3HV Pincode H6

3HV Pincode H3
3HV H6 De markt produceert 
01

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kan uitleggen wat vraag en aanbod is. 
  • Je kan uitleggen wat betalingsbereidheid 
  • Je kan een vraaglijn berekenen en tekenen. 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3HV Pincode H3
3HV H6 De markt produceert 
01

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kan uitleggen wat vraag en aanbod is. 
  • Je kan uitleggen wat betalingsbereidheid 
  • Je kan een vraaglijn berekenen en tekenen. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

3HV Pincode H3
Een frikandelbroodje. 
  • Hoeveel zou jij willen betalen voor een frikandelbroodje in de supermarkt? 
  • Waarom gaan supermarkten stunten met een aanbieding voor een frikandelbroodje? 
  • Als een frikandelbroodje € 1.50 kost, zou je die dan nog kopen? 






  • Betalingsbereidheid. Hoeveel wil jij betalen voor een product. 
  • Opdracht blz. 163. 

Slide 3 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Boek blz. 162/163 
  • Vraag naar een product: Hoeveel consumenten dat bereid is dit product te kopen. 
  • Dit kan je weergeven met een vergelijking of vraagfunctie (vraaglijn) 
  • De prijs van een product en de vraag naar een product hangen samen. 
  • Hoe hoger de prijs, hoe lager het aantal klanten (de vraag neemt af) 
  • Q: Quantity (hoeveelheid) 
  • v vraag naar product 
  • a & getallen die per situatie                                                                                            verschillen. 
  • P: prijs van het product. 
  • De vraag daalt bij een stijgende prijs. a (richtingcoëfficiënt) is altijd negatief getal, de letter b geeft de vraag aan bij een prijs van €0,-  

Slide 4 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Aan de slag 

Maak paragraaf 6.1 opdracht 5  

  • Hoe maak je een vraaglijn in een grafiek? 
  • Stappenplan op blz. 166 
  • Maak opdracht 7. 



Slide 5 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Qa = QV

Qa = -0,3p + 24

Qa = gevraagde hoeveelheid
P = de prijs

De helling van de lijn is -,3, dit betekent dat als de prijs met €1 stijgt, de gevraagde hoeveelheid met 0,3 daalt.

-0,3 is voor producten zoals liters of kilo's geen probleem, bij stuks wordt het afgerond.



Slide 6 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving langs de lijn ( beweging op de lijn)
Dit gebeurt als P verandert

- Als de prijs stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid
- Als de prijs daalt, dan stijgt de gevraagde hoeveelheid

Mensen willen meer kopen als het goedkoper is en minder kopen als de prijs duurder wordt.

Slide 7 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving langs de lijn ( beweging op de lijn)
Dit gebeurt als P verandert

- Als de prijs stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid
- Als de prijs daalt, dan stijgt de gevraagde hoeveelheid
Mensen willen meer kopen als het goedkoper is en minder kopen als de prijs duurder wordt.

Slide 8 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving van de vraaglijn 

Dit gebeurt als andere factoren dan de prijs veranderen, zoals:
- Inkomen van consumenten
- voorkeuren/trends
- prijzen van andere goederen
- seizoensinvloeden

Naar rechts is een toename, naar links is een afname.

Slide 9 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving van de vraaglijn 

Voorbeeld:
Qv = -0,2p + 75

We zetten p op 0 (P=0)
Qv = -0,2 x 0 + 75
Qv = 75

We zetten Qv op 0 (Qv =0)
0 = -0,2p + 75
      0,2p = 75
allebei delen door 0,2 (P = 375)

Slide 10 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving op de aanbodlijn

Verschuiving op de aanbodlijn vindt plaats als producenten bij een hogere prijs meer gaan produceren.

Dit is voor producenten voordeliger omdat ze zo meer winst kunnen maken.

Slide 11 - Tekstslide

3HV Pincode H3
Verschuiving van de aanbodlijn

Bij dezelfde prijs wordt er meer of minder aangeboden.

Een verschuiving van de aanbodlijn kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een verandering van de kostprijs. Wanneer het duurder wordt om een product te produceren, valt er bij een gelijke prijs minder winst te behalen en zullen producenten minder gaan aanbieden. De aanbodlijn verschuift dan naar links:

Slide 12 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
02
Planning van deze les. 
  1. Oefenen en herhalen vraaglijn tekenen    (35 min) 
  2. Uitleg vraagfactoren en verschuiven                                                                         vraaglijn                                                     (10 min) 


Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je kunt een vraaglijn tekenen en berekenen. 
  • Je kunt verschillende vraagfactoren benoemen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

3HV Pincode H3
Wat bepaald de vraag? 
Verschillende vraagfactoren: 
  • Verandering van de prijs 
  • De behoefte van de consument 
  • De hoogte van het inkomen van consumenten. 
  • De prijs van andere concurrerende producten of diensten 
  • Het aantal consumenten kan afnemen of toenemen. 

  • Opdracht: Maak blz. 169 opdracht 11. 

Slide 15 - Tekstslide

3HV Pincode H3
3HV H3 Vraag & aanbod 
04
Planning van deze les. 
  1. Uitleg en oefenen aanbodlijn.              (45 min) 

Lesdoelen. Wat kan/weet je aan het einde van deze les? 
  • Je weet wat aanbodlijn is. 
  • Je kunt een aanbodlijn tekenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

3HV Pincode H3
Boek blz. 81 
  • Marktevenwicht: het punt waarop vraag en aanbod in evenwicht zijn. 
  • Binnen een vraaglijn en aanbodlijn is het snijpunt van beide het marktevenwicht (zie figuur 9 blz. 81) 
  • Evenwichtprijs: de prijs die bij het marktevenwicht hoort 
  • Evenwichtshoeveelheid: de hoeveelheid die bij marktevenwicht hoort. 
  • Maak opdracht 30 in je schrift. 

  • Vraaglijn en aanbodlijn met elkaar samenvoegen. 
  • Maak opdracht 32 & 34a t/m c. Lees ook de 2 begrippen op blz. 82. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

3HV Pincode H3
Opdracht: 
Bekijk de pagina van het CBS. Geef antwoord in je schrift op de volgende vragen. 
Verwerk jouw antwoorden van vraag 1, 2 en 4 in één cirkeldiagram. 
  1. Hoeveel werkenden waren er in totaal in 2023 volgens de tekst/grafiek? 
  2. Hoeveel % van de werkenden had een fulltime baan? 
  3. Bereken hoeveel uren alle fulltimers in totaal werken. 
  4. Bekijk de tekst bovenaan de pagina. Hoeveel % van de beroepsbevolking werkt niet? 
  5. Hoeveel mensen hebben een vaste arbeidsrelatie (vast contract), hoeveel hebben een flexibel contract en hoeveel mensen zijn zzp'ers?  Maak een verdeling in een staafdiagram. 
  • Maak opdr 42a, 42b & 51

Slide 20 - Tekstslide