week 4 Pesten

week 4 check in
Wie heb jij afgelopen week geholpen met iets?
Waarvoor kwam jij je bed uit vanmorgen?
Hoe vind je het dat je nu echt nog maar 1,5 periode hebt van je eerste leerjaar? 


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

week 4 check in
Wie heb jij afgelopen week geholpen met iets?
Waarvoor kwam jij je bed uit vanmorgen?
Hoe vind je het dat je nu echt nog maar 1,5 periode hebt van je eerste leerjaar? 


Slide 1 - Tekstslide

Pesten 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

in je leerteam
Ga in je leerteam zitten en bespreek met elkaar de gesprekskaarten. 

Slide 4 - Tekstslide

check up
we gaan verder over het pesten, wat helaas overal voorkomt. Dit kan straks ook op de werkvloer voorkomen. 

Slide 5 - Tekstslide

rollen bij pestgedrag
er zijn bij pesten een aantal rollen te onderscheiden:
1. slachtoffer
2. assistent
3. versterker
4. verdediger
5. buitenstaander
6. pester

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slachtoffer (jongen met geel shirt)
Het slachtoffer is degene die gepest wordt. Kinderen die gepest worden, voelen zich vaak eenzaam, angstig en verdrietig.
heeft weinig zelfvertrouwen, relatief weinig vrienden en is fysiek zwak,
keurt geweld af en kan niet goed met agressie omgaan,
laat afwijkingen zien van de groepsnorm,
reageert onhandig op pesten,
kan zich isoleren van de groep vanwege een eventueel pestverleden.

Slide 8 - Tekstslide

 Assistent (meisje met rood shirt)
De assistent begint zelf niet met pesten, maar gaat meedoen zodra iemand anders begonnen is. De assistent helpt de pester dus.

Slide 9 - Tekstslide

Versterker (jongen met blauw shirt rechts)
Versterkers pesten zelf niet maar lachen om de pester of moedigen deze aan. De versterkers geven de pester het gevoel dat pesten leuk of grappig is.

Slide 10 - Tekstslide

Verdediger (meisje met cape)
Gelukkig zijn er ook verdedigers. Zij helpen het slachtoffer. Dat kan door tegen de pester te zeggen dat hij of zij moet ophouden, maar ook door bijvoorbeeld met het slachtoffer naar de mentor te gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Buitenstaander (jongen met blauw shirt links)
Buitenstaanders weten meestal wel dat er gepest wordt, maar bemoeien zich er niet mee. Dit kan het slachtoffer het gevoel geven dat zij het niet zo erg vinden dat er gepest wordt.Buitenstaander (jongen met blauw shirt links)

Slide 12 - Tekstslide

Pester (jongen met rood shirt)
Pesters pesten omdat ze cool en stoer willen zijn. Pesten kan op verschillende manieren gedaan worden: fysiek (schoppen, slaan), verbaal (uitschelden), relationeel (roddelen), materieel (spullen kapot maken) en cyber pesten (online pesten).

Slide 13 - Tekstslide

Profiel Pester / De dader
Daders geven vaak slachtoffers de schuld van het pesten. De slachtoffers zouden het pesten uitlokken.
Is impulsief, extravert, wil graag populair gevonden worden en denkt dit alleen te bereiken door te pesten.
De dader denkt dat pesten hem populair maakt, maar vaak worden daders niet aardig gevonden (Goossens et al., 2000). Wil graag de macht hebben over anderen en ziet pesten als een manier om zijn eigen frustraties en problemen af te reageren.
Heeft weinig empathie en vindt geweld gebruiken positief.
Daders hebben niet door dat pesten schade veroorzaakt bij het slachtoffer.
Vrijwel alle daders hebben moeite met grenzen en regels.

Slide 14 - Tekstslide

casus
Casus: Een groep leerlingen uit de klas van Tim heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen. Tim heeft gezien dat er ook over hem geroddeld wordt in de groep en voelt zich hierdoor buitengesloten en onzeker.

Slide 15 - Tekstslide

Gesprekspunten:

Hoe heeft het gedrag van de groep invloed op Tim's welzijn?
Hoe kan de school Tim ondersteunen?
Hoe kan de school het gedrag van de groep aanpakken?

Slide 16 - Tekstslide

leerteams
ga in gesprek met elkaar over deze casus. 
En neem de gesprekspunten  als uitgangspunt. 

Slide 17 - Tekstslide

1. Het gedrag van de groep heeft een negatieve invloed op Tim's welzijn omdat hij zich buitengesloten en onzeker voelt. Dit kan leiden tot verminderd zelfvertrouwen, slechtere prestaties op school en zelfs depressie en angst.
2. De school kan Tim ondersteunen door een vertrouwenspersoon of counselor beschikbaar te stellen die hem kan helpen omgaan met zijn gevoelens en hem kan adviseren over hoe hij het beste kan reageren op het pestgedrag van de groep.

Slide 18 - Tekstslide

3. De school kan het gedrag van de groep aanpakken door:
* Het informeren van de groep over de negatieve gevolgen van pestgedrag en uitsluiting.

* Het benadrukken van het belang van respectvol en inclusief gedrag in de klas en daarbuiten.

* Het instellen van duidelijke regels en richtlijnen voor het gebruik van sociale media en het beheren van de groepschat.

* Het bieden van workshops en trainingen aan alle leerlingen over omgaan met conflicten en respectvol communiceren.

Slide 19 - Tekstslide

een aantal stellingen 
deze doen we klassikaal. 
daarvoor even overschakelen naar grondstof. 
Sociaal vaardig thema 3 pesten op het werk. 

Slide 20 - Tekstslide