1MH 4.1 4.2 4.3 4.4 Gedrag
1 / 17
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is onderdanig?
A
dat je beneden zit
B
dat je gehoorzaamt
C
dat je niet weet wie je bent
D
dat je de baas bent
Slide 2 - Quizvraag
Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats
Slide 3 - Quizvraag
Als een dier dominant is dan is deze...
A
de baas
B
de grootste
C
de slimste
D
de kleinste
Slide 4 - Quizvraag
Samenwerken gaat het beste met een taakverdeling. Wat is een taakverdeling?
A
Dat je alles samen doet
B
Dat het duidelijk is wie wat doet
C
Dat je zo maar iets doet
D
Dat je niet weet wat je gaat doen
Slide 5 - Quizvraag
Een inwendige prikkel is
A
Geluid
B
Licht
C
Voelen van honger
D
Prikkel buiten het lichaam
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een 'signaal' in de biologie?
A
Een boodschap (bv lichaamstaal)
B
Een boodschap voor soortgenoten
C
Een stoplicht springt op rood
D
Leren fietsen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
Een verandering in de omgeving of in het lichaam
C
Opmerken van een verandering in de omgeving
D
Veranderen van gedrag na een prikkel
Slide 8 - Quizvraag
Wat roepen overdreven signalen op?
A
Woede
B
Angst
C
Zorg gedrag
D
Imitatie gedrag
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een ethogram?
A
Een grafiek met gedrag van dieren
B
Een tabel met handelingen
C
Een schema van goed of slecht gedrag
Slide 10 - Quizvraag
Het signaal van deze hond is een
A
beweging
B
kleur
C
geluid
D
geur
Slide 11 - Quizvraag
Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Door na te denken en oplossingen te zoeken
Slide 13 - Quizvraag
Imiteren is het zelfde als oefenen.
A
Ja, want imiteren is iets oefenen
B
Nee, want imiteren is nadoen en oefenen is iets oefenen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een uitwendige prikkel?
A
Honger
B
De geur van lekker eten
C
Angst
D
De bel, aan het eind van de les
Slide 15 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van een emotie, een signaal of een overdreven signaal:
Grote ogen bij een knuffeldier
Grote ogen bij een knuffeldier
A
Emotie
B
Signaal
C
Overdreven signaal
Slide 16 - Quizvraag
Wat is lichaamstaal?
A
Dat is praten over je lichaam
B
Als je met je lichaam laat zien hoe je je voelt
C
Dat is praten met je lichaam
D
Dat is alles wat te maken heeft met je lichaam
