de 4 zones en hoe voer ik een gesprek IO 3

de 4 zones en hoe voer ik een gesprek IO 3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

de 4 zones en hoe voer ik een gesprek IO 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noem de 4 zone's in benadering

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

je wast een zorgvrager.
in welke zone van benadering werk je?
A
publieke zone
B
intieme zone
C
persoonlijke zone
D
sociale zone

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

afstand tot 45 cm
afstand van 45 tot 1.20
afstand van 1.20 tot 3.60
afstand groter dan 3.60
je gaat als stagiaire  dhr Janssen helpen bij de dagelijkse douchebeurt

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

je gaat naar een concert en je kan nog net de bühne zien waar je top idool staat
In welke zone zijn we nu?
A
publieke zone
B
intieme zone
C
persoonlijke zone
D
sociale zone

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

noem de 4 fasen van een gesprek en zet ze ook in de juiste volgorde

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet het cyclisch proces van communicatie eruit?
A
Ontvanger, Reageren, Zender, Boodschap
B
Zender, Reageren, Ontvanger, Boodschap
C
Reageren, Ontvanger, Zender, Boodschap
D
Zender, Boodschap, Ontvanger, Reageren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAAR
NIET WAAR
Tijdens actief luisteren laat je je makkelijk afleiden door je omgeving
Tijdens actief luisteren laat je de ander uitpraten
Tijdens actief luisteren let je op non-verbale signalen
Tijdens actief luisteren zorg je dat er geen stiltes vallen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

gesloten vragen; open vragen; suggestieve vragen; reflecterende vragen; E -in vragen en E-ex vragen
dubbele vragen en dubbele ontkenningen
open vragen beginnen meestal met: waarom, wat of hoe (intensiveren van contact)(achtergrondinformatie)
gesloten vragen: zijn vragen waarop  maar een antwoord mogelijk is : begint met de persoonsvorm en kan als antwoord ja of nee hebben. Kan een keuzevraag zijn waarbij het antwoord al in de vraagstelling zit( feitelijke informatie)
suggestieve vragen het is eigenlijk geen vraag , maar een verkapte mening, de meeste suggestieve vragen zijn gesloten vragen.
(in een onderhandeling en verkoopgesprek deze vragen inzetten, ) in andere vormen belemmeren ze de effectieve communicatie
reflecterende vragen: hebben het doel om dmv een vraag te controleren of jij de boodschap goed begrepen hebt(effectief tweerichtingsverkeer in een gesprek)
E in vragen: exploreren binnen het referentie kader van de ander( je vraagt door)
E-ex vragen: hierbij ga je niet door op wat de ander heeft gezegd , je stuurt het gesprek in een andere richting.
dubbele vragen: stel NOOIT 2 vragen tegelijk
dubbele ontkenning: dit  zorg vaak  dat de ontvanger de vraag anders opvat dan jij bedoelt, dus effectieve communicatie wordt onmogelijk

Slide 9 - Tekstslide

doorvragen\e-in vragen
Z niet alles vertelt(wat is er nog meer dat ik moet weten om je goed te begrijpen......?
de Z onduidelijk is in zijn argumenten(waar baseer je dit op...?)
de Z moeilijke woorden gebruikt (wat bedoel je met dat woord?)
de Z tegenstrijdige informatie geeft (Je zei net dit, en nu dat, kan je dat nog eens uitleggen?
Wat zit je dwars?
A
Gesloten Vraag
B
Open Vraag
C
Suggestieve vragen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krijg ik morgen een reactie?
A
Gesloten Vraag
B
Open Vraag
C
Suggestieve vragen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Heb je goed geslapen?
Is een .....
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Suggestieve vraag
D
Reflecterende vraag

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je wat de cliënt echt wilt?
A
Door suggestieve vragen te stellen
B
Door open vragen te stellen
C
Door gesloten vragen te stellen
D
Door informatie te geven

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van open vragen en gesloten vragen?

Gesloten vragen
Open vragen
Bent u moe?
Wilt u vandaag of morgen uw zoon bellen?
Hoe smaakte het eten vanmorgen?
Waarom bent u boos?
Wilt u nu de krant lezen?
Wat heeft u voor uw verjaardag gekregen?

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke soorten gesprekken ken je?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

soorten gesprekken zijn
tweegesprek
helpend gesprek
informatief gesprek
probleemoplossend  gesprek
slechtnieuws gesprek
groepsgesprek/teamgesprek
discussie ( met besluitvorming)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een informatief gesprek?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

noem 4 aandachtspunten bij het voeren van een informatief gesprek

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

noem 4 aandachtspunten bij een helpend gesprek

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slecht nieuws

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een slechtnieuws gesprek?
  • Een (succesvol) slecht nieuws gesprek, is een gesprek waarbij je ontvanger zich gerespecteerd voelt en jou als zender van het nieuws respecteert. Waarbij jullie elkaar recht in de ogen kunnen blijven aankijken, nadien. 
  • 90% van de slecht-nieuws-brengers doet het namelijk helemaal verkeerd. 
  • Ontslag - relatie beëindigen - slechte prestaties organisatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie: slechtnieuws gesprek
  • Doel: overbrengen van negatief bericht en helpen bij het verwerken van slecht nieuws.​

  • Verloop:​

  • Eerste fase: Korte aankondiging en ‘klap’ uitdelen (kort en bondig)​

  • Tweede fase: Opvangen van emoties (troosten), informatie geven​

  • Derde fase: Evt. helpen met zoeken naar oplossingen, ondersteuning bieden 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten slechtnieuwsgesprek:​
  • Toon: echtheid, empathie en acceptatie​

  • Ga niet om het slechte nieuws heen draaien​

  • Geef de ander ruimte om nieuws op zijn manier te verwerken​

  • Vul de stiltes niet op ​

  • Pas gevoelsreflectie toe​

  • Pas op met vroegtijdige oplossingen​

  • Maak tijd​

  • Bij afronding: mogelijkheid om erop terug te komen ​
     

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem aandachtspunten voor een slechtnieuws boodschap.

Slide 24 - Woordweb




Heb een empathische en respectvolle houding
Vertel het bericht zonder aarzeling, kort en duidelijk
Geef een toelichting
Bied alle ruimte voor gevoelens
Zoek samen naar oplossingen
Neem de tijd
Zorg goed voor jezelf

doel groepsgesprek

Slide 25 - Woordweb




het zoeken van oplossingen voor problemen.
het voorkomen van problemen
de sfeer in de groep behouden
Als ik praat communiceer ik. Als ik niet praat communiceer ik niet
A
Juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discussie voeren is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 27 - Quizvraag




Houd de tijd in de gaten
Bereid je inhoudelijk goed voor / ben op de hoogte
Noteer wat je zelf wilt inbrengen
Houd je bij het onderwerp
Luister naar wat anderen te zeggen hebben / geef andere de ruimte om iets in te brengen
Respecteer de mening van anderen
Houd niet te star vast aan je eigen mening

besluitvorming
eenmansbesluit
meerderheidsbesluit
besluit met het recht van veto
unaniem besluit
compromis
consensus

Slide 28 - Tekstslide



Gebrek aan belangstelling
Het onderwerp is niet belangrijk voor alle leden / niet iedereen ziet het nut ervan in
Verborgen agenda’s
Een punt dat niet op de agenda staat maar wel de agenda bepaalt
Conflicten
Zakelijk conflict
Emotioneel conflict

2

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijk je terug op de les?
010

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

01:40
wat zijn de redenen waarom er gekozen wordt voor een compromis.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:18
een consensus is een ................proces

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies