Uitleg werkwoordspelling pvtt, pvvt, vd

Werkwoordspelling
Nodig deze les: 
  • Nederlands boek
  • Schrift
  • Pen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Nodig deze les: 
  • Nederlands boek
  • Schrift
  • Pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je kan werkwoorden juist spellen.

Je weet dus hoe je de pvtt, pvvt en vd moet spellen. 


Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie werkwoordsvormen(die je moet kunnen herkennen en spellen)
persoonsvorm tegenwoordige tijd

persoonsvorm verleden tijd (zwakke en sterke werkwoorden)

voltooid deelwoord 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ik-vorm = hele ww min -en 
    tekenen --> ik teken
  • Soms moet je de ik-vorm aanpassen
    beloven --> beloof
    grijnzen --> grijns


  • Je krijgt NOOIT +d als er géén -d in het werkwoord zit.


Persoonsvorm tt

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Welke vorm kies je?
timer
2:00
Welke vorm kies je? Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachtje: Welke vorm kies je?
Schrijf de antwoorden in je schrift!
enkelvoud = ik-vorm + te / de
meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)
- 't eX-KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en (let op!!! Je gebruikt dus niet de ik-vorm!!!)

   laatste letter in 't ex-kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)
Persoonsvorm verleden tijd (zwakke werkwoorden)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Veranderen in de verleden tijd van klank
    Bijv. Houden --> ik hield
  • Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om te veranderen van klank.

  • Schrijf zo kort mogelijk  (dus 'ik wist' niet 'ik wiste/wistte')

Persoonsvorm verleden tijd (sterke werkwoorden)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een voltooid deelwoord?
Ge- + ik-vorm + -d of -t
Plakken > ge-plak-...
Rennen > ge-ren-...
Reizen> ge-reis-...

Een voltooid deelwoord begint ook vaak met 
be-, ge-, ver-, ont-, of her-. 
betaald, gegroeid, verteld, ontdekt, herinnerd
Voltooid deelwoord 1/2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BELANGRIJK = Een voltooid deelwoord heeft ALTIJD een vorm van hebben, zijn of worden. Kijk eens goed naar de voorbeelden. 

1. (dansen) Hij heeft met zijn vriendin ___. 
2. (bezorgen) Het pakketje wordt vandaag ___ door PostNl. 
(bezorgen) 3. De DHL ___ het pakket vandaag.
(betrappen) 4. Ik ben op spieken ___ door de leraar.
Voltooid deelwoord 2/2
Klik hier!
Er staat een vorm van hebben in, dus je hebt hier te maken met een voltooid deelwoord. Dansen -en = dans 
De letter -s zit WEL in 't ex-kofschip, dus dan krijg je GEDANST. 
Klik hier!
Er staat een vorm van hebben in, dus je hebt te maken met een voltooid deelwoord. Ophalen -en = ophal. De letter -l zit NIET in 't ex-kofschip, dus dan krijg je OPGEHAALD. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 1 t/m 5 (blz. 85)
Kijk eerst mee naar zin 1 van opdracht 2 en 3

Klaar? Maak de socrative
Ga naar b.socrative.com
 Toorop6848

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies