Basisstof 6: Het hormoonstelsel

Het hormoonstelsel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
 * Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 3 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 4 - Tekstslide

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 5 - Tekstslide

Hypofyse
  1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  2. Het maakt het groeihormoon
  3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 6 - Tekstslide

Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren 
9.1 

Slide 7 - Tekstslide

Schildklier
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 8 - Tekstslide

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Geslachthormonen vrouw
  • aangestuurd door  hypofyse
  • gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 11 - Tekstslide

Geslachthormonen man
  • aangestuurd door hypofyse
  • gemaakt in de teelballen
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • maakt hormoon: testosteron

Slide 12 - Tekstslide

De eilandjes van Langerhans

De eilandjes van Langerhans maakt: Insuline en Glucagon

->  bloedsuikerspiegel/glucosegehalte


te weinig insuline-> diabetes /suikerziekte

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Pak nu het veegbordje! 
meer dan 8 goed = geen opdr 1 en 2 maken!

Slide 15 - Tekstslide

Hormoonklieren hebben een afvoerbuis
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen de hormoonklier die alle andere hormoonklieren regelt?
A
Schildklier
B
Teelballen
C
Bijnieren
D
Hypofyse

Slide 17 - Quizvraag

Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die van spieren afkomen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor klier is de traanklier?
A
Gewone klier
B
Hormoon klier

Slide 20 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren

Slide 21 - Quizvraag

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier (eilandjes van Langerhans)?
A
Adrenaline in je bloed
B
Hoeveelheid suiker in je bloed
C
Geven hormonen af
D
Zorgen voor verbranding

Slide 23 - Quizvraag

Welke hormoonklier is dit?
A
Kleine hersenen
B
Eilandjes van Langerhands
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 24 - Quizvraag

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
Hypofyse
B
Eierstok
C
Bijnier
D
Schildklier

Slide 25 - Quizvraag

Waar bevindt zich de schildklier?
A
Boven op de nieren
B
In de voortplantingsorganen
C
In de hals tegen de luchtpijp aan
D
In de alvleesklier

Slide 26 - Quizvraag

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Al deze effecten worden veroorzaakt door een hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt dit?.
A
Adrenaline
B
Schildklierhormoon
C
Insuline
D
Hypofyse hormoon

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de hormoonklier aangegeven met nr 2 (bij de keel)?

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet dit hormoonklier en waar licht het?
A
Eilandjes van korterhans, in het alvleesklier
B
Eilandjes van langerhans, in de hersenen
C
Eilandjes van korterhans, in de hersenen
D
Eilandjes van langerhans, in het alvleesklier

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen hormoonklier?
A
Teelbal
B
Hypofyse
C
Nier
D
Alvleesklier

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noemen de hormoonklier die andere hormoonklieren regelt?
A
Schildklier
B
Teelballen
C
Bijnieren
D
Hypofyse

Slide 31 - Quizvraag



Hoe heet het hormoonklier aangegeven met een Q?
A
Schildklier
B
Bijnier
C
Eilandjes van Langerhans
D
Eierstok

Slide 32 - Quizvraag



Hoe heet het hormoonklier aangegeven met een R?
A
Schildklier
B
Bijnier
C
Eilandjes van Langerhans
D
Eierstok

Slide 33 - Quizvraag

Huiswerk voor morgen:



blz 159 tm 164 lezen 
Minder dan 8 goed = opdr 1 tm 7 (5 niet)
meer dan 8 goed: alleen opdr 3, 4, 6 en 7

->  ZS aan het werk: 
lezen en dan pas de opdrachten maken!

Slide 34 - Tekstslide