MVP19 luistervaardigheid 3F

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag:
  • We bekijken een aantal fragmenten: eerst die van de huiswerkopdracht, daarna andere. 
  • Tijdens de filmpjes komen steeds de vragen in beeld. Geef hierop antwoord via LessonUp. 
  • Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt om aantekeningen te kunnen maken! 

Slide 4 - Tekstslide

4

Slide 5 - Video

00:49
Hoe betrekt Tim Surma zijn publiek bij het onderwerp van zijn presentatie?
A
Hij vraagt wat googelen is en laat zijn publiek reageren.
B
Hij vertelt kort waarover zijn presentatie gaat.
C
Hij stelt een vraag en toont een citaat van Albert Einstein.

Slide 6 - Quizvraag

01:28
Het citaat van Einstein blijkt een leugen te zijn.

Wat wil Tim Surma met dit voorbeeld aantonen?
A
Dat je al gauw gelooft wat een bekende wetenschapper vertelt.
B
Dat je deze leugen met wat achtergrondkennis over Einstein zeker doorziet.
C
Dat je dit kunt weten als je het even snel in Google had opgezocht.

Slide 7 - Quizvraag

02:51
Wat wil Tim Surma laten zien met het voorbeeld van het schaakbord?
A
Dat een expert veel schaakopstellingen herkent.
B
Dat je achtergrondkennis bepaalt wat je waarneemt.
C
Dat je brein soms niet opmerkt wat je met je ogen ziet.

Slide 8 - Quizvraag

04:26
Wat is het punt dat Tim Surma wil maken met zijn voorbeeld over de cijferreeksen?
A
Je brein kan een lange cijferreeks niet helemaal onthouden.
B
Je brein kan jaartallen makkelijker onthouden dan losse cijfers.
C
Je brein onthoudt informatie makkelijker als het aansluit bij kennis die je al hebt.

Slide 9 - Quizvraag

5

Slide 10 - Video

01:03
Hoe betrekt Paul Kirschner zijn publiek bij het onderwerp van zijn presentatie?
A
Hij benoemt wat multitasken is.
B
Hij stelt vragen over gedrag.
C
Hij laat een foto van zijn dochter zien.

Slide 11 - Quizvraag

01:52
Welk voorbeeld geeft Paul Kirschner van ‘een broodjeaapverhaal’?
A
Mannen kunnen het huishouden niet automatisch doen.
B
Mensen kunnen in geen geval multitasken.
C
Vrouwen kunnen in sommige gevallen multitasken.

Slide 12 - Quizvraag

02:36
Hoe definieert Paul Kirschner multitasken?
A
Twee of meer denkprocessen tegelijkertijd uitvoeren.
B
Twee of meer handelingen tegelijkertijd even snel uitvoeren.
C
Twee of meer werkzaamheden tegelijkertijd uitvoeren.

Slide 13 - Quizvraag

03:11
Waarom kun je nooit tegelijk lezen en praten, maar soms wél tegelijk lopen en praten?
A
Lezen is een geautomatiseerd proces.
B
Lopen is een geautomatiseerd proces.
C
Praten is een geautomatiseerd proces.

Slide 14 - Quizvraag

04:30
Wat bedoelt Kirschner met 'taskswitching'?
A
Twee opdrachten na elkaar uitvoeren
B
Tussen twee opdrachten schakelen
C
Twee opdrachten tegelijk uitvoeren

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat is volgens dit experiment het belangrijkste probleem bij 'taskswitching'?

Slide 17 - Open vraag

4

Slide 18 - Video

01:14
Gunster zegt dat mensen als reactie op klagende mensen vaak contrasterend gedrag vertonen. Wat vindt hij daarvan?
A
Dat vindt hij een goede techniek.
B
Dat vindt hij geen goede techniek.
C
Daar geeft hij geen mening over.

Slide 19 - Quizvraag

02:28
Wat wil hij duidelijk maken met het voorbeeld van de moeder met haar kinderen?
A
Dat je mensen die klagen serieus moet nemen.
B
Dat je mensen mag aanspreken als ze klagen.
C
Dat middelbare scholieren altijd wat te klagen hebben.

Slide 20 - Quizvraag

02:47
Gunster geeft aan waar het in de kern op neer komt. Wat doet hij daarbij in zijn argumentatie?
A
Hij geeft een voorbeeld.
B
Hij benoemt de gevolgen.
C
Hij maakt een vergelijking.

Slide 21 - Quizvraag

01:14
Gunster spreekt in de video van contrasteren. Daarbij maakt hij een specifiek handgebaar. Waarom doet hij dat?
A
Om de betekenis van dit woord duidelijk te maken.
B
Om het belang van dit woord te benadrukken.
C
Om de ironie van dit woord te onderstrepen.

Slide 22 - Quizvraag