Pesten

Pesten
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pesten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar denk je aan bij pesten?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke leeftijd past pesten?
A
De basisschool & middelbare school
B
Tot en met de adolescentie
C
bij alle leeftijden
D
Oudere mensen

Slide 5 - Quizvraag

Soms is het je eigen schuld als je slachtoffer wordt van pesten
A
Waar
B
Niet waar
C
soms
D
altijd

Slide 6 - Quizvraag

Waarom pesten mensen?
Redenen kunnen zijn: Vergaren van meer populariteit, maar ook voor een sterker teamverband.
Het verbindt mensen als ze samen één doelwit hebben en daarover kunnen praten.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer noem je iets pesten en geen plagen?

Slide 8 - Tekstslide

Plagen


- Onschuldig en speels

- Aan elkaar gewaagd

- Over en weer

- Af en toe

- Kort

 Pesten


- Doelgericht en bewust

- Machtsverschil

- Kwetsen en krenken

- (Groep) tegen 1

- Over langere periode met grote impact

Slide 9 - Tekstslide

Soorten pesten
- fysiek pesten; slaan, schoppen, duwen, maar ook vernielen, afpakken of zoekmaken van eigendommen, en het gebruik 
   van (steek)wapens;
- verbaal pesten; uitschelden, vernederen, afpersen, briefjes schrijven, bedreigen of nare bijnamen geven of dingen posten   
   over een ander op sociale media;
- schriftelijk: onaangename of bedreigende briefjes en/of digitale berichtjes schrijven, (zie ook bijl. 4);
- achtervolgen: opjagen en achterna lopen, in de val laten lopen, klem zetten/rijden of opsluiten;
- afpersen: dwingen om geld of spullen af te geven of afdwingen om iets voor de pester te doen;
- relationeel pesten; aantasten van iemands sociale relaties en reputatie:
o direct relationeel pesten; iemand negeren, de rug toe keren, zeggen dat iemand niet mee mag doen;
o indirect relationeel pesten; roddelen, anderen aanzetten om iemand buiten te sluiten, intimidatie, manipulatie;
- cyberpesten; pesten via elektronische middelen/sociale media, door middel van een computer of (mobiele)telefoon.

Slide 10 - Tekstslide

Pesten: soms onzichtbaar
Mogelijke signalen:
- prikkelbaar, boos, verdrietig
- niet meer naar school willen (bv. na het weekend/vakantie)
- bepaalde kleren niet meer willen dragen
- thuis niet meer vertellen over school
- afname van het contact met medeleerlingen, veel thuis zijn
- slechte schoolresultaten
- slecht slapen (nachtmerries)
- fysieke klachten (hoofdpijn, buikpijn)
- blessures hebben of zelf scheppen

Slide 11 - Tekstslide

Meisjes/ vrouwen
Pesten
indirect, 
gericht op meisjes die relatief dichtbij hen staan.


Reden: angst voor daling vaneigen populairiteit  
Stiekem: want het gaat om aardig gevonden worden

Jongens/ mannen
pesten direct en

indirect, 
gericht op een
minder
nabij slachtoffer
.

Reden vaak: laten zien wie de sterkste is

Slide 12 - Tekstslide

Direct & indirect pesten

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van pesten
• Daling gevoel van eigenwaarde, negatief zelfbeeld
• Sociale faalangst, wantrouwen
• Nervositeit, lichamelijke klachten
• Zich buitengesloten voelen, extreem eenzaam, psychische klachten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Uitgangspunten pestprotocol Eemsdelta

 - pesten wordt door alle betrokkenen (school, ouders en leerlingen) onderkend als een probleem;

- school, ouders en leerlingen spannen zich gezamenlijk in om pestgedrag te voorkomen;

- docenten/OOP medewerkers, leerlingen en ouders zijn alert op pestgedrag en proberen dit tijdig te signaleren;

- als pesten voorkomt, nemen docenten/OOP, leerlingen en ouders duidelijk stelling tegen dit gedrag en ondernemen actie;

- op school zijn vertrouwenspersonen aanwezig waarbij leerlingen en medewerkers in vertrouwen hun verhaal kunnen neerleggen.




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Rollen
- De pester
- De assistent
- De meeloper
- De buitenstaander
- Het slachtoffer
- De verdediger

Slide 18 - Tekstslide

Zondebok
Het 'uitkiezen' wordt ookwel het zondebokfenomeen genoemd:
Mensen en dieren hebben in een groep slachtoffers en daarom wordt er gepest. Een van de risicofactoren voor gepest worden is onder meer 'anders zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Leidraad gesprek met gepeste leerling
Feiten
• Klopt het dat je gepest wordt? ((h)erkenning van het probleem?)
• Door wie? (doorvragen: zijn er nog meer?)
• Waar? (doorvragen: zijn er nog meer plaatsen?)
• Hoe vaak? (doorvragen: hoe vaak de laatste week / maand?)
• Hoe lang speelt het pesten al? (doorvragen: ook al op de vorige school?)
• Weten anderen dat je wordt gepest (ouders, vrienden)?
• Wat heb je tot nu toegedaan om het pesten aan te pakken?
• Zijn er anderen die jou proberen te helpen?
• Wat wil je dat er nu gebeurt; wat wil je bereiken?

Slide 20 - Tekstslide

Aanpak
Aanpak
Bespreek samen met de leerling wat hij/zij kan doen tegen het pesten en bekijk waar de leerling aan wil werken om de situatie te verbeteren. Let daarbij op het volgende:
• Hoe communiceert de leerling met anderen?
• Welke lichaamstaal heeft de leerling? (straalt de leerling wel/niet zelfverzekerdheid uit?
• Hoe gaat de leerling om met zijn gevoelens en hoe maakt hij deze kenbaar aan anderen?
• Heeft de leerling genoeg vaardigheden om weerbaarder gedrag te tonen naar de pester?
• Overweeg Peermediation in te zetten.

Slide 21 - Tekstslide

Leidraad gesprek met pester
Doelen van dit gesprek:
• De leerling confronteren met zijn gedrag en de gevolgen ervan voor de ander
• Onderliggende oorzaken boven tafel te krijgen
• Het schetsen van de stappen die volgen wanneer het pestgedrag niet stopt

Slide 22 - Tekstslide

Leidraad gesprek met pester
Confronteren (niet bedoeld als kritiek geven)
• probleemgericht - richt zich op het gedrag dat waar te nemen is.
Zodra er interpretaties gegeven worden aan het gedrag wordt het persoonsgericht, dat is niet de bedoeling. (vb. drinken in de tas van een ander - ”je denkt zeker dat je de lolligste bent”). Zodra we gaan interpreteren, reageren we ons gevoel van frustratie op de ander en zijn we gestopt met confronteren en begonnen met kritiseren.
• relatiegericht – richt zich op de inhoud met behoud van de relatie.
Zeg bv. niet: “ Je bent erg gemeen”, zeg “Ik vind dat je heel erg gemeen tegen haar doet en ik wil dat je daar mee stopt”. Laat de leerling weten dat je met hem/haar verder wilt maar dat het gedrag moet stoppen. Geef de pester niet het gevoel dat hij/zij waardeloos is.
• specifiek blijven – richt zich op de betreffende situatie.
Laat de kritiek niet algemeen worden. Zeg bv: “In dit geval zie ik dat je weigert naast de ander te gaan zitten”. Zeg niet: “Je weigert altijd naast hem te zitten”. Vermijdt woorden als altijd, vaak, meestal.
• veranderingsgericht – richt je op hoe het anders kan.
Je stelt vast wat er is gebeurt. Inventariseer vervolgens hoe het anders kan.

Slide 23 - Tekstslide

Als het probleem is benoemd en de aandacht heeft, is het belangrijk je te richten op het waarom.  
Hoe komt het dat je dit gedrag vertoont, wat levert het je op, wat reageer je af op de ander, etc.
Maak duidelijk dat er vaak een tekort aan empathisch vermogen zichtbaar wordt in het gedrag. Vraag de leerling wat hij/zij er aan denkt te gaan doen. Biedt zelf hulp of schakel een andere functionaris is (bv. vertrouwenspersoon, peermediator).

Het pestgedrag moet stoppen.
Benadruk dat het pesten moet stoppen en benoem de consequenties (zie anti-pest-protocol).

Slide 24 - Tekstslide

Internetprotocol
E-mail en chat:
• Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van die personen.
• Beantwoord nooit e-mails waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort.
• Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet: geen flauwe grappen, dreigmail of hate-mail.
• Verstuur geen anonieme of pseudonieme mail.
• Reageer niet op flames en seksuele toespelingen op de chat en post zelf ook geen lompe berichten en bedreigingen.
• Open geen mailtjes van onbekenden en geen attachments.
• Beledig niemand tijdens het chatten, praat ruzies uit buiten internet.
• Denk na voor je iets zegt: op de meeste sites wordt alles geregistreerd.
• Blokkeer de afzender bij pest-mails of -sms’jes en bewaar de pestmail of sla de berichtjes op. Het zijn bewijzen die tegen de pester gebruikt kunnen worden.
• In sommige gevallen kun je aangifte doen bij de politie. Pesten kan zo hardnekkig zijn dat het ‘stalken’ wordt genoemd. Dit is strafbaar. Ook als er een bewerkte of blootfoto van jou op internet staat, kun je aangifte doen.
• Praat erover. Blijf er niet alleen mee zitten, zoek iemand met wie je erover kan praten.


• Download niets op je schoolprofiel wat je niet nodig hebt voor school: geen muziek, geen filmpjes, geen software.
• Gebruik een ander adres (bv. hotmail) dan je schooladres om je te registreren op websites die niets met school te maken hebben.
• Vertel het je docent meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt.
• Mocht je je vervelend voelen door iets wat je gezien hebt op internet, stap dan af op iemand die je vertrouwt, bijvoorbeeld de mentor.


Slide 25 - Tekstslide

School:
• Download niets op je schoolprofiel wat je niet nodig hebt voor school: geen muziek, geen filmpjes, geen software.
• Gebruik een ander adres (bv. hotmail) dan je schooladres om je te registreren op websites die niets met school te maken hebben.
• Vertel het je docent meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt.
• Mocht je je vervelend voelen door iets wat je gezien hebt op internet, stap dan af op iemand die je vertrouwt, bijvoorbeeld de mentor.

Slide 26 - Tekstslide

Peer mediation
Peer mediation is een manier om met ruzies om te gaan. Dit houdt in dat leerlingen helpen bij het oplossen van ruzies tussen medeleerlingen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat doen peer mediators?
Peer mediators helpen leerlingen die problemen hebben met andere leerlingen. Bijvoorbeeld bij ruzies, roddelen en pesten. Ruzies over ‘zware’ zaken zoals mishandeling of seksuele intimidatie komen niet bij de mediators.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe helpen de peer mediators?
  •  Ze vragen aan de leerlingen, die een probleem hebben of ze het wel echt willen oplossen. 
  • Ze zorgen ervoor dat de leerlingen met elkaar gaan praten. Ze letten erop dat de leerlingen goed naar elkaar luisteren, elkaar laten uitspreken en dat ze niet gaan schreeuwen of schelden. 
  • Ze helpen de leerlingen om hun probleem ook echt uit te praten. 
  •  Ze vragen de leerlingen zoveel mogelijk oplossingen te bedenken voor hun probleem. 
  •  Als alle ideeën besproken zijn, kiezen de leerlingen voor de beste oplossing. De oplossing waar ze allebei blij mee zijn. 

Slide 30 - Tekstslide

Geven de peer mediators ook straf?
Nee, nooit! De mediators zijn onpartijdig. Dat betekent dat zij nooit iemand de schuld geven.
Het is de bedoeling dat ruziemakers zelf een oplossing bedenken. De mediators helpen daarbij.

Slide 31 - Tekstslide

Kan je de peer mediators ook echt vertrouwen?
De mediators volgen een externe. Ze leren daar hoe ze leerlingen kunnen helpen. Ook worden tijdens de training afspraken gemaakt waar ALLE mediators zich aan moeten houden. Dit zijn de afspraken:

  • Ze vertellen niet door wat er besproken is.
  • Wel overleggen de Leerling mediators soms met de pestcoördinator.
  • Ze zijn neutraal, ze kiezen geen partij.
  • Ze helpen je echt. Ze luisteren goed naar je en vinden niets te gek.
  • Ze geven je zelfvertrouwen. Ze geven je het gevoel dat je het probleem kan oplossen als je het zelf ook echt wilt.

Slide 32 - Tekstslide

Wat zijn de voordelen van peer mediation?
 Problemen worden opgelost en uitgepraat met hulp van getrainde medeleerlingen. Je kunt mediators vertrouwen en ze geven geen straf.
Maar peer mediation heeft nog een paar voordelen:

  •  Mediaton zorgt ervoor dat leerlingen vrienden kunnen blijven (weer normaal tegen elkaar doen).
  • Zelf een oplossing bedenken werkt beter. Als iemand anders tegen jou zegt wat je moet doen, vind je dat niet altijd een goed plan. Bij mediation bedenken de ruziemakers zelf de oplossing.
  • Mediation zorgt voor een oplossing die voor iedereen oké is (er zijn alleen winnaars, geen verliezers).

Slide 33 - Tekstslide

Rondvraag
Vragen?

Slide 34 - Tekstslide