Bedrijvende en lijdende vorm

Werkwoordsvormen
Lijdend en bedrijvend en de verschillende wijzen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordsvormen
Lijdend en bedrijvend en de verschillende wijzen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- in welke 'wijzen' werkwoorden voor kunnen komen; 
- wat het verschil is tussen de actieve en de passieve vorm; 
- hoe je een zin van de actieve in de passieve vorm kan zetten en andersom. 

Slide 2 - Tekstslide

Actief of passief?
Als het onderwerp in de zin de handeling uitvoert, staat de zin in de bedrijvende of de actieve vorm. 
De glazenwasser wast de ruiten.

De ruiten worden door de glazenwasser gewassen. 
Als het onderwerp in de zin de handeling ondergaat, staat de zin in de lijdende of de passieve vorm. 

Slide 3 - Tekstslide

Actief of passief?
Als je een passieve zin wilt ombuigen in een actieve constructie, helpt vaak om de vraag ‘door wie’ te stellen. Zo vind je het onderwerp dat je kunt gebruiken voor een actieve directe zin.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld:
De afwas wordt razendsnel gedaan. Dylan  en Imani hebben haast.

Door wie wordt de afwas gedaan?

Door Dylan en Imani.


Dylan en Imani doen snel de afwas. Ze hebben haast.


Slide 5 - Tekstslide

Actief of passief?
In een passieve zin staat
een vorm van het werkwoord ‘worden’ of ‘zijn’ 

"De afwas wordt gedaan door Dylan"
" Er is code rood afgegeven door het KNMI"

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

bedrijvende of lijdende vorm
A. Lola neemt de taxi naar huis

B. Lola wordt door een taxi naar huis gebracht


Slide 8 - Tekstslide

bedrijvende of lijdende vorm
A. De bankovervaller werd op zijn neus gestompt door de bewaker.

B. De bewaker stompte de bankovervaller op zijn neus.


Slide 9 - Tekstslide

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Van de bast van de kinaboom werd een drankje gemaakt.

  2. Indianen in Peru maakten van de bast van de kinaboom een drankje


Slide 10 - Tekstslide

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Ik houd om negen uur ontslaggesprekken

  2. Er wordt om negen uur een ronde van ontslaggesprekken gehouden

Slide 11 - Tekstslide

bedrijvende of lijdende vorm
  1. Hij werd gekust door zijn vriendin.

  2. Zijn vriendin kuste hem.

Slide 12 - Tekstslide

Oefening lijdend of bedrijvend?
Let op timer: 0:30!

Slide 13 - Tekstslide

Lijdende of bedrijvende vorm?
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 14 - Quizvraag

Is deze zin lijdend of bedrijvend:
Ik wil niet gestoord worden.
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 15 - Quizvraag

Lijdend of bedrijvend:

Het huis wordt door de man gebouwd.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 16 - Quizvraag

Lijdend of bedrijvend?
Er is gisteren bij hem ingebroken.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 17 - Quizvraag

De menigte werd door de politie verspreid.
lijdend of bedrijvend?
A
lijdend / passief
B
bedrijvend / actief

Slide 18 - Quizvraag