H3 herhalen koppelteken etc. en pvtt - 16 september 2022

Doel van deze les

1. Je leert over het koppelteken en het weglatingsstreepje.

2. De persoonsvorm in lastige werkwoordsvormen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les

1. Je leert over het koppelteken en het weglatingsstreepje.

2. De persoonsvorm in lastige werkwoordsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

- vijf quiz vragen over de theorie
- herhalen theorie koppelteken en weglatingsstreepje
- bespreken opdracht 3 en 4 
- herhalen pvtt van lastige werkwoorden
- bespreken opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Korte quiz
Je krijgt zometeen vijf vragen te zien met twee antwoordmogelijkheden. 

Als je denkt dat antwoord A goed is, dan ga je staan.

Als je denkt dat antwoord B goed is, dan blijf je zitten.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Wat is correct geschreven?

Antwoord A: De ex burgemeester genoot van zijn vrije tijd. 

Antwoord B: De ex-burgemeester genoot van zijn vrije tijd.

Slide 4 - Tekstslide

Het juiste antwoord is...
Antwoord B: De ex-burgemeester genoot van zijn vrije tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 2
Wat is correct geschreven?

Antwoord A: Haast je, ik wil die tv-show niet missen.

Antwoord B: Haast je, ik wil die tv show niet missen.

Slide 6 - Tekstslide

Het juiste antwoord is...
Antwoord A: Haast je, ik wil die tv-show niet missen.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
Wat is correct geschreven?

Antwoord A: 4. De hoge snelheidstrein is een dure aangelegenheid.

Antwoord B: 4. De hogesnelheidstrein is een dure aangelegenheid.

Slide 8 - Tekstslide

Het juiste antwoord is...
Antwoord A: De hogesnelheidstrein is een dure aangelegenheid.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4
Wat is correct geschreven?

Antwoord A: 4. Fabris word de eerste Italiaanse EK-winnaar.

Antwoord B: 4. Fabris wordt de eerste Italiaanse EK-winnaar.

Slide 10 - Tekstslide

Het juiste antwoord is...
Antwoord A: Fabris wordt de eerste Italiaanse EK-winnaar.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 4
Wat is correct geschreven?

Antwoord A: 4. En wat voorspelt het weerbericht?

Antwoord B: 4. En wat voorspeld het weerbericht?

Slide 12 - Tekstslide

Het juiste antwoord is...
Antwoord A: En wat voorspelt het weerbericht?

Slide 13 - Tekstslide

Het koppelteken - verbindingsteken in sommige samengestelde woorden.

- een samenkoppeling (voor de duidelijkheid)
vb. kant-en-klaar-pakket, oud-en-nieuw, de rood-wit-blauwe vlag
- een samenstelling waarin twee klinkers botsen, zoals aa, ai, au, ii, oe, oo, ou, ui
vb. zee-egel, toe-eigenen, na-apen, mee-eten, stage-uren
                Let op! Als klinkers op elkaar botsen in een afleiding, gebruik je een 
                trema om een verkeerde uitspraak te voorkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Het koppelteken...
- bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St of Sint
vb. S-bocht, A4-formaat, @-teken, Sint-Maarten, 23-jarige, vmbo-diploma
           Let op: Als je een afkorting  als woord uitspreekt, gebruik je GEEN                         koppelteken.

- bij aardrijkskundige namen of afgeleiden daarvan
vb. Zuid-Amerika, West-Europa
                 

Slide 15 - Tekstslide

Het koppelteken...
- in woorden met een voorvoegsel
vb. leerling-verpleegster, ex-roker, oud-voorzitter
- als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft
vb. on-Hollands, pro-Amerikaans
- in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden
vb. zwart-wit, hotel-restaurant.        

Slide 16 - Tekstslide

Weglatingsstreepje
Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje:
vb. Psychologie- en natuurkundestudenten
Fiets-, werk- en taalvakanties, in- en uitvoer.

              Let op: gebruik GEEN weglatingsstreepjes als je een heel woord                            weglaat! 
              vb. dure en goedkope oorbellen

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 blz. 95
1 keel-, neus- en oorarts
2 rode en witte rozen
3 pro-Deoadvocaat
4 huis-aan-huis
5 aan-en-uitknop
6 audiovisueel
7 hoofd- en zijstraten
8 kerstbomen en -ballen

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 blz. 95
1 Viezeluierzakjes zijn zakjes voor vieze luiers;
vieze luierzakjes zijn luierzakjes die vies zijn.

2 Een blauweverfpot is een pot met blauwe verf;
een blauwe verfpot is een verfpot die blauw is.

3 Een grotestadsbewoner is een bewoner van een grote stad;
een grote stadsbewoner is een stadsbewoner die groot is.

Slide 19 - Tekstslide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden van opdrachten
Maak opdracht 2, 4 en 5 blz. 97


Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 blz. 97

Slide 22 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak opdracht 4. Ben je al klaar? Maak dan opdracht 5. Wat niet af is, is huiswerk voor vrijdag.
pvtt - persoonsvorm tegenwoordige tijd
pvvt - persoonsvorm verleden tijd
gw - gebiedende wijs
vd - voltooid deelwoord
inf - infinitief (hele werkwoord)
od - onvoltooid deelwoord
vd - voltooid deelwoord

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 blz. 97

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 5 blz. 97

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk woensdag 21 september
Leren:
- hoofdstuk 1 t/m 3 - alle hoofdstukken die we tot nu toe hebben gehad. 

Oefenen op Cambiumned, zie linkjes in SOMtoday


Slide 26 - Tekstslide

Welke woord is juist gespeld?

A
EU landen
B
EU-landen

Slide 27 - Quizvraag

Welke woord is juist gespeld?


A
bmi waarden
B
bmi-waarden
C
bmiwaarden

Slide 28 - Quizvraag

De koppeltekens in doe-het-zelfzaak
zijn juist gebruikt.
A
Eens
B
Oneens

Slide 29 - Quizvraag

Is het onderstaande woord juist gespeld?
wieler- en fietswedstrijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Is het onderstaande woord juist gespeld?
mooie- en lelijke boeken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Waarom schrijf je Oost-Vlaanderen met een koppelteken?
A
Omdat je een deel van een woord weglaat.
B
Omdat het een samenstelling is van twee gelijkwaardige woorden.
C
Bij aardrijkskundige namen of woorden die ervan afgeleid zijn
D
Omdat je sommige klinkers ook samen kunt uitspreken ('botsende klinkers').

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?

A
tv-uitzending
B
tvuitzending

Slide 33 - Quizvraag

Fijn weekend!

Slide 34 - Tekstslide