Prijzen en winst

Prijzen en winst
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Prijzen en winst

Slide 1 - Tekstslide

inkoopprijs
de prijs die de winkelier betaald voor het product die hij later verkoopt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

brutowinstopslag
bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

verkoopprijs
bedrag waarvoor een winkelier zijn product verkoopt

Slide 6 - Tekstslide

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.
Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.
Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.
(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =

Procenten van een getal. 
Als het %-teken erbij staat.

 

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten. 






Als er meerdere tijden genoemd worden.  





Rekenen met procenten
1
2
3
100(bedrag)Xpercentage
(geheel)(deel)X100
(oud)(nieuwoud)X100
100(percentage)Xbedrag
of

Slide 7 - Tekstslide

formule verkoopprijs
verkoopprijs= inkoopprijs + brutowinstopslag

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld verkoopprijs
Je koopt bloemen in voor 2 euro. 
Je wilt een winst van 400%, dus de brutowinstopslag = 400%.

De berekening:
stap 1: De inkoopprijs = 2 euro 
stap 2: De brutowinstopslag is 400% van 2 euro 
stap 3: Welke formule gebruiken we voor procenten? (1, 2 of 3) We berekenen procenten van een getal en het %-teken staat in de som--> dus formule 1. (getal/honderd X percentage)
 stap 4: 2/100 x 400 = 8 euro
stap 5: verkoopprijs = inkoopprijs + winst, dus 2 euro + 8 euro = 10 euro

Slide 9 - Tekstslide

Afzet
Het aantal producten dat een winkelier verkoopt.

Slide 10 - Tekstslide

formule omzet
omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld omzet
In een fruitkraam liggen aardbeien. Je betaalt € 6 per 2 kg. De marktkoopman verkoopt 22 kg per dag. Hoeveel is de omzet van die dag?

De berekening:
stap 1: omzet = afzet x verkoopprijs
stap 2: verkoopprijs = 6 voor 2 kg, dus 3 euro per kg
stap 3: afzet = 22 kg
 stap 4: omzet = 22 x 3 = € 66

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video