Taal groep 8 (schrijven en mondelinge taalvaardigheid)

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

IJsland 

Spanje

België

Italië

Auto 

Vliegtuig

Vertel aan je buurman/buurvrouw wat jouw favoriete vakantieland is en waarom. 

Overtuig elkaar!

Doel van de les

 Aan het einde van de les hebben jullie een verhaal geschreven over de herfstvakantie met een goede opbouw en hebben jullie geleerd hoe je kritisch kan kijken naar je eigen en andermans verhaal. 

1. De vier schrijfdoelen

Welk schrijfdoel past bij wat wij gaan doen?  

2. De opbouw van een tekst. Uit welke drie onderdelen bestaat een goede tekst? 

Wat vertel je in die verschillende onderdelen? 

Informeren, amuseren, overtuigen, instrueren 

Inleiding - kern - slot

Inleiding: wat is het onderwerp van de tekst en wat is het doel van de tekst? 

Kern: hier ga je het onderwerp bespreken en vaak wordt dit verdeeld in deelonderwerpen. 

Slot: een korte samenvatting van de kern en vaak wordt er verteld wat de lezer moet doen, vinden of weten. 

1. Wat zijn voegwoorden? 

2. Wat zijn verwijswoorden? 

Sara geniet van de warme zomerdagen. Ze gaat lekker zwemmen en eet heerlijke ijsjes. 

3. Wat zijn woorden die volgorde aanduiden?

 

Voegwoorden zijn woorden die zinnen of woorden aan elkaar voegen. (als, omdat, en, maar) 

Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst.

Woorden als: eerst, vervolgens, daarna, voordat. 

Sara en Johan gingen samen uiteten. Daarna gingen ze naar de bios. Daarna fietsten ze samen naar huis. Daarna hadden ze een feestje. Daarna gingen ze slapen. 

Wat vind je van dit stukje tekst? 

Hoe zou het beter kunnen? 

Schrijf een verhaal over jouw herfstvakantie!

- inleiding - slot - kern

- variatie in woordkeuze 

- een titel en kopjes 

- voegwoorden, verwijswoorden en woorden die volgorde aanduiden. 

Schrijf een verhaal over jouw herfstvakantie!

Denk aan: 

- het schrijfdoel 

- inleiding - kern - slot 

- voegwoorden, verwijswoorden en woorden die volgorde aanduiden. 

- variatie in woordkeuze 

- een titel en kopjes 

Klaar? Steek je hand op en laat het controleren.

Goedgekeurd? Dan maak je een tekening bij je verhaal. 

Wissel je schrift met je buurman/buurvrouw. 

Kijk kritisch naar het verhaal van de ander. Is er gelet op: 

- het schrijfdoel 

- inleiding - slot - kern

- voegwoorden, verwijswoorden en woorden die volgorde aanduiden. 

- variatie in woordkeuze 

- een titel en kopjes 

Geef elkaar feedback.