1e PW M2 Vokabeln 1-8 || HABEN-SEIN ott || Umlaut-Vraagwrd-Hfdltt

Leerdoel vandaag
HABEN-SEIN ott 
Umlaut-Vraagwoorden-Hoofdletters
Vokabeln
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel vandaag
HABEN-SEIN ott 
Umlaut-Vraagwoorden-Hoofdletters
Vokabeln

Slide 1 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 2 - Sleepvraag

Onregelmatige werkwoorden: sein 

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 3 - Sleepvraag

ich 
du
er/sie/es 
wir
ihr
sie/Sie
sind 
bin
seid
bist
ist
sind
hat
hast
haben
habt
haben
habe

Slide 4 - Sleepvraag

Das Kind ________ mit seiner Oma telefoniert.
A
habe
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 5 - Quizvraag

Herr Müller, __________ Sie noch Zeit?
A
habe
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 6 - Quizvraag


Er............ (haben)
A
habet
B
hast
C
habt
D
hat

Slide 7 - Quizvraag

________ du schon wieder kein Geld mehr?
A
Habe
B
Haben
C
Hast
D
Hat

Slide 8 - Quizvraag

Ihr ________ ein schönes Auto!
A
habe
B
haben
C
habt
D
hat

Slide 9 - Quizvraag

ihr .................... (sein)
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 10 - Quizvraag

du .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 11 - Quizvraag

es .................... (sein)
A
sein
B
ist
C
sind
D
seid

Slide 12 - Quizvraag

ich .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
bin

Slide 13 - Quizvraag

Ik kan de bijzondere tekens herkennen en schrijven
ß
ä ü ö
Eszett
Umlaut

Slide 14 - Sleepvraag

VRAAGWOORDEN
wie
was
wer
woher
warum
wo
wohin
welche
wie
hoe
waar
wat
waarheen
welke
waarom
waar vandaan

Slide 15 - Sleepvraag

Wat?
Wie?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Waarheen?
Welke?
Waarvandaan?
Hoe?
Was?
Wer?
Wo?
Wann?
Warum?
Wohin?
Welche?
Woher?
Wie?
Herhaling Vraagwoorden!!

Slide 16 - Sleepvraag

Welk woord moet met Hoofdletter worden geschreven?
hoofdletter
mein
vater
heißt
hans
und
spielt
gerne  
fußball.
er
pizza
kann
gut
backen.
auch

Slide 17 - Sleepvraag

Snap je nu hoe het met HABEN-SEIN-Umlaut-Vraagwoorden en Hoofdletters werkt?

Slide 18 - Poll

Vokabeln op Blooket
Dan gaan we nu de woordjes
 in Nederlands - Duits 
oefenen  op Blooket ...

Slide 19 - Tekstslide

An die Arbeit!
we gaan nu verder met het boek en oefenen.

Dit doen we in Schritt ...


Slide 20 - Tekstslide