In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Spelling
Werkwoordspelling herhalen
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les heb je je geheugen opgefrist over de werkwoordspelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd en de persoonsvorm verleden tijd.
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordspelling
herhaling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd (sterk & zwak)
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Slide 3 - Tekstslide
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen
Slide 4 - Sleepvraag
Wat weet je nog over de werkwoordspelling (pvtt en pvvt)
Slide 5 - Woordweb
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Onderwerp ik OF jij erachter = ik-vorm
Onderwerp andere vorm enkelvoud = ik-vorm + t
Onderwerp meervoud = hele werkwoord
Ik vind / Vind jij dat? Hij vindt / Mijn moeder vindt Wij vinden / Onze kinderen vinden
Slide 6 - Tekstslide
Opdrachtje pvtt - schrift
1) (Worden) je net zo lang als je vader?
2) De brandweer (blussen) de brand snel met veel water.
3) Mijn vinger (bloeden) nog steeds!
4) Alle koeien (loeien) hard in de wei.
Slide 7 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd - zwak
Onderwerp enkelvoud = ik-vorm + te/de
Onderwerp meervoud = ik-vorm + ten/den
(verwoesten = verwoestte(n))
-te(n) of - de(n)? * verlengproef
* 't ex kofschip
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Leg in je eigen woorden uit hoe 't ex kofschip werkt.
Slide 10 - Open vraag
Opdrachtje pvvt (zwak) - schrift
1) De kinderen (praten) 's avonds nog uren in bed.
2) Mijn vader (boren) een gat in de muur.
3) Hij (zuchten) diep toen hij de werkwoorden zag.
4) De ballerina (strekken) haar benen helemaal uit.
Slide 11 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd - sterk
Verandert van klank in de verleden tijd
Eigen vorm (leren)
Lopen - liepen
Slide 12 - Tekstslide
Welke sterke werkwoorden ken je?
Slide 13 - Woordweb
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd zwak
Persoonsvorm verleden tijd sterk
Maarten van der Weijden zwommet moeite de Elfstedentocht.
Vannacht pleegde een tiener een overval op de Spar.
Ik moet moeite doen om op te letten.
Slide 14 - Sleepvraag
Huiswerk voor de volgende les
Oefenstencil persoonsvorm tegenwoordige tijd & verleden tijd maken (zie SOM)