3HV Pincode H3
Een frikandelbroodje. 
  • Hoeveel zou jij willen betalen voor een frikandelbroodje in de supermarkt? 
  • Waarom gaan supermarkten stunten met een aanbieding voor een frikandelbroodje? 
  • Als een frikandelbroodje € 1.50 kost, zou je die dan nog kopen? 






  • Betalingsbereidheid. Hoeveel wil jij betalen voor een product. 
  • Opdracht blz. 163. 

Slide 3 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Boek blz. 162/163 
  • Vraag naar een product: Hoeveel consumenten dat bereid is dit product te kopen. 
  • Dit kan je weergeven met een vergelijking of vraagfunctie (vraaglijn) 
  • De prijs van een product en de vraag naar een product hangen samen. 
  • Hoe hoger de prijs, hoe lager het aantal klanten (de vraag neemt af) 
  • Q: Quantity (hoeveelheid) 
  • v vraag naar product 
  • a & getallen die per situatie                                                                                            verschillen. 
  • P: prijs van het product. 
  • De vraag daalt bij een stijgende prijs. a (richtingcoëfficiënt) is altijd negatief getal, de letter b geeft de vraag aan bij een prijs van €0,-  

Slide 4 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Aan de slag 

Maak paragraaf 6.1 opdracht 5  

  • Hoe maak je een vraaglijn in een grafiek? 
  • Stappeplan op blz. 166 
  • Maak opdracht 7. 



Slide 5 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
02
Planning van deze les. 
  1. Oefenen en herhalen vraaglijn tekenen    (35 min) 
  2. Uitleg vraagfactoren en verschuiven                                                                         vraaglijn                                                     (10 min) 


Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kunt een vraaglijn tekenen en berekenen. 
  • Je kunt verschillende vraagfactoren benoemen. 

Slide 6 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Aan de slag. Oefenen met het maken van- én het berekenen van de vraaglijn. 
Oefen met de vraaglijnen hieronder. Teken de vraaglijnen in je schrift. Schrijf telkens ook de stappen erbij. 








Maak opdracht 8 op blz. 167. Daarna maak je opdracht 6 op blz. 164. 

Slide 7 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Antwoorden oefening. 

Extra uitleg nodig? Bekijk de video. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

3HV Pincode H3
Wat bepaald de vraag? 
Verschillende vraagfactoren: 
  • Verandering van de prijs 
  • De behoefte van de consument 
  • De hoogte van het inkomen van consumenten. 
  • De prijs van andere concurrerende producten of diensten 
  • Het aantal consumenten kan afnemen of toenemen. 

  • Opdracht: Maak blz. 169 opdracht 11. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
03
Planning van deze les. 
  1. Zelfstandig oefenen met par 1              (20 min) 
  2. Bespreken oefeningen                           (15 min) 
  3. Uitleg en oefenen aanbodlijn                (10 min)  

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kunt een vraaglijn tekenen 
  • Je kunt een consumentensurplus uitrekenen en intekenen in een grafiek. 
  • Je kan uitleggen wat prijselastiteit is. 
  • Je kunt prijselastiteit uitrekenen. 
  • Je weet wat aanbodlijn is. 

Slide 12 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Je maakt de volgende opdrachten 
  1. Teken een vraaglijn bij de formule die bij opdracht 11a wordt gegeven. Geef je volledige berekening weer in je schrift. 
  2. Maak opdracht 10 geheel opnieuw als oefening. 
  3. Maak opdracht 16b


Boek blz. 78/79 
  • Aanbodlijn: Geeft de verkoopbereidheid weer van een producent. 
  • Aanbodlijn geeft de minimale en maximale prijs weer voor een producent. 
  • Maak opdracht 20 

Slide 13 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
04
Planning van deze les. 
  1. Uitleg en oefenen aanbodlijn.              (45 min) 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je weet wat aanbodlijn is. 
  • Je kunt een aanbodlijn tekenen. 

Slide 14 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Boek blz. 79. Bekijk het voorbeeld in het formuleblok. 
  • Hoe teken je een aanbodlijn 

  • Gezamenlijk maken opdracht 24 

  • Maak opdracht 25a, opdracht 28 en rekenen blz. 101 opdracht 12. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
05
Planning van deze les. 
  • Vraag & aanbodlijn combineren             (45 min) 
*Toets economie H3 Maandag 5 febr. 
9B 5de uur. 9D 6de uur. 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kunt uitleggen wat marktevenwicht is, evenwichtprijs en evenwichthoeveelheid is. 
  • Je kunt een vraaglijn & aanbodlijn combineren en aan elkaar gelijk stellen.  

Slide 17 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Boek blz. 81 
  • Marktevenwicht: het punt waarop vraag en aanbod in evenwicht zijn. 
  • Binnen een vraaglijn en aanbodlijn is het snijpunt van beide het marktevenwicht (zie figuur 9 blz. 81) 
  • Evenwichtprijs: de prijs die bij het marktevenwicht hoort 
  • Evenwichtshoeveelheid: de hoeveelheid die bij marktevenwicht hoort. 
  • Maak opdracht 30 in je schrift. 

  • Vraaglijn en aanbodlijn met elkaar samenvoegen. 
  • Maak opdracht 32 & 34a t/m c. Lees ook de 2 begrippen op blz. 82. 

Slide 18 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
06
Planning van deze les. 
  • Uitleg en opdr. bij par 3 & 4.                    (45 min) 
*opgeven toets H3 par 1, 2 en deels 3/4 ma 5 febru 
9B: 5de uur 9D: 6de uur. 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kunt uitleggen wat een monopolie is. 
  • Je kunt de begrippen arbeidsmarkt, beroepsbevolking, fulltime, parttime uitleggen en mee rekenen in een voorbeeld. 
  • Je kunt gegevens overnemen en indelen in een cirkeldiagram of staafgrafiek. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel verschillende treinbedrijven zijn er in Nederland?

Slide 20 - Open vraag

3HV Pincode H3
In Nederland zijn er in totaal 4 aanbieders van treindiensten. 
  • NS heeft een monopolie op het hoofdrailnetwerk. Zij alleen mogen daarop rijden van de Overheid. Monopolie = alleenrecht. (boek blz. 85) 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

3HV Pincode H3
Boek par 3.4 blz. 88 & 89. 
  • Arbeidsmarkt: Het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid (mensen die willen werken en mensen die werk aanbieden) 
  • Beroepsbevolking: alle mensen die betaald werk verrichten vanaf 15 jaar en ouder. 
  1. Fulltime werken: 40 uur per week werken. Een volledige baan hebben 
  2. Parttime werken: minder dan 40 uur werken. Een deeltijdbaan hebben. 
  • Een fulltime baan is ongeveer 1800 uur per jaar. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

3HV Pincode H3
Opdracht: 
Bekijk de pagina van het CBS. Geef antwoord in je schrift op de volgende vragen. 
Verwerk jouw antwoorden van vraag 1, 2 en 4 in één cirkeldiagram. 
  1. Hoeveel werkenden waren er in totaal in 2023 volgens de tekst/grafiek? 
  2. Hoeveel % van de werkenden had een fulltime baan? 
  3. Bereken hoeveel uren alle fulltimers in totaal werken. 
  4. Bekijk de tekst bovenaan de pagina. Hoeveel % van de beroepsbevolking werkt niet? 
  5. Hoeveel mensen hebben een vaste arbeidsrelatie (vast contract), hoeveel hebben een flexibel contract en hoeveel mensen zijn zzp'ers?  Maak een verdeling in een staafdiagram. 
  • Maak opdr 42a, 42b & 51

Slide 25 - Tekstslide